Afbeelding van de auteur.

Victor Klemperer (1881–1960)

Auteur van Tot het bittere einde : dagboek 1933-1941

51+ Werken 3,657 Leden 46 Besprekingen Favoriet van 6 leden

Over de Auteur

Victor Klemperer (1881-1960) became Professor of French Literature at Dresden University.
Fotografie: Victor Klemperer, en 1946

Reeksen

Werken van Victor Klemperer

LTI : over de taal van het Derde Rijk (1947) — Auteur — 695 exemplaren
Tagebücher 1945 (1995) 8 exemplaren
Tagebücher 1935-1936 (1995) 6 exemplaren
Tagebücher 1944 (1995) 6 exemplaren
Tagebücher 1943 (1995) 6 exemplaren
Tagebücher 1940-1941 (1995) 6 exemplaren
Tagebücher 1937-1939 (1995) 6 exemplaren
Tagebücher 1942 (1995) 6 exemplaren
Tagebücher 1933-1934 (1995) 6 exemplaren
Barre bevrijding (2020) 5 exemplaren
La llengua del Tercer Reich (2023) 2 exemplaren
2007 1 exemplaar

Gerelateerde werken

The Assassin's Cloak: An Anthology of the World's Greatest Diarists (2000) — Medewerker, sommige edities552 exemplaren

Tagged

Algemene kennis

Geboortedatum
1881-10-09
Overlijdensdatum
1960-02-11
Graflocatie
Dresden, Duitsland
Geslacht
male
Nationaliteit
Duitsland
Geboorteplaats
Landsberg an der Warthe, Duitsland
Plaats van overlijden
Dresden, Duitsland
Woonplaatsen
Dresden, Duitsland
Opleiding
University of Geneva
Beroepen
journalist
professor of literature
philologist
Holocaust survivor
diarist
Relaties
Klemperer, Hadwig (echtg.)
Organisaties
Technische Universität Dresden
Prijzen en onderscheidingen
Geschwister-Scholl-Preis (1995)
Korte biografie
Victor Klemperer was a journalist and professor of literature, specializing in the French Enlightenment, at the Technische Universität Dresden. His diaries detailing his life under successive German states — the German Empire, the Weimar Republic, Nazi Germany and the German Democratic Republic — were published to great acclaim in 1995. His recollections on the Third Reich in particular have become a standard historical source. Prof. Klemperer was born into a Jewish family, and despite his conversion to Christianity, he was stripped by the Nazis of his academic title, job, and German citizenship by 1935. He was forced to work in a factory and as a day laborer. Because his wife Eva was considered Aryan, Prof. Klemperer avoided deportation for most of World War II. On February 13, 1945, the day preceding the now-famous night bombing of Dresden, he helped to deliver deportation notices to some of the last remaining Jews in the city. Fearing that he would soon be sent to his death as well, he used the confusion created by the Allied bombings that night to remove his yellow star, join a refugee column, and escape with his wife into American-controlled territory. After the war, Prof. Klemperer went on to become an important cultural figure in East Germany, lecturing at the universities of Greifswald, Berlin and Halle.

