Johan Daisne (1912–1978)
Auteur van De trein der traagheid
Over de Auteur
Werken van Johan Daisne
Dossier nr. 20174 15 exemplaren
Schimmen om een schemerlamp 14 exemplaren
De vierde engel 11 exemplaren
Grüsz Gott : Een idylle uit Carinthië 10 exemplaren
De neusvleugel der muze 9 exemplaren
De Hollandse reis : Neder-Land richt zich op ... : een reportage en een poëtisch tijdsbeeld van herrijzend Nederland (1972) 7 exemplaren
Twee schelpen en wat gruis 5 exemplaren
Charaban 5 exemplaren
Ik heb u alles gegeven 4 exemplaren
De wedloop der jeugd 4 exemplaren
Gojim 4 exemplaren
Zes domino's voor vrouwen 4 exemplaren
De engelse groetenis 3 exemplaren
Véva 3 exemplaren
De man die zijn haar kort liet knippen 3 exemplaren
Fringilla een nieuwe (achtste) bundel filmatiek 3 exemplaren
Met een inktvlek geboren 3 exemplaren
De nacht komt gauw genoeg 2 exemplaren
Het Geluk 2 exemplaren
Ikonakind 2 exemplaren
Veritza - Een kerstverhaal 2 exemplaren
de boot 1 exemplaar
goudvis 1 exemplaar
Met dertien aan tafel 1 exemplaar
In het teken van Esmoreit 1 exemplaar
Reisebilder uit bezet Duitsland 1 exemplaar
Aurora 1 exemplaar
Boek en pij 1 exemplaar
De heilsgeliefde 1 exemplaar
Russische namen in het Nederlands : spelling en uitspraak : kleine handleiding met woordenlijst 1 exemplaar
De dood op de motorfiets 1 exemplaar
Herbergzaam 1 exemplaar
Pavane 1 exemplaar
Het kruid-aan-de-balk : een bussel gedichten 1 exemplaar
Lantarenmuziek 1 exemplaar
Filmatiek; of, De film als levenskunst 1 exemplaar
Feest van de film 1 exemplaar
Zuster Charon 1 exemplaar
Veva, Dieter, de geboorte 1 exemplaar
Drie-Hoog-Voor 1 exemplaar
Gerelateerde werken
The Dedalus Book of Flemish Fantasy (Dedalus European Literary Fantasy Antholgies) (2011) — Medewerker — 27 exemplaren
Facetten der Nederlandse poëzie. Van Martinus Nijhoff tot Herwig Hensen (1954) — Medewerker — 5 exemplaren
Tagged
Algemene kennis
- Gangbare naam
- Daisne, Johan
- Officiële naam
- Thiery, Hermanus
- Pseudoniemen en naamsvarianten
- Daisne, Johan
- Geboortedatum
- 1912-09-02
- Overlijdensdatum
- 1978-08-09
- Graflocatie
- gecremeerd
- Geslacht
- male
- Nationaliteit
- België
- Geboorteplaats
- Gent, Oost-Vlaanderen, België
- Plaats van overlijden
- Gent, Oost-Vlaanderen, België
- Woonplaatsen
- Gent, Oost-Vlaanderen, België
- Opleiding
- Koninklijk Atheneum
Ghent University (Doctorate, Economics, Slavic languages, 1936) - Beroepen
- bibliothecaris
dichter
auteur - Relaties
- Thiery, Leo Michel (vader)
Leden
Besprekingen
Lijsten
Prijzen
Misschien vindt je deze ook leuk
Gerelateerde auteurs
Statistieken
- Werken
- 74
- Ook door
- 6
- Leden
- 716
- Populariteit
- #35,436
- Waardering
- 3.4
- Besprekingen
- 16
- ISBNs
- 38
- Talen
- 5
- Favoriet
- 3
Ik wist dus tot voor kort wel dat Johan Daisne (ofte Herman Thiery, zoals hij in werkelijkheid heette) beschouwd werd als de vader van het magisch realisme in de Nederlandstalige literatuur (Massimo Bontempelli gaf de stroming in 1937 internationaal haar naam), maar had noch zijn debuut in het genre, De trap van steen en wolken (1942), noch De man die zijn haar kort liet knippen (1947), noch De trein der traagheid (1950) gelezen. Nu daar verandering in gekomen is, toch wat dat laatste boek betreft, kan ik meteen ook zeggen dat ik enigszins teleurgesteld ben. Okee, het verhaal in De trein der traagheid mag dan beantwoorden aan Johan Daisne’s eigen theorie over het magisch realisme, “een verweving van werkelijkheid en droom, met daarin verwerkt een mysterieuze bovenzinnelijke dimensie die zich verschuilt achter de werkelijkheid” (dixit Wikipedia), maar wie wel wat méér in het genre gelezen heeft, kan van De trein der traagheid nog nauwelijks opkijken. Ik ga niet met het magisch realisme breken, zoals Daisne brak met het communisme toen hij er in 1948 uiteindelijk achterkwam dat het “dogmatisch en autoritair optrad”, maar durf wél zeggen dat er boeken in dit genre geschreven zijn, al dan niet als “magisch realisme” geklasseerd, die véél beter zijn en dat Daisne voor De trein der traagheid mogelijk zelfs leentjebuur heeft gespeeld bij collega’s.
