StartGroepenDiscussieMeerTijdgeest
Doorzoek de site
Onze site gebruikt cookies om diensten te leveren, prestaties te verbeteren, voor analyse en (indien je niet ingelogd bent) voor advertenties. Door LibraryThing te gebruiken erken je dat je onze Servicevoorwaarden en Privacybeleid gelezen en begrepen hebt. Je gebruik van de site en diensten is onderhevig aan dit beleid en deze voorwaarden.

Resultaten uit Google Boeken

Klik op een omslag om naar Google Boeken te gaan.

The Happy Isles of Oceania door Paul Theroux
Bezig met laden...

The Happy Isles of Oceania (origineel 1992; editie 1993)

door Paul Theroux

LedenBesprekingenPopulariteitGemiddelde beoordelingAanhalingen
1,3842113,642 (3.72)46
Biography & Autobiography. Travel. Nonfiction. HTML:The author of The Great Railway Bazaar explores the South Pacific by kayak: "This exhilarating epic ranks with [his] best travel books" (Publishers Weekly).

In one of his most exotic and adventuresome journeys, travel writer Paul Theroux embarks on an eighteen-month tour of the South Pacific, exploring fifty-one islands by collapsible kayak. Beginning in New Zealand's rain forests and ultimately coming to shore thousands of miles away in Hawaii, Theroux paddles alone over isolated atolls, through dirty harbors and shark-filled waters, and along treacherous coastlines.

Along the way, Theroux meets the king of Tonga, encounters street gangs in Auckland, and investigates a cargo cult in Vanuatu. From Australia to Tahiti, Fiji, Easter Island, and beyond, this exhilarating tropical epic is full of disarming observations and high adventure.
… (meer)
Lid:dreadlox69
Titel:The Happy Isles of Oceania
Auteurs:Paul Theroux
Info:Penguin Books Ltd (1993), Paperback, 752 pages
Verzamelingen:Jouw bibliotheek
Waardering:
Trefwoorden:Geen

Informatie over het werk

De gelukkige eilanden door Paul Theroux (1992)

Onlangs toegevoegd doorbeeburke, mkisaacson, mlsestak, KarenMonsen, Bambean, DarthHusker, D.Prisson
Nagelaten BibliothekenJuice Leskinen
Bezig met laden...

Meld je aan bij LibraryThing om erachter te komen of je dit boek goed zult vinden.

Op dit moment geen Discussie gesprekken over dit boek.

» Zie ook 46 vermeldingen

Engels (18)  Nederlands (3)  Alle talen (21)
Toon 3 van 3
In de jaren negentig ontdekte ik de reisboeken van Theroux. Cynisch, maar ook wel weer oprecht belangstellend. Niet een doorsnee reiziger, maar wel erg bereisd. Dit dikke boek las ik in 1999. En toen ik ging op reis. Lang. Alleen een rugzak mee. En dan neem je dus niet een boek mee waar je al maar dan 500 bladzijden van gelezen hebt. Wel Oorlog en Vrede, daar heb je veel meer aan.

Zestien jaar later kwam dit boek dus pas weer uit de kast. En voor de zekerheid begon ik nog maar even vooraan. Leest wat logischer. Al op de vijfde bladzijde een mooie uitspraak die ook als motto had kunnen dienen. “Tourists don’t know where they’ve been, travellers don’t know where they’re going”.

Het ging niet goed met zijn huwelijk, Theroux mag in Australië en Nieuw Zeeland zijn boek promoten en gebruikt de aanleiding om meteen wat meer van het werelddeel te zien dat hij nog nauwelijks kent. En de wandelingen en boottochtjes in de twee verwesterde landen zijn nog niet zo bijzonder. Maar na noord Australië steekt hij over naar Nieuw Guinea. Het begin van een tocht waaraan geen einde lijkt te komen, een odyssee langs vele eilanden, vele culturen in een gebied dat zo veel groter is dan bijna iedereen doorheeft.

Theroux komt met zijn opvouwbare kano op plekken waar ze nog nooit een blanke hebben gezien, volgens mij de droom van menig reisauteur. Hij komt andere reizigers tegen, yachties, mensen die jarenlang op boten rondzwerven, politici, die blij zijn iemand te spreken van zijn statuur. En lezers, vooral leuk als ze zijn naam herkennen, maar niet doorhebben dat hij de schrijver is die ze bewonderen. Aan het eind van zijn reis komt hij een reisauteur tegen, zelf ziet hij het toch anders. Waar de Amerikaan trots is gratis hotelovernachtingen te hebben geregeld, slaapt hij zelfs op Hawaii liever in zijn tentje dan in een van de luxe resorts.