Leden

Besprekingen

De dagboeken van Victor Klemperer (1881-1961), de professor literatuur die als één van de weinige joden de tweede wereldoorlog in Duitsland zelf overleefde, behoren sinds hun publicatie in 1995 tot de lijst van de meest sprekende getuigenissen over de nazi-vervolgingen. De complete dagboeken zelf beslaan niet alleen de periode van het ultrakorte ‘Duizendjarige Rijk’ (1933-1945), maar ook die van daarna, toen Klemperer één van de culturele boegbeelden van het door de Sovjets gedirigeerde Oost-Duitsland was geworden.
In dit kleine boekje zijn alleen de notities over het laatste half jaar van de oorlog, de eerste helft van 1945 opgenomen. De meest tot de verbeelding sprekende episode daarin is de beschrijving van het gruwelijke bombardement op Klemperer’s thuisstad Dresden, waarbij de geallieerden met brandbommen zowat het hele centrum van die stad van de kaart veegden en tot 25.000 slachtoffers maakten. Klemperer beschrijft het allemaal vanuit zijn eigen perspectief, met oog voor de ontreddering en aandoenlijke details. De rest van het dagboek in deze periode is vooral gewijd aan hun vlucht naar Zuid-Beieren, de komst van de Amerikanen, en hun moeizame terugkeer naar Dresden, dat intussen in de Russische bezettingszone lag.
Tijdens de lectuur vroeg ik me af in hoeverre deze notities een weergave zijn van het eigenlijke dagboek dat Klemperer bijhield (hij maakt er herhaaldelijk melding van hoe moeilijk het was om tussendoor wat op papier te krijgen), en in hoeverre ze nadien bewerkt zijn. Op het internet vond ik daarover eigenaardig genoeg weinig informatie. Op basis van dit kleine boekje heb ik de indruk dat het om een redelijk authentieke weergave gaat. Klemperer laat zich er bijvoorbeeld ook van zijn kleine kant zien, als hij zijn afschuw uitspreekt over stinkende, luidruchtige, volkse mensen en zich herhaaldelijk beroept op zijn professorentitel om privileges op te eisen.
Al bij al is dit een treffend getuigenis van een periode van ontreddering, in de overgang van het Nazi-regime naar de geallieerde bezetting. Terecht schrijft Klemperer: “beleven we niet onafgebroken, sinds 1914 en vooral sinds 1933, en de laatste tijd in steeds sterkere mate, het alleronwaarschijnlijkste, het gruwelijk fantastische in het kwadraat, is het voorheen volkomen onvoorstelbare voor ons niet vanzelfsprekend en alledaags geworden?”
… (meer)
1 stem
Gemarkeerd
bookomaniac | Nov 2, 2020 |
 
Gemarkeerd
DuitseBond | Apr 19, 2019 |
Victor Klemperer was een Duitse Jood, professor in de Franse en Italiaanse letterkunde die gedurende het grootste deel van zijn leven nauwgezet een dagboek bijhield en daarmee onbedoeld een kroniekschrijver werd van de Nazijaren in Duitsland en wat die te betekenen hadden voor met name de Joodse inwoners van Duitsland. Als door een wonder overleefde Victor Klemperer de Tweede wereldoorlog. Klemperer hield een dagboek bij vanaf zijn 18e tot aan zijn dood. Van de jaren 1900 tot 1918 heeft hij gedurende de oorlog een "Curriculum vitae" geschreven (ook gepubliceerd en door mij in het Duits gelezen), waarna hij de oorspronkelijke dagboeken van die jaren heeft vernietigd. In het Duits zijn de dagboeken vanaf 1918 tot 1958 uitgegeven in 6 delen. Voor het Nederlands heeft W. Hansen een keuze uit die dagboeken gemaakt en vertaald en van noten voorzien. Van het grootste belang is vooral "Het bittere einde" de dagboeken over de jaren 1933-1945, de nazitijd. De dagboeken van 1945 tot 1958 geven een goed beeld van de eerste jaren van de DDR en de wederopbouw en het communisme. De dagboeken van de jaren 1918 tot 1933 zijn in het geheel niet vertaald. Na een eerste lezing van de dagboeken in het Nederlands was ik ook begonnen met het jaar 1918 en ik kan goed begrijpen waarom die jaren niet vertaald zijn.
Een aantal citaten uit de dagboeken:
31-03-1933: De Joden is de toegang tot het studentenhuis ontzegd. Met hoeveel Joods geld is enkele jaren geleden dat studentenhuis gebouwd!
03-04-1933: Alles wat ik altijd als onduits heb beschouwd, grofheid, onrechtvaardigheid, huichelarij, indoctrinatie van de massa tot aan de bedwelming toe, dat floreert hier allemaal.
07-04-1933: Voor het eerst in mijn leven voel ik politieke haat jegens een collectieve groep, een dodelijke haat. In de oorlog was ik onderworpen aan de wetten van het krijgswezen, maar daar heersten in ieder geval nog wetten; nu ben ik aan de willekeur overgeleverd.
25-04-1933: De Pruisische minister van onderwijs heeft voorgeschreven dat leerlingen die zijn blijven zitten, indien mogelijk toch overgaan als ze lid zijn van de Hitler-beweging.
15-05-1933: Van de schandelijke en krankzinnige daden van de nationaal-socialisten noteer ik alleen wat me op de een of andere manier persoonlijk raakt. Al het andere is immers in de kranten na te lezen.
22-05-1933: Grap: vraag aan de immigrant in Palestina: "Komt u uit overtuiging of uit Duitsland?"
20-07-1933: Het bevel aan alle ambtenaren althans tijdens het werk en op hun werkplek de "Duitse Hitler-groet" te brengen. Aanvullend: "Er wordt verwacht" dat ze ook elders die groet brengen als ze de verdenking willen vermijden het nieuwe systeem bewust af te wijzen.
28-07-1933: Ik heb helemaal geen rust meer om in mijn dagboek te schrijven. En toch vind ik het idee om mijn memoires te schrijven steeds aantrekkelijker.
10-08-1933: Een vriend, uit een concentratiekamp vrijgekomen. Hij moest er als brilledrager luisteren naar de naam "brillehond", hij werd gedwongen op handen en voeten te kruipen en zijn nap te apporteren als hij eten wilde hebben. Toen hij vrijgelaten werd, moest hij ondertekenen dat hij over alles zou zwijgen.

