Venetië, 1542. Gezeten aan het sterfbed van zijn meester, kardinaal Girolamo Aleandro, vindt Jan Hovius een manuscript. Aleandro blijkt zijn leven, zijn omzwervingen en ontmoetingen met tijdgenoten op papier te hebben vastgelegd. Zijn ontembare reislust liet hem heel Europa doortrekken, waarbij hij de Sorbonne en de illustere bibliotheek van het Vaticaan aandoet en de degens kruist met Maarten Luther. Het meest opmerkelijk is zijn vriendschap met Erasmus, de verlichte Nederlandse filosoof met wie de kardinaal opmerkelijke gedachten uitwisselt.
In deze tijd van toenemende oecumene is het opmerkelijk als, zoals door de verteller in deze historische roman, onverbloemd de leerstellingen van Luther worden aangevallen. Hoofdpersoon is de historische figuur van een kardinaal, Girolamo Aleandro (1480-1542). In zijn jeugd werkte hij nauw samen met de beroemde Erasmus tijdens hun verblijf bij de drukker Manuzio in Venetie. Opmerkelijk is de homofiele verhouding die Erasmus wordt toegedicht ten opzichte van de jonge Girolamo. Hij is korte tijd rector van de Parijse universiteit de Sorbonne en wordt uiteindelijk door paus Clemens VII belast met de taak Luther te bestrijden en Erasmus aan de kant van de kerk te houden. Hij is aanwezig bij de keuze van Karel V tot keizer en bij de zittingen van de rijksdag tegen Luther. Uitvoerig komen zijn felle standpunten over Luthers stellingen aan de orde. Alle personen en teksten zijn gebaseerd op de wetenschappelijk bekende bronnen. Alles wordt verantwoord in een nawoord. Voor liefhebbers van dit onderwerp een zeer boeiende historische roman.