Op veel plekken werd hij slechts voorgegaan door missionarissen, niet een onverdeeld genoegen. “This involved preaching against evil and nakedness, and solemnly convincing people that they were sinners, their bodies were shameful, and generally encouring the intense and rather joyous hypocrisy that you find among God-fearing people”.

Wie door de stille Zuidzee reist, komt onherroepelijk met (het werk van) Heyerdahl in aanraking. De ontdekkingsreiziger komt er niet zo goed van af. Mooi is om te zien dat Theroux, ook al is hij geen antropoloog, wel heel knap de verschillen tussen de culturen weet te beschrijven, maar ook de overeenkomsten tussen eilanden (en bijbehorende talen) die soms duizenden kilometers uit elkaar liggen. Ooit moeten de smalle kano’s hele volken hebben overgebracht, hoe anders is de taalovereenkomst te verklaren?

Bijzonder vond ik ook het moment dat Tolstoj refereert aan Anna Karenina, precies het boek dat ik op dat moment op mijn nachtkastje had liggen, waar ik de afgelopen vakantie ook al in begonnen was. Toeval bestaat niet, hoor je wel eens.

Theroux is de absolute top als het op reisboeken aankomt, slechts weinigen mogen zich met hem meten.

Citaat: “When the legionnaire goes back to France (and it might well be to revisit the wife and children he left behind) he takes his girlfriend’s teeth with him, so as to leave her less attractive to men.” (p.511)
  privaterevolution | Mar 4, 2024 |
Koen vander Meulen versie: .. nov 2013

De Gelukkig eilanden / Paul Theroux/ Uitgeverij Atlas/ Amsterdam Antwerpen/ ©1992/ ISBN 902 540 1937
Vertaling van The Happy Isles of Oceania/ Paul Theroux/ Hamish Hamilton/London/© 1992/ ISBN 024 113 1847

