![](https://image.librarything.com/pics/fugue21/magnifier-left.png)
![Godenslaap door Erwin Mortier](https://pics.cdn.librarything.com/picsizes/07/8a/078a55e1ca08de65931502b5451433041414141_v5.jpg)
Klik op een omslag om naar Google Boeken te gaan.
Bezig met laden... Godenslaap (2008)door Erwin Mortier
Informatie over het werkGodenslaap roman door Erwin Mortier (2008)
![]() Geen Bezig met laden...
![]() Meld je aan bij LibraryThing om erachter te komen of je dit boek goed zult vinden. Op dit moment geen Discussie gesprekken over dit boek. Juist het taalgebruik waar zoveel mensen lyrisch over zijn viel mij erg tegen. Als je iets beeldend kunt beschrijven is dat mooi, maar in het geval van Mortier wist ik echt regelmatig niet wat hij nu precies wilde zeggen. Mooie taal om het mooi alleen kan mij niet boeien; taal is naast kunst toch altijd bedoeld om informatie over te brengen. De karakterschetsen van de personages en de beschrijving van de tijdgeest vond ik wel raak. Dit boek staat vol prachtige zinnen, beelden en metaforen. Te vol volgens mijn smaak. Anderen vinden het waarschijnlijk schitterend, maar ik houd meer van schrijvers die erin slagen met minder woorden meer te zeggen. De eerste pagina’s kon ik Mortiers schrijfstijl nog appreciëren, maar na een tijdje vond ik het allemaal zo geforceerd. Als ik de grote witruimtes zag die hij tussen de tekstgedeelten laat, kreeg ik het gevoel dat de auteur daar telkens een bewonderend applaus van de lezer verwacht: “Kijk eens hoe mooi ik dit weer heb gezegd!” Ik heb het boek helemaal uitgezeten maar aan de staande ovatie die dit boek volgens sommigen verdient kan ik echt niet meedoen. geen besprekingen | voeg een bespreking toe
De stokoude Helena blikt terug op haar jeugd ten tijde van de Eerste Wereldoorlog. Een gruwelijke, maar voor haar ook erg belangrijke periode, waarin ze volwassen werd en haar grote liefde ontmoette. Nu vult Helena haar dagen met het neerschrijven van haar herinneringen aan die bewogen tijd in lijvige volumes, die ze echter nooit herleest. Geen bibliotheekbeschrijvingen gevonden. |
Actuele discussiesGeenPopulaire omslagen
![]() GenresDewey Decimale Classificatie (DDC)839.3137Literature German and related languages Other Germanic literatures Netherlandish literatures Dutch Dutch fiction 21st CenturyLC-classificatieWaarderingGemiddelde:![]()
Ben jij dit?Word een LibraryThing Auteur. |
De grote originaliteit van dit boek is dat het de Eerste Wereldoorlog evoceert op een heel onrechtstreekse manier: in flarden van herinneringen van een nu hoogbejaarde dame, Helène Dumont, die terugblikt op haar leven, en die de grote wereldbrand vanop de zijlijn meemaakte, in het geboortehuis van haar moeder in Noord-Frankrijk, alleen op gehoorafstand van het front. Geen dramatische, gruwelijke, smartelijke loopgraventaferelen hier (al komt het er soms erg dicht bij), maar ordelijke rijen oprukkende of wanordelijk terugtrekkende soldaten, Noord-Franse dorpjes die plots opgeschrikt worden door verkeerd gemikte mortieren, militairen met verlof naakt op het strand en joelend als bevriende schepen hun lading bommen boven hun hoofden naar de vijand schieten, enz. Voor wie zijn portie loopgravenmiserie vroeger al tot zich nam: Mortier’s aanpak is daarom niet minder gruwelijk en expressief.
Maar vergis u niet: “Godenslaap” is niet zozeer een Eerste Wereldoorlog-roman! Meer nog dan de krijgsbrand staat de moeilijke relatie tussen een vrijgevochten dochter en een stugge moeder centraal; in dit geval is de dochter de vertellende instantie, Helène dus, en krijgen we een erg subjectief en redelijk ongeordend verhaal te horen. Zowel dochter als moeder zijn de dragende karakters van deze roman en Mortier laat de complexiteit van beiden, en vooral de complexiteit van hun relatie erg goed tot hun recht komen. Iets minder is dat met de andere, omringende figuren: de vader, de broer, de minnaar-later echtgenoot, zij blijven nogal eendimensioneel, en geregeld ook erg karikaturaal.
