Afbeelding van de auteur.

Joseph Butler (1692–1752)

Auteur van The Analogy of Religion

26+ Werken 396 Leden 5 Besprekingen

Over de Auteur

Born at Wautage, Berkshire, England, of a Presbyterian family, Joseph Butler converted to the Church of England sometime before entering Oriel College, Oxford University. He was ordained a priest in 1718, later serving as Bishop of Bristol and then as Bishop of Durham. Butler's contributions to toon meer philosophy lie in his moral philosophy and moral psychology, set forth in his Sermons (1726) and in his natural theology, expressed in The Analogy of Religion (1736). Butler presented his moral philosophy in a religious context. Yet, his moral philosophy seeks to find a foundation for morality not in the divine will but in human nature, in the interplay of self-love and benevolence, and in reflection or conscience-a faculty superior to particular affections. In moral philosophy Butler is well known for his acute criticisms of the psychological egoism of Hobbes and Mandeville and in natural theology for his defense of revealed religion against the English deists. In an appendix to the Analogy, he presented an influential critique of John Locke's theory of personal identity. Butler died in 1752. (Bowker Author Biography) toon minder

Reeksen

Werken van Joseph Butler

The Analogy of Religion (1736) 134 exemplaren
Five Sermons (1950) 125 exemplaren
The whole works of Joseph Butler (2000) 27 exemplaren
The Works of Bishop Butler (2006) 5 exemplaren
Human Nature and Other Sermons (2011) 2 exemplaren
Sermons (2013) 1 exemplaar

Gerelateerde werken

Eighteenth-Century English Literature (1969) — Auteur — 186 exemplaren
Western Philosophy: An Anthology (1996) — Auteur, sommige edities184 exemplaren
British Moralists 1650-1800, Vol. 1 Hobbes-Gay (1969) — Medewerker — 20 exemplaren

Tagged

Algemene kennis

Leden

Discussies

Joseph Butler in Philosophy and Theory (maart 2008)

Besprekingen

“There are two ways in which the subject of morals may be treated. One begins from inquiring into the abstract relation of things; the other from a matter of fact, namely, what the particular nature of man is…..’

Dat Joseph Butler, denker en anglicaans bisschop, stevig verankerd in de Britse, empirisch traditie, voor de tweede optie kiest, is geen verrassing. Geen hoogdravende abstracties, maar niets dan feiten als basis voor een ‘moral philosophy of man’. Toch is zijn betoog in eerste instantie niet tegen de rationalistische denkers gericht, maar tegen iemand uit zijn eigen school van filosoferen, namelijk Thomas Hobbes. Die had een mechanistisch wereldbeeld geponeerd, waarin het handelen van mensen wordt gedreven door positieve en negatieve prikkels (verlangens en afkeren) en niet door één of andere ethische motivatie. De begrippen goed en kwaad zijn conventies, en eigenbelang is de enige, echte drijfveer van menselijk gedrag. Aldus Hobbes.

Butler wil de ethiek redden, zonder een beroep te doen op een extern gezag (de christelijke openbaring bijvoorbeeld). Door een beschrijving te geven van hoe wij in elkaar zitten (human nature) en wat onze daden motiveert, probeert hij te laten zien dat ethisch handelen de essentie is van wie wij zijn. Zoals een oog gemaakt is om te zien, zo is onze geest gemaakt om goed en kwaad te onderscheiden en zich te plooien naar de geboden van ons geweten. Moreel handelen is niets anders dan handelen volgens onze natuur, en immoreel handelen derhalve onnatuurlijk. Of hij daarin slaagt is discutabel, maar onderweg is veel moois en zinnigs te rapen. Een paar hoogtepunten:

-Zijn aanval op het hedonisme en iedere vorm van psychologie die het menselijk gedrag probeert te reduceren tot een simpele motivatie als het verlangen naar genot of het eigen geluk. Genot of geluk is niet het doel van onze verlangens en behoeften, zegt Butler, maar kan het resultaat zijn van de bevrediging ervan. De verlangens zelf zijn gericht op buiten ons liggende doelen (external objects). Als dat niet zo was, dan zou bijvoorbeeld een glas wijn moeiteloos kunnen worden vervangen door iets anders wat ons plezier geeft (een boek, een film: vul maar in). Maar nee, het is de wijn die we willen en de wijn alleen.

-Het begrip ‘conscience’. Ons gedrag wordt, net als dat van de dieren, gedreven door vele verschillende impulsen: verlangens, afkeren, instincten etcetera. Maar in tegenstelling tot dieren oordelen wij ook over onze eigen daden en keuren ze goed of af. Dat gebeurt door ons geweten, dat de eigenlijke generator is van moreel handelen, en niet van buiten af opgelegde wetten of de angst voor straf. ‘Every man is a law to himself’, schrijft Butler. Het geweten is onze interne wetgever maar ook het motief tot gehoorzaamheid daaraan. Het heeft, met andere woorden zowel kracht als gezag (power and authority). Het zegt ons wat goed is en motiveert ons tegelijkertijd om dat te doen. Het kwaad daarentegen (of ‘vice’) is geen drijvende kracht, maar komt voort uit ongecontroleerde verlangens die wij ten koste van alles willen bevredigen. In zijn eigen woorden: “there is no such thing as love of injustice, oppression, treachery, ingratitude, but only eager desires after such and such external goods, which, according to a very ancient observation, the most abandoned would choose to obtain by innocent means if they were as easy and effectual to their end .’

-De zogenaamde ‘paradox of egoism’. Butler komt met de interessante bemerking dat zelfs als het belangrijkste doel in het leven ons eigen geluk is, daaruit niet volgt dat we ons altijd, of zelfs maar normaal gesproken, moeten concentreren op onze eigen belangen en hij komt na een aantal rake psychologische observaties tot de conclusie: “how much soever a paradox it may appear, it is certainly true that even from self-love we should endeavor to get over all inordinate regard to and consideration of ourselves.’ En verder: ‘Happiness or satisfaction consists only in the enjoyment of those objects which are by nature suited to our several particular appetites, passions and affections. So that if self-love wholly engrosses us, and leaves no room for any other principle, there can be absolutely no such thing at all as happiness, or enjoyment of any kind whatever, since happiness consists in the gratification of particular passions, which supposes the having of them.’

Het is even wennen aan het meanderende, achttiende eeuwse proza, maar daarvoor krijg je ook iets terug. Boeiende overpeinzingen over psychologie en ethiek, waarin de kiemen van wat Hume en Kant later over hetzelfde onderwerp op papier hebben gezet al liggen besloten.
… (meer)
 
Gemarkeerd
BartGr. | 1 andere bespreking | Mar 20, 2008 |

Misschien vindt je deze ook leuk

Gerelateerde auteurs

Statistieken

Werken
26
Ook door
3
Leden
396
Populariteit
#61,231
Waardering
3.8
Besprekingen
5
ISBNs
48
Talen
2

Tabellen & Grafieken