Na zijn scheiding reisde Paul Theroux eind 1980, 18 maanden rond in Oceanië met een demonteerbare kajak en een trekkerstentje. Hij wilde uitzoeken of de “Happy Isles” zoals ze in boeken van Melville, Bougainville en anderen en op de schilderijen van Gaugain werden afgeschilderd, wel zo “happy” geweest waren.
Met kajak en tent kwam hij op plaatsen waar weinig blanken komen. Hij is heel erg geïnteresseerd in de oorspronkelijke bewoners van de eilanden, en de manier waarop ze traditioneel geleefd en samengeleefd hebben. Hij had zich vooraf goed gedocumenteerd, en zorgde ervoor dat hij “local knowledge” uit eerste hand kreeg van ervaringsdeskundigen: vb. aan plaatselijke vissers vroeg hij hoe het met stromingen en weer en haaien of krokodillen zat, voor hij ging peddelen.
Het bleek niet zo rooskleurig: de oorspronkelijke samenlevingen waren gebaseerd op de eigen groep en op ruileconomie. Ze hebben geen goed antwoord gevonden op de gevolgen van kolonialisme en materialisme van een markteconomie: drankzucht, geweld en afwijzen van buitenstaanders, en vooral het verlies van hun gevoel voor eigenwaarde naarmate ze hun eigenheid verloren.
Theroux is een aandachtig luisteraar en ziet scherp. Hij weet zijn inzichten kernachtig en grappig, soms cynisch, te brengen. Maar door zijn wedervaren chronologisch te vertellen op 675 bladzijden in pocketformaat, gaat het overzicht verloren.
Zijn manier van vertellen komt een beetje afstandelijk over, ook wanneer hij het heeft over zijn eigen persoonlijke voorkeuren. Het genoegen en verwondering bij het zien van mooie landschappen en zeeschappen, meestal tijdens het peddelen met zijn kajak, en van fauna, flora en mensen, vermeldt hij bijna in de marge, behalve op het einde van het boek, in Hawaï. Komt dat omdat hij daar een nieuw lief vond? Gedeelde vreugde is dubbele vreugde.
In zijn gesprekken met David Lange op de Cook eilanden, ex premier van Nieuw Zeeland en ook gescheiden, definieert hij zichzelf als schrijver: “Het is de aard van de politicus om te praten; en die van de schrijver om te luisteren.” Omdat Lange goed “connected” was, goed geïnformeerd, intelligent en gedreven, gewoon om anderen al pratend te onderhouden en te overtuigen, heeft Theroux met zichtbaar genoegen, dagenlang actief naar hem geluisterd.
Volgende uittreksels zijn me bijzonder goed bevallen
Beschrijving van vogelaars:
p. 57 Zoeken naar Aboriginals in Australië leek een beetje op vogels kijken. Vogels zijn overal, maar alleen echte vogelaars zien ze duidelijk. Vogelkenners kunnen zich plotseling enigszins voorover buigen, dan verstarren ze en fluisteren ze : “Geelgevederde boelboel” , terwijl jij niets anders ziet dan ritselend gebladerte. Ik ging vastberaden op stap en ontwikkelde net als zij een zekere handigheid, en toen begon ik Aboriginals te ontdekken. Ze werden meestal gecamoufleerd door eucalyptusbomen of schaduwplekken. Ze zaten geregeld roerloos, meestal in de schaduw, vaak in stadsparken, bijna altijd onder bomen. Het waren er heel veel.
“Zo arm” beweerde men, “dat ze de verf van het hek likken.”
Misschien waren ze voor iedereen zichtbaar , maar al was dat zo, geen Australiër heeft er mij ooit één aangewezen. Ik begon te denken dat Aboriginals alleen zichtbaar waren voor mensen die naar hen op zoek waren. Ik maakte aantekeningen over Aboriginals die ik zag, net als een vogelaar.
Over de manier waarop in films vuistgevechten uitgebeeld worden:
p. 92 “Waarom duren die gevechten in films altijd zo lang? Je ziet van die kerels die elkaar tien minuten of een kwartier lang van katoen geven.” Hij dacht even na en zei toen: “Heb jij ooit gevochten?”
“Op de vuist? Nee,” zei ik.
“Ik heb heel vaak gevochten, en de beslissing viel steeds bij de eerste dreun. Bang, recht in hun gezicht, en dan is het voorbij. Nooit meer dan één dreun. Ik zal niet beweren dat ik zo’n harde ben -maar al de gevechten die ik heb gezien, waren met één dreun bezegeld. Waarom zit je zo te grijnzen?”
“Ik grijns bij de gedachte dat jij één van die scheerders een dreun in zijn gezicht geeft. “
“Dat heb ik nog niet zo lang geleden gedaan - een man die een opmerking over mijn vrouw maakte. Ik heb hem een dreun in zijn gezicht gegeven en dat was dat. Ik heb een probleem, zie je. Ik lijd aan de kwaal die bekend staat als een hele korte lont.”
Over “globeflotteurs” op hun zeiljachten:
p. 400 e.v. Sandy was mild, aardig, evenwichtig, en als veel zeilers ontspannen omdat ze op haar eigen boot was. Dat was ook het temperament van de zeezeilers. Je bracht jaren door in een beperkte ruimte onder alle mogelijke weersomstandigheden, en dat kon je aan, en dan ontwikkelde je een opgewekte, positieve visie, of je ging weer naar huis. Andy en Sandy zeiden de Tonganezen echt heel aardig te vinden, en net als de andere zeilers zeiden ze dat ze geen directe plannen hadden.
“In zekere zin kun je het beste hier zijn,” zei Sandy. “Ik bedoel, met die oorlog .[Desert Storm] Want als het ergste gebeurt, kunnen we ons immers gewoon hier vestigen en taro gaan verbouwen.”
Omdat ik iemand ben die ruimte nodig heeft, stond ik versteld dat zij in staat waren zo dicht op elkaar te leven; en de huwelijken en vriendschappen die dergelijke omstandigheden overleefden, leken buitengewoon hecht, men was onderling totaal op elkaar aangewezen.

