Een rugzak met daarin een kaart met de afbeelding van een gebouw, een sleuteltje van een kluis, een rolletje bankbiljetten en een mobiele telefoon: dat is alles wat een jongen die op een verlaten grasvlakte wakker wordt bezit. Wie is hij? Waar is hij? Wat is er gebeurd? Hij is zijn geheugen kwijt en het kost hem heel wat moeite om te achterhalen wie hij is.

Toen hij zijn ogen opende wist hij niet meer wie hij was of waar hij terecht gekomen was. Wanneer hij een rugzak vindt met een gsm hoort hij tot zijn verbijstering zijn eigen stem die hem waarschuwt om geen politie te bellen.