Serhii Plokhy
Auteur van Chernobyl: The History of a Nuclear Catastrophe
Over de Auteur
Serhii Plokhy is the Mykhailo Hrushevsky Professor of Ukrainian History at Harvard and the director of the university's Ukrainian Research Institute. He is the author of numerous books, including The Last Empire, for which he received the Lionel Gelber Prize, and Chernobyl, the recipient of the toon meer Baillie Gifford Prize, Plokhy lives in Burlington, Massachusetts. toon minder
Fotografie: Serhii Plokhy
Werken van Serhii Plokhy
Forgotten Bastards of the Eastern Front: American Airmen behind the Soviet Lines and the Collapse of the Grand Alliance (2019) 45 exemplaren
The Origins of the Slavic Nations: Premodern Identities in Russia, Ukraine, and Belarus (2006) 40 exemplaren
The Frontline: Essays on Ukraine’s Past and Present (Harvard series in ukrainian studies; Book 81) (2021) 17 exemplaren
Unmaking Imperial Russia: Mykhailo Hrushevsky and the Writing of Ukrainian History (2005) 10 exemplaren
Locura nuclear. La crisis de los misiles en Cuba 1 exemplaar
De alliantie van wantrouwen: De mislukte Amerikaans-Russische operatie aan het oostfront: Amerikaanse militairen achter… (2020) 1 exemplaar
Ialta. Prețul păcii 1 exemplaar
Porțile Europei: o istorie a Ucrainei 1 exemplaar
Tagged
Algemene kennis
- Gangbare naam
- Plokhy, Serhii
- Officiële naam
- Plokhy, Serhii Mykolaiovych
- Pseudoniemen en naamsvarianten
- Плохій, Сергій
Plokhiĭ, Serhiĭ Mykolaĭovych
Plohìj, Sergìj Mikolajovič
Plochij, Serhij Mykolajovyč
Plokhi, Sergi Mikolaïovitch
Плохий, Сергей Николаевич - Geboortedatum
- 1957-05-23
- Geslacht
- male
- Nationaliteit
- USA
- Land (voor op de kaart)
- USA
- Geboorteplaats
- Nizhny Novgorod, Russia
- Woonplaatsen
- Arlington, Massachusetts, USA
- Opleiding
- University of Dnipropetrovsk
Peoples' Friendship University of Russia
Taras Shevchenko National University of Kyiv - Beroepen
- historian
- Organisaties
- Harvard University
University of Dnipropetrovsk
University of Alberta - Korte biografie
- Serhii Plokhy is the Mykhailo Hrushevsky Professor of Ukrainian History and Director of the Ukrainian Research Institute at Harvard University, where he was also named Walter Channing Cabot Fellow in 2013. A leading authority on Eastern Europe, he has lived and taught in Ukraine, Canada, and the United States. He has published extensively in English, Ukrainian, and Russian. For three successive years (2002-2005) his books won first prize of the American Association for Ukrainian Studies.
Leden
Besprekingen
Lijsten
Prijzen
Misschien vindt je deze ook leuk
Gerelateerde auteurs
Statistieken
- Werken
- 35
- Leden
- 2,675
- Populariteit
- #9,599
- Waardering
- 4.1
- Besprekingen
- 47
- ISBNs
- 161
- Talen
- 16
- Favoriet
- 2
Niet dat het nog écht nodig was om mij ervan te overtuigen dat de recentste oorlog in Oekraïne niet zomaar uit de lucht was komen vallen, maar dit boek documenteert wel zéér mooi hoe die oorlog in de historische context past en hoe oud die oorlog in werkelijkheid is. Toen ik aan mijn (intussen voormalige, want ik heb mijn avondonderwijs in die taal "met vrucht" beëindigd) lerares Hongaars, tevens opgeleid in de Slavische talen, vertelde dat het boek - voornamelijk - ging over datgene wat Oekraïne en Rusland bindt, zei ze ook meteen: "Uiteraard, Kiev-Roes !"
Maar het boek is méér dan dat: het gaat ook over de pogingen van een aspirerend rijk om afwisselend gebruik te maken van de verschillende elementen die een volk vormen: taal, geschiedenis, cultuur, religie. En uiteraard over de pogingen van de tegenstanders van die aspiraties, nationalisten bijvoorbeeld, om van diezelfde elementen gebruik te maken om hun volk te vormen en daarmee duidelijk te maken dat dat volk nooit over één kam kan geschoren worden met andere volkeren die het rijk binnen zijn grenzen probeert te incorporeren. Het gaat dus over identiteitsvorming en identiteitsmisvorming, over pogingen het ene element in de identeitsvorming te laten overheersen op het andere, over tegen de stroom ingaan en proberen de stroom te vormen.
Je ziet in de verschillende hoofdstukken de tijden aan je voorbij trekken: "De uitvinding van Rusland", "De hereniging van de Roeslanden", "De trilaterale natie", "De revolutie van naties" en dan - maar nog niet ten slotte - "De onverbreekbare Unie", zijnde de Sovjet-Unie. Met zijn pogingen een nieuw element in de identiteitsvorming binnen te brengen en dat te laten heersen over alle andere: ideologie. Met zijn teruggrijpen naar taal, geschiedenis, cultuur, religie in tijden dat alleen dié nog "redding" konden brengen (de Tweede Wereldoorlog in het bijzonder). Met zijn enorme leugenachtigheid en retourner sa veste wanneer het het regime ook maar paste: nationalisme werd telkens weer opgestookt wanneer dat dienstig was en terug onder controle gebracht/in de kiem gesmoord als het niet meer (mis)bruikbaar was. Een strategie die in de Sovjet-Unie uiteraard nog méér slachtoffers onder nationalisten kostte dan elders, maar waar nationalisten altijd weer en ook vandaag de dag nog telkens weer intuinen (zie, bijvoorbeeld, de Koerden).
En dan komen we uiteindelijk bij Gorbatsjov, Jeltsin en Poetin. Duidelijk minder "ver van huis" voor de in Rusland uit Oekraïense ouders geboren auteur, wat helaas zijn effect lijkt te hebben op zijn objectiviteit. Het laatste hoofdstuk, "Het nieuwe Rusland", heeft af en toe meer weg van een anti-Poetin pamflet, dan van geschiedschrijving. Het gaat té veel uit van "Dat is toch niet meer van deze tijd" en te weinig van wat de auteur in de vorige hoofdstukken heeft duidelijk gemaakt, zijnde dat de interesse van Rusland voor Oekraïne van álle tijden is. De auteur lijkt zich daarmee in te passen in het The end of history-discours van Francis Fukuyama en zijn aanhangers, die toch zó graag zouden zien dat er met het einde van de Koude Oorlog ook een einde gekomen is aan de voortgang van de menselijke geschiedenis, dat de schijnbare status quo van nu voor eeuwig gehandhaafd blijft. Volkomen onzin natuurlijk, gevaarlijke onzin bovendien, en vanwege een historicus onbegrijpelijk. Panta rhei, ook de menselijke geschiedenis. Het is minstens even rechtmatig te proberen tegen de stroom in te gaan als om pogingen te ondernemen de stroom te verleggen of uit te maken, en aannemen dat de stroom opgehouden is, is er om vragen vroeg of laat door de stroom meegesleurd te worden. Dán gaan roepen dat dat de fout is van mensen die niét zo goedgelovig zijn, kan in deze tijden dan wel op sympathie rekenen, maar het zal niet helpen.
Los echter van de moralistische teneur van het laatste hoofdstuk: zeker een aanrader, dit boek !… (meer)