Paul Davies (1) (1946–)
Auteur van The Mind of God : The Scientific Basis for a Rational World
Voor andere auteurs genaamd Paul Davies, zie de verduidelijkingspagina.
Paul Davies (1) via een alias veranderd in P. C. W. Davies.
Over de Auteur
Fotografie: Wikipedia author Markus Pössel (Mapos)
Werken van Paul Davies
Titels zijn toegeschreven aan P. C. W. Davies.
The Matter Myth: Dramatic Discoveries That Challenge Our Understanding of Physical Reality (1991) 379 exemplaren
Blauwdruk van de kosmos het scheppend vermogen van de natuur bij de ordening van het heelal (1987) 332 exemplaren
Are We Alone?: Philosophical Implications of the Discovery of Extraterrestrial Life (1995) 256 exemplaren
Over de rand van de oneindigheid; Verder dan zwarte gaten / naar het einde van het universum (1981) 167 exemplaren
Information and the Nature of Reality: From Physics to Metaphysics (2010) — Redacteur — 114 exemplaren
The Re-Emergence of Emergence: The Emergentist Hypothesis from Science to Religion (2006) — Redacteur — 41 exemplaren
'Hello, is there anybody out there? ... believing the universe is teeming with life' in ALR 6/7, August 2011 1 exemplaar
The Physics of Time Asymmetry 1 exemplaar
Gerelateerde werken
Titels zijn toegeschreven aan P. C. W. Davies.
Six Easy Pieces: Essentials of Physics Explained by Its Most Brilliant Teacher (1963) — Introductie, sommige edities — 3,861 exemplaren
Seeing Further: The Story of Science, Discovery, and the Genius of the Royal Society (2010) — Medewerker — 1,022 exemplaren
De komende vijftig jaar: 25 topwetenschappers over de ontwikkelingen in hun vakgebied (2002) — Medewerker — 385 exemplaren
The Future of God: Personal Adventures in Spirituality With Thirteen of Today's Eminent Thinkers (1996) — Medewerker — 25 exemplaren
The Guardian science course : Part I : The universe — Medewerker — 2 exemplaren
Tagged
Algemene kennis
- Gangbare naam
- Davies, Paul
- Officiële naam
- Davies, Paul Charles William
- Pseudoniemen en naamsvarianten
- DAVIES, Paul Charles William
DAVIES, Paul - Geboortedatum
- 1946-04-22
- Geslacht
- male
- Nationaliteit
- UK
- Geboorteplaats
- London, England, UK
- Opleiding
- Woodhouse Grammar School
University College London (BSc|Physics)
University College London (PhD|Physics)
University of Cambridge (postdoctorate) - Beroepen
- physicist
author - Organisaties
- Arizona State University
University of Cambridge
University of London
University of Newcastle-upon-Tyne
University of Adelaide
Macquarie University (toon alle 7)
International Academy of Astronautics - Prijzen en onderscheidingen
- Templeton Prize (1995)
Kelvin Medal (2001)
Faraday Prize (2002)
Advance Australia Award
Order of Australia (2007) - Korte biografie
- Paul C. W. DAvies is a professor of natural philosophy in the Australian Centre for Astrobiology at Macquarie University, Sydney. His research spans the fields of cosmology, gravitation, and quantum field theory, with particular emphasis on black holes, the origin of the universe, and the origin of life. [from What We Believe But Cannot Prove (2006)]
Leden
Besprekingen
Lijsten
Prijzen
Misschien vindt je deze ook leuk
Gerelateerde auteurs
Statistieken
- Werken
- 29
- Ook door
- 13
- Leden
- 8,278
- Populariteit
- #2,921
- Waardering
- 3.9
- Besprekingen
- 98
- ISBNs
- 403
- Talen
- 20
- Favoriet
- 10
In zekere zin is het voorliggende boek een vervolg op het eerdere werk van Paul Davies The Mind of God (1992), maar ondanks de nadruk op het diepe en zinvolle dient het tevens als introductie op de moderne kosmologie en de fundamentele natuurkunde. Davies doet daarbij telkens een beroep op wetenschappelijk onderzoek en op de rede, teneinde de grote vragen van het bestaan aan de orde te stellen. Hij maakt daarbij een scherp onderscheid tussen betrouwbare feiten, redelijk speculeren en wild giswerk.
Veel wetenschappers die zich inspannen om een allesomvattende theorie van het fysische universum te construeren, geven openlijk toe dat een deel van hun motivatie is оm nu eindelijk eens van God af te raken, die ze als een gevaarlijke en infantiele misvatting zien. En niet alleen God, maar elk restje gepraat over God, zoals 'zin' of 'doel' of 'ontwerp' in de natuur. Deze wetenschappers beschouwen wetenschap en religie als twee onverbiddelijk tegengestelde wereldbeelden. Zo niet Paul Davies. Hij erkent dat het concept 'God' voor vele mensen een andere inhoud heeft, maar ook dat "de God van de geleerde theologen [...] de rol van een wijze kosmische architect [heeft], wiens bestaan zich via de rationele orde van de kosmos kenbaar maakt, een orde die in feite door de wetenschap wordt geopenbaard"(p.31/32).