Ik maakte een opmerking in die richting tegen Sandy, en ze zei: “Dat is de manier waarop ik wil leven.”
“Reizen van de ene hotelkamer naar de andere kan traumatisch zijn,” zei Andy “maar in deze boot kunnen we overal heen, en toch hebben we ons eigen bed, ons eigen eten.” Hij dacht even na. “Ons eigen toilet.”
Maar het betekende ook jarenlang op het water, jaren om van hier naar daar over te steken, lange perioden in afschuwelijke havens, altijd slapen in een nauwe kooi, vaak je hoofd stoten, een heel leven waarin de wereld elders was. Voor een dergelijk leven had je een metgezel nodig, iemand die handig en gezond en optimistisch was, en die niet zeeziek werd, en die bereid was haar of zijn eigen land op te geven; en dan ging je waarheen de wind je voerde.
Je moest in deze eilandhavens op een bepaalde manier leven. Zeilers konden niet te intens onder de lokale bevolking leven, dat zou hun einde betekenen. Daarom bleven ze waakzaam. Daarom praatten ze pas met me toen ik al meer dan een week in dat gebied was. Ze deinden op [voor?] de rede, en gingen van tijd tot tijd naar het stadje. Wat voor mensen hadden in de geschiedenis van de zeevaart, of in de geschiedenis van de ontdekkingsreizen, ooit een dergelijk leven geleid? Die lui gingen aan wal voor veroveringen, om het eiland op te eisen, en dan gingen ze weer weg; of ze bleven aan wal, werken als antropoloog, botanicus, evangelist, en hinderden de lokale bevolking met hun ondermijnende activiteiten.
De zeezeilers op [voor?] de rede waren het equivalent van een zigeunerkamp aan de rand van een stad, ze waren ietwat exotisch, en drongen van tijd tot tijd door in het leven van de plaats.
“De toeristen doen wat ze zelf willen -die dragen bikini’s- maar ze gaan na een paar dagen weer weg,” had één van de zeilers me verteld. “Wij moeten ons aan de voorschriften houden, want wij blijven.”
Ze moesten erkennen dat ze daar maanden of jaren konden leven wegens de gastvrijheid van de Tonganezen. Ze maakten geen misbruik van die gastvrijheid. Ze maakten geen rommel, ze droegen zedige kleding wanneer ze de stad in gingen, ze legden zich neer bij de Tonganese sabbat. Doordat de zeilers over het algemeen zo barmhartig over de Tonganizen spraken, dacht ik nog eens na over mijn eigen oordeel.
“Dat zei ik tegen Verne, dat ik me een beetje schuldig voelde omdat ik ze wantrouwde, en dat ik hier weinig gastvrijheid had aangetroffen. Of oordeelde ik te scherp over deze mensen?
“De mensen hier, ze zijn misschien niet vriendelijk, maar ze laten je met rust.” zei Verne, ”Het is een tweesnijdend zwaard.”

Inmiddels zat Verne te praten over de dag des oordeels, want daar had ik hem net naar gevraagd.
“Dat met de dag des oordeels komt algemeen voor onder zeezeilers,” zei Verne, “Daar praten ze altijd over: “De wereld gaat ten onder.”; “Vroeger was het een geweldig land.”; “Het is hier verschrikkelijk.”; “Het einde is nabij.” Dan kopen ze een boot en varen ze weg. En dan komen ze hier en dan praten ze daarover.”
Hij zweeg even, en toen keek hij op en staarde over de prachtige haven naar de groene wand van de Pangaimotu.
“Dit is een schitterend oord om bij elkaar te zitten en te praten over het einde van de wereld.”
Commentaar over Paul Gaugain:
p. 506 e.v.: En hij wist iets van de wereld buiten Frankrijk: hij had een deel van zijn kinderjaren in Peru doorgebracht (zijn moeder was een half-Peruaanse creoolse); hij was op zijn zeventiende naar zee gegaan en had zes jaar gevaren als gewoon matroos. Zijn huwelijk was ongelukkig, en niet hij had de beurs verlaten maar eerder omgekeerd, want hij was pas voltijds gaan schilderen toen de beurs failliet ging: in 1883 was er een krach geweest. Tegen die tijd was hij al geaccepteerd als één van de impressionisten.
Hij wees Europa af en probeerde het met Martinique in West Indië, en toen dat hem niet beviel, reisde hij naar Tahiti, omdat hij dat als het Cytherische eiland beschouwde. Het was het tegendeel daarvan: Papeete was een bourgeois oord, en verwesterd, vol verwarrend koloniaal snobisme en irritante bureaucraten, huichelachtige missionarissen en corrupte stedelingen; en de mensen waren in het algemeen even onsympathiek tegen hem als ze in de Franse metropool tegen een langharige impressionist zouden zijn geweest. Zijn haar was lang , tot op de schouders, en hij droeg een fluwelen cowboyhoed. Ze hadden een hekel aan hem vanwege zijn afstotende manieren en de wijze waarop hij zich kleedde.
… Hij verhuisde naar een dorp aan zee, en schilderde als een gek ...
In [ zijn boek] Noa-noa bejubelt hij het leven op het eiland en de schoonheid van de mensen, maar Noa-noa is geschreven door een man die erg graag zichzelf en anderen wilde overtuigen van het feit dat hij in het paradijs had gewoond. Het boek is volkomen strijdig met zijn brieven. De liefdesrelatie in Noa-noa berustte echter wel op waarheid, want Gaugain had in Tahiti zijn Fayaway ontmoet. Ze heette Tehaamana en ze was dertien jaar oud (“ dit was een leeftijd waartoe Gaugain zich zeer aangetrokken voelde bij vrouwen” zoals Gavan Daws, de historicus van de Pacific, opmerkte); en Gaugain heeft haar telkens en telkens weer geschilderd, totdat zij de belichaming van zijn Zuidzee-fantasie werd. [ Ik vermoed dat Gaugain enkel met maagden naar bed wou uit schrik voor venerische ziekten. Het “huwelijk” van de dekofficier met madame Butterfly ( Pucinni) in afwachting van het draaien van de moesson, gaat over de emotionele ramp die dat veroorzaakt omdat zij wel echt van hem hield. Gaugain stierf aan syfilis. En wie weet hoeveel vrouwen die hij had besmet.]