Op de achterflap van de bij Het Laatste Nieuws uitgegeven versie wordt hij dan wel aangeduid als de “Vlaamse Dostojewski”, eveneens met aanhalingstekens weliswaar, maar Dostojewski is volgens mij nooit gaan afkijken bij C.S. Lewis, wiens uit 1946 daterende De grote scheiding op meer dan één manier als inspiratie lijkt gediend te hebben voor Daisne. Iets wat niet alleen mij opviel, overigens, maar ook mijn vriendin, die toen ik haar de synopsis gaf van De trein der traagheid, onmiddellijk moest denken aan De grote scheiding. Ik vind nergens op het internet een verwijzing naar een mogelijke literaire ‘verwantschap’ tussen Lewis en Daisne en Lewis’ werken worden doorgaans niet tot het magisch realisme maar eerder tot het met het magisch realisme verwante “fabulism” gerekend, maar bij wie De trein der traagheid gelezen heeft, moeten er toch belletjes gaan rinkelen als hij datgene leest wat op de achterflap van de in 2002 bij Uitgeverij Kok https://www.kokboekencentrum.nl/ verschenen versie van De grote scheiding staat: “De grote scheiding – volgens velen Lewis’ mooiste boek – is een allegorie. De hellebewoners maken per bus een uitstapje naar de hemel, maar niemand van hen wil er blijven. Hemel en hel passen niet bij elkaar, zomin als goed en kwaad. Tussen beide bestaat een absolute scheiding.”
Met dat verschil dat C.S. Lewis een minder hoge dunk van zichzelf had dan Daisne of dat op z’n minst niet liet blijken in zijn boeken. Daisne’s spitsbroeder in het Nederlandstalige magisch realisme Hubert Lampo https://www.hubertlampogenootschap.org/nl/index.htm, van wie ik vorig jaar De vingerafdrukken van Brahma https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2022/02/de-vingerafdrukken-van-brahma-h... besprak, was uiteraard nog een graadje erger, maar als Daisne zijn anonieme hoofdpersonage laat zeggen “Bijster literair was ik overigens die middag niet geweest”, dan zou je willen dat Daisne dat zelf een bladzijde eerder óók wat minder was geweest: “Ik had dus niet in koffiehuizen noch onverschillig waar elders gezeten – dat had me dit keer beledigend tegenover de lente en misschien ook tegenover iets anders geleken – maar gewandeld en notities bij mijn lectuur gemaakt. Daaruit had ik dan toch een zekere zedelijke voldoening geput, die me op een – ik kan als werkbeest eigenlijk niet zeggen: ontwende manier, maar van het standpunt der deugzaamheid uit was dat wel zo – raadselachtigerwijs een klein maar gunstig voorteken had toegeschenen.” Da’s behalve een zin met een taalfout (“deugzaamheid” in plaats van “deugdzaamheid”) en een houterige, geen hout snijdende constructie, ook geen magisch realisme, da’s blablaïsme. Net zoals dit: “Om dat enigermate op te heffen, kwam ik dit keer op de inval, het begrip ‘inchoatief’ gewoon voor te stellen als het omgekeerde van een bekend verschijnsel uit de natuurkunde: de inertie. Gelijk, luidens de wet der traagheid, een beweging de neiging vertoont om nog heel even voort te duren, ook wanneer, laten we zeggen, de motor werd afgezet, aldus, volgens het psychische automatisme, vertoont een handeling de neiging om reeds te beginnen nog voordat we ze metterdaad uitvoeren.”