Een centraal thema van dit boek is de biovriendelijkheid van het universum. Daarbij komt ook het godsbewijs van Paley ter sprake. Het leven zit zo ingenieus in elkaar, dat men wel zou moeten uitgaan van een intelligente ontwerper. Davies wijst er echter op, dat Darwins evolutietheorie haar succes juist te danken heeft aan het vermogen om de schijn van ontwerp te verklаrеn zonder een beroep op een ontwerper(-God) te doen. Het leven zou op grond van de natuurwetten door blind toeval kunnen zijn ontstaan (het argument van de blinde horlogemaker van Richard Dawkins). In de kosmologie daarentegen is het ontwerpargument grotendeels immuun voor een darwiniaanse aanval, omdat daarop het mechanisme van variatie, overerving en selectie niet gemakkelijk kan worden toegepast. Davies staat uitvoerig stil bij de multiversumtheorie(ën) die gecombineerd met het antropische principe een selectiecriterium invoeren om de schijn van ontwerp te verklaren en zo de Intelligent-Design-beweging de wind uit de zeilen te nemen. Met instemming citeert hij daarbij uit het artikel van kardinaal Christoph Schönborn1 in de New York Times:
Nu aan het begin van de eenentwintigste eeuw, geconfronteerd met wetenschappelijke claims als neodarwinisme en dе multiversumhypothese in kosmologie, die zijn bedacht om het overweldigende bewijs voor doel en ontwerp te vermijden dat in moderne wetenschap wordt gevonden, zal de Katholieke Kerk opnieuw menselijke redenen verdedigen dооr te verkondigen dat het immanente ontwerp dat evident is in dе natuur, echt is. Wetenschappelijke theorieлn die het vóórkomen van ontwerp als het resultaat vаn 'kans en noodzakelijkheid' proberen weg te redeneren, zijn helemaal niet wetenschappelijk, maar zoals hij [paus Johannes Paulus II - red.] het stelde, een abdicatie van menselijke intelligentie". (p. 222/223)
Ook Paul Davies vindt: "Ontwerp-door-wetten is onvergelijkbaar intelligenter dan ontwerp-door-wonderen. [Want] een serie wetten uitkiezen die zonder enig periodiek regelen en micromanagement een universum laten ontstaan en zelforganisatie, zelfcomplexifícatie en zelfassemblage van leven en bewustzijn teweegbrengen - kijk, dat ziet er nou zeer ingenieus uit!" (p. 223). "De ontwerper-van-wetten is verantwoordelijk voor het universum. [...]Het tyре God dat ik beschrijf, benadert, denk ik, dicht het type waarin veel geleerde theologen - en ... heel wat wetenschappers - beweren te geloven. [...]Een kosmische ontwerper moet buiten de tijd liggen." (p. 224)
In een verbazingwekkend scherpe analyse van de argumenten vóór en tegen bespreekt Davies achtereenvolgens de standpunten die door gerenommeerde wetenschappers en filosofen worden verdedigd: A. het absurde universum (zonder zin of doel); B. het unieke universum (berustend op wiskundige aannames; en dàt sinds Gödels 'onvolledigheidsstelling' - zie p. 310, vtn. 26); C. het multiversum (en waarom dat gauw leidt tot nepuniversa en nepfysica); D. Intelligent Design (dat ook op een ontwerpende supercomputer zou kunnen slaan); E. het levensprincipe (dat het universum dwingt naar leven en geest te evolueren); F. het zichzelf verklarende universum; G. het nepuniversum en H. alle mogelijkheden buiten A t.m. G.
Aan het slot lezen we zijn 'geloofsbelijdenis': Veel wetenschappers zullen mijn E/F-neiging als cryptoreligieus bekritiseren. [...] En dit terwijl ik geloof dat Homo sapiens niet meer dan een toevallig bijproduct van lukrake natuurlijke processen is. Maar toch geloof ik dat leven en geest diep in de structuur van het heelal zijn geëtst, misschien viа een schimmig, vaag gezien levensprincipe, en als ik eerlijk moet zijn, dan moet ik toegeven dat ik dit uitgangspunt meer in mijn hart dan in mijn hoofd voel. Dus misschien is dat wel ееn bepaald soort religieuze overtuiging.
Het zou een goede zaak zijn als dit boek in combinatie met de werken van Teilhard en Alfred North Whitehead door een groot aantal fysici werd gelezen. Voor eenvoudige 'gelovigen' is het mogelijk vaak te moeilijk, al zal het in menig opzicht boeien. HvB… (meer)