Maar, ten tweede male, vergis u niet: “Godenslaap” biedt amper een echt verhaal, niet over de eerste wereldoorlog, en ook niet over de moeilijke moeder-dochter-relatie. Wie leest met het oog op elementen van een verhaallijn, zal vergeefs zoeken en zal zich zelfs ergeren aan de incoherentie of het ontbreken van die elementen. Vooral in de eerste 150 bladzijden wordt het geduld van de lezer op de proef gesteld, zwalpend tussen heden en verleden, tussen de hoogbejaarde Helène die zich laat verzorgen door haar Marokkaanse meid en ondertussen herinneringen ophaalt, en de jonge Helène die thuis haar plaats niet vindt en dat ontlaadt in schriftjes vol barokke schrijfsels.
En zo komen we onvermijdelijk bij de taal van dit boek, de stijl. Ik ken geen andere Nederlandstalige roman met zo’n creatief-beeldende, soms erg poëticale taal. Alleen een klein voorbeeld kan dit illustreren, wanneer Helène beschrijft hoe ze als meisje onder de indruk was toen ze de paardenstal van haar moeders’ boerderij binnenliep:
“Niets kon me toen ik nog heel klein was zozeer van sublieme angst vervullen als de eeuwige duisternis daarbinnen, waar je geregeld kettingen hoorde rammelen, iets wat ademende of snoof en met zware poten op de bakstenen bevloering stampte. En er was altijd dat moment van ademloze verbazing, van verwachting en schrik, wanneer de knechten de stallen betraden en wat later naar buiten kwamen met aan de teugels paarden die niet zozeer paarden leken, als wel locomotieven van spieren en manen, en een wonderlijk gevoelige huid die voortdurend van zenuwtrekken doorschoten werd. Immense machinale dieren waren het, Trojaanse gevaarten waarvan de neusgaten op koude ochtenden wolken damp uitstootten. Naast hen leek het ros dat onze koets trok een frêle ballerina. Het beest begon te snuiven en zette vaart nu de bestemming vlakbij was. De knecht floot, achter de muur sloegen de honden aan. De poort ging voor ons open.” (167)
Dit is literair gewoon perfect. En het boek staat vol met dergelijke passages. Maar af en toe werkt het ook beklemmend, stapelt Mortier de taalkundige superlatieven iets de nadrukkelijk op elkaar, zodat het pijnlijk wordt, acrobatiek die omslaat in woordenkramerij en puur maniërisme.
Nog een belangrijk aspect van de taal is het proustiaanse karakter van de herinneringen van Helène: Mortier laat haar voluit gaan, in volzinnen die soms een halve pagina beslaan en waarvan het bepalende werkwoord pas helemaal op het einde ten tonele verschijnt. Die stijl is functioneel, want Helène wil zich bewust afzetten van de gereserveerde, zuinige zinnen van haar burgerlijke moeder. En ze is ook functioneel omdat Helène zich bewust is van het tekort schieten van de taal om de werkelijkheid onder woorden te brengen. Geregeld haalt ze dat aan, hoe de woorden maar heel gebrekkig werkelijkheidservaringen tot uitdrukking kunnen brengen en hoe die dan alleen met veel omhaal van woorden, in een omcirkelende beweging toch een indruk van die ervaringen kunnen weergeven. Mortier boort hier een metafilosofische laag aan die heel nadrukkelijk aanwezig is, en volgens mij tot de kern van deze roman behoort. En het gaat niet alleen om de relatie tussen taal en werkelijkheid: het gaat ook om het leven grijpen, om mensen die je nabij zijn echt te vatten en met hen te connecteren, om het verleden weer tot leven te brengen, … in al de pogingen die Helène dit hele boek door waagt om dit tot stand te brengen, merkt ze dat ze tekort schiet, dat het gewoon niet kan en dat dit wezenlijk tot de tragiek van de menselijke conditie behoort.
Godenslaap is geen gemakkelijke lectuur, het is eigenlijk een weerbarstige roman, die zich moeilijk laat plaatsen en duiden. In die zin weerspiegelt het mooi het wisselvallige, onbetrouwbare, erg subjectieve karakter van een oud iemand die terugblikt en daarbij heden en verleden moeilijk uit elkaar kan houden, intense subjectieve gevoelens doet clashen met zogenaamd ‘naakte’ historische gebeurtenissen, en die zelfs nauwelijks lijn in haar verhaal kan steken. Ik weet zeker dat ik dit boek nog vaak ter hand ga nemen, willekeurig een pagina zal openslaan en met intens genot zal proeven van de talige godendrank die Mortier ons heeft aangereikt. Vooruit dan maar, vier sterren. (