C. S. Ceram (1915–1972)

Het Indiana Jones-gehalte van dit boek ligt aanzienlijk lager dan dat van Goden, Graven en Geleerden en dat lijkt de auteur zelf soms te spijten. Hij doet in elk geval zijn best om de meest avontuurlijke anekdotes op te rakelen uit het leven van de archeologen die de geschiedenis van het Hettietenrijk wisten te ontrafelen. Ceram weet in elk geval de treffende details te schetsen, niet alleen uit hun leven, maar ook uit het archeologisch onderzoek zelf. Zijn uiteenzettingen over de ontcijfering van taal en schrift alleen al maken het boek lezenswaardig.

Ceram beperkt zich niet tot een geschiedenis van het archeologisch onderzoek - een geschiedenis die hij liet doorlopen tot aan de verschijningsdatum van het boek. Hij geeft ook een beknopt overzicht van de geschiedenis en de cultuur van de Hettieten. Daarbij beperkt hij zich tot de hoogdagen van het rijk in het tweede millennium voor onze jaartelling. De slag bij Kadesh - ironisch genoeg alleen bekend uit Egyptische bronnen - krijgt daarbij een prominente plaats, onder meer omdat het daarop volgende vredesverdrag bekend is uit Egyptische en Hettietische bronnen. In zijn beschrijvingen toont hij zich niet geheel onpartijdig. Hij is niet geïnteresseerd in het voortleven van de Hettietische cultuur na de val van het rijk. Over die cultuur heeft hij ook geen hoge pet op.

Ruim zestig jaar na verschijnen, nog altijd een lezenswaardig boek.… (meer)