15-02-1934: Maar ik word van dat handopsteken letterlijk onpasselijk, en dat ik me daaraan steeds weer probeer te onttrekken , zal me ooit nog eens de kop kosten. -De waarheid spreekt voor zichzelf- maar de leugen spreekt via pers en radio.
25-03-1934: Door een speciale wet is paragraaf 6 van de ambtenarenwet, volgens welke iedere overbodige ambtenaar met pensioen kan worden gestuurd, met 6 maanden verlengd. Deze zomer zal ik er het slachtoffer van worden.
04-08-1934: De volmaakte staatsgreep wordt door het volk nauwelijks opgemerkt, het speelt zich allemaal geluidsloos af, overstemd door lofzangen op de overleden Hindenburg. Ik durf te wedden dat miljoenen er geen flauw idee van hebben wat voor ontzettends er is gebeurd.
21-08-1934: De vijf miljoen nee-stemmen en ongeldige stemmen op 19 augustus tegenover 38 miljoen ja-stemmen betekenen ethisch heel veel meer dan alleen een negende deel van het geheel. Er is moed en bewustzijn voor nodig geweest.
04-09-1934: Ik moest een kleine toespraak houden. Mijn spottende opmerking dat ik geen lange en mooie rede zou houden omdat ze die elke dag op de radio konden horen terwijl we ons hier wilden vermaken, werd niet begrepen.
14-10-1934: Een bijzonder goede mop: Hitler, de katholiek, heeft twee nieuwe feestdagen in het leven geroepen: Maria-Denunciata en Maria-huiszoeking.
30-12-1934: Het weerzin wekkendst vind ik het specifiek Joodse pessimisme met zijn weldadige kalmte. Gettomentaliteit, opnieuw ontwaakt. We worden vertrapt, dat is nu eenmaal zo. Als we onze zaken maar kunnen blijven doen en er geen pogrom komt. Beter Hitler dan iemand die nog erger is!
13-02-1935: In een boek hoort niets actueels thuis. Alles wat voor de dag berekend is, verliest ook met de dag zijn effect.
11-06-1935: Er bestaat ook nog gelukkige simplicitas. Moeder Köhler zei vanuit een diepe overtuiging: Het kan niet meer lang duren, de rechtvaardige God kan dat niet toelaten. Ze was gewoonweg ontzet toen ik antwoordde dat Hij het al een beetje lang aan het toelaten was.
21-07-1935: Eva zei dat de nieuwste vorm van Joods snobisme is: met de nazi's sympathiseren.
11-08-1935: Op de tramborden in de Prager Strasse: "Wie bij een Jood koopt, is een volksverrader".
17-09-1935: Terwijl ik gisteren aan het schrijven was, had de "Rijksdag" in Neurenberg de wetten op het Duitse bloed en de Duitse eer al aangenomen: tuchthuis voor huwelijken en buitenechtelijk verkeer tussen Joden en "Duitsers".
05-10-1935: De woorden van Lessing: "Wie bij sommige dingen zijn verstand niet verliest, heeft geen verstand," heb ik aangevuld: "Wie tegenwoordig rustig van hart blijft, heeft geen hart."
06-03-1936: Wij voeren nooit gesprekken in het vertrek waar de telefoon staat; zonder dat de eigenaar het weