Dit boek ben ik begonnen te lezen omdat ik erg heb genoten van When Women Were Dragons van dezelfde schrijfster. Eigenlijk is dit een zelfde soort verhaal als in dat boek. De mensen kunnen van vorm veranderen. Het wordt verteld door een naamloos meisje van 15 jaar. Zij wonen in een boerderij waarvan al het land is verkocht aan een grote firma die alleen maar graan verbouwen. Haar familie bestaat uit vader, moeder het meisje en haar 6 jarige broertje Michael. De moeder is een kunstenares die bekend staat om haar prachtig geweven wandtapijten. De vader wordt ziek en overlijdt als Michael nog een baby is. Aangezien de moeder geld moet verdienen door de verkoop van de wandtapijten, doet het meisje het grootste gedeelte van het huishouden. Als de moeder op een bepaald moment binnen komt lopen met een kraanvogel als vriend gaat het helemaal mis. Eerdere vriendjes van moeder verdwenen al snel maar deze kraanvogel blijft en haar moeder gaat steeds vreemder doen. Het meisje heeft ook het idee dat haar moeder mishandelt wordt. Om voor Michael te kunnen blijven zorgen moet het meisje drastische dingen doen. ( )