Je zoekt op een schilderij van Gaugain tevergeefs naar iets wat lijkt op de bijzonderheden van het koloniale leven dat hij vrijwel dagelijks in Tahiti moet hebben gezien: geen schepen, geen zeelui, geen handelaars, geen ambtenaren, noch ook hun vrouwen en kinderen; geen wegen of wagens, geen machines; geen boeken of lampen of schoenen; totaal geen farini’s [buitenlanders]- terwijl het ook daar stikte van de blanken, en niet alleen van blanken, maar ook van Chinezen. De eilanden hadden zestig jaar koloniale overheersing achter de rug, en toch is Polynesië op de schilderijen van Gaugain – in het welriekende visioen dat hij voor zichzelf had geschapen – nog steeds ongerept. De enige aanwijzing van buitenlandse invloeden die wij zien is het ledikant dat op verscheidene schilderijen voorkomt. De Tahitianen sliepen op matten, niet in bedden.
In 1901 kwam hij op Hiva Oa [op de Marquesas] aan, en nog geen twee jaar later is hij daar gestorven, na in totaal tien jaar te hebben doorgebracht in Polynesië; twee langdurige bezoeken, tijdens dewelke hij tal van kinderen heeft verwekt tussen het schilderen van meesterwerken door.

Gaugain werd gekweld door een slechte gezondheid; hij dronk, hij gebruikte verdovende middelen, hij had syfilis en leed onder stress en een gebroken been. ( )
  KoenvMeulen | Feb 6, 2017 |
Dit keer een niet met de trein op reis,maar met de kano, erg meeslepend, informatief en boeiend ( )
  Mireille4m | Mar 31, 2008 |
Toon 3 van 3
A sense of being beyond the reach of civilization comes when, in his intrepid kayak, off Easter Island and between the rock-battering surf and the Pacific, Theroux removes his headphones, ``hears the immense roar of waves and the screaming wind,'' and is terrified. A vast and contemplative book, seeing the ``Pacific as a universe, and the islands like stars in all that space.'' Informative not only for the voyager, but also for those wanting a new perspective on the Western continents of home. (Sorely lacking a map.)
toegevoegd door John_Vaughan | bewerkKirkus (Jul 21, 1992)
 
The grand tour of Oceania ends with Mr. Theroux describing travel writing as "a horrid preoccupation that I practiced only with my left hand." He then proceeds to make the claim that "I was not sure what I did for a living or who I was, but I was absolutely sure I was not a travel writer." "The Happy Isles of Oceania," with its studiously cynical vision of paradise lost, should make excellent reading for those people who don't want to travel or don't like to travel. It will reassure them that it is best to stay at home and not think too much about how else they might lead their lives. Paul Theroux has long since mastered the craft of writing, but, after finishing this book, I found myself wondering if he will ever master the fine art of travel.
toegevoegd door John_Vaughan | bewerkNY Times, Eric Hansen (Jul 19, 1992)
 
One journalist has cast doubt on Theroux’s account of his dinner with Dame Cath because he had neither tape recorder nor notebook at hand. However, speaking as one of his victims, I have news on that score. I ran into Paul Theroux in Port Moresby in 1991 and spent a few hours with him in shops looking at carvings, which I was there researching at the time. We chatted for over an hour, said our good-byes, and I thought no more of it.