Ik ga daar niet nog een citaat aan toevoegen, twee is meer dan genoeg, maar dat belet niet dat Daisne op een zeker moment zijn paarden nauwelijks nog lijkt te kunnen inhouden tot het voorspel in de trein afgelopen is. “Het snijdende was weg uit mij: alleen de frisse, bevleugelde stemming bleef over, met een kleine wonde misschien, maar die aangenaam stak: de prikkeling van het ‘avontuur’, in de veilige aanwezigheid van zulk een vaderlijk reisgezel”, luidt het op pagina 26 (let trouwens op de dubbele dubbelpunt in die zin), terwijl het op pagina 35, een keer de trein tot stilstand is gekomen, klinkt als: “Het leek me of het Avontuur was begonnen. Het lokte me, zoals dat iemand die zich een beetje auteur waant, past; ik verwachtte dat de voortzetting ervan thans buiten de trein was te vinden.”
Twee keer het begin van een avontuur op een paar bladzijden tijd, faut le faire, maar dat deed me dan weer denken aan een van de in Kerstmis te Saloniki en andere verhalen https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2022/01/kerstmis-te-saloniki-en-andere-... gebundelde kortverhalen van André Demedts, Avontuur onderweg. Die heeft namelijk voor de trektocht die zijn personage onderneemt van de autosnelweg naar de lichtjes in de verte mogelijk op zijn beurt leentjebuur gespeeld bij Daisne. “En bij dat lichtje gekomen, lijkt hij in een soort alternatieve, niet onmogelijke werkelijkheid terecht te komen, zonder de onrust te voelen die daarmee ‘normaal’ zou gepaard gaan”, schreef ik in mijn bespreking van dat boek, zoals ik dat ook zou kunnen doen bij mijn bespreking van De trein der traagheid, waar de verteller bij het bereiken van de lichtjes zegt: “Ik heb toen die deur opengeduwd, maar de hoogleraar, die zijn hoed afnam, en Val, de hongerige jeugd, laten voorgaan. Daarna betrad ikzelf de… doodgewone andere wereld.” Met dat verschil dat er in Avontuur onderweg véél minder lulkoek verkocht werd om het verhaal te stofferen.
De trein der traagheid had eigenlijk aan zijn eindbestemming mogen komen op ongeveer de helft van het aantal bladzijden dat Johan Daisne ervoor nodig had. Pakweg vijftig in plaats van de honderdenvijf die er uiteindelijk aan besteed zijn. De blabla er uit gooien, de overbodige uitleg schrappen, het verhaal een verhaal laten zijn, had dit boek nog steeds niet bijster origineel gemaakt, maar het had niet geërgerd waar het dat nu wél doet en het was nog steeds een ‘leuk’ verhaal in zijn genre geweest.
Dat gezegd zijnde: als u het ook ooit gratis kan te pakken krijgen, moet u het niet per se laten liggen, maar doe niet de moeite er achteraan te gaan.
Björn Roose… (meer)