What an bracing little shock then to find myself in this book. I have a different name and the place of our encounter has been changed, but Theroux has managed to record with uncanny accuracy what I told him. I imagine he holds conversations long enough in his memory to write them down as soon as he is alone. My page in The Happy Isles leaves me both astonished and mildly embarrassed. Did I say that those villagers on one occasion I recounted to him “almost shat in their pants”? Well, uh, I did. People who loose their tongues in the presence of writers have no right to complain.

toegevoegd door SnootyBaronet | bewerkThe Press, Denis Dutton
 

» Andere auteurs toevoegen (1 mogelijk)

AuteursnaamRolType auteurWerk?Status
Paul Therouxprimaire auteuralle editiesberekend
Davids, TinkeVertalerSecundaire auteursommige editiesbevestigd
Je moet ingelogd zijn om Algemene Kennis te mogen bewerken.
Voor meer hulp zie de helppagina Algemene Kennis .
Gangbare titel
Oorspronkelijke titel
Alternatieve titels
Oorspronkelijk jaar van uitgave
Mensen/Personages
Belangrijke plaatsen
Belangrijke gebeurtenissen
Verwante films
Motto
God bless the thoughtful islands
Where warrants never come;
God bless the just Republics
That give a man a home...

Rudyard Kipling, The Broken Men
Come, my friends,
'Tis not too late to seek a newer world.
Push off, and sitting well in order smite
The sounding furrows; for my purpose holds
To sail beyond the sunset, and the baths
Of all the western stars, until I die.
It may be that the gulfs will wash us down;
It may be we shall touch the Happy Isles...

Tennyson, Ulysses
Opdracht
Voor Mee Ling Loo en Sheila Donnelly
Eerste woorden
Er was in de Engelse taal geen goed woord voor dit hopeloze afscheid.
Citaten
Laatste woorden
Informatie afkomstig uit de Engelse Algemene Kennis. Bewerk om naar jouw taal over te brengen.
Ontwarringsbericht
Uitgevers redacteuren
Auteur van flaptekst/aanprijzing
Oorspronkelijke taal
Gangbare DDC/MDS
Canonieke LCC
Biography & Autobiography. Travel. Nonfiction. HTML:The author of The Great Railway Bazaar explores the South Pacific by kayak: "This exhilarating epic ranks with [his] best travel books" (Publishers Weekly).

In one of his most exotic and adventuresome journeys, travel writer Paul Theroux embarks on an eighteen-month tour of the South Pacific, exploring fifty-one islands by collapsible kayak. Beginning in New Zealand's rain forests and ultimately coming to shore thousands of miles away in Hawaii, Theroux paddles alone over isolated atolls, through dirty harbors and shark-filled waters, and along treacherous coastlines.

Along the way, Theroux meets the king of Tonga, encounters street gangs in Auckland, and investigates a cargo cult in Vanuatu. From Australia to Tahiti, Fiji, Easter Island, and beyond, this exhilarating tropical epic is full of disarming observations and high adventure.

Geen bibliotheekbeschrijvingen gevonden.

Boekbeschrijving
Haiku samenvatting

Actuele discussies

Geen

Populaire omslagen

Snelkoppelingen

Waardering

Gemiddelde: (3.72)
0.5
1 5
1.5 3
2 15
2.5 1
3 61
3.5 18
4 106
4.5 5
5 49

Ben jij dit?

Word een LibraryThing Auteur.

 

Over | Contact | LibraryThing.com | Privacy/Voorwaarden | Help/Veelgestelde vragen | Blog | Winkel | APIs | TinyCat | Nagelaten Bibliotheken | Vroege Recensenten | Algemene kennis | 207,035,359 boeken! | Bovenbalk: Altijd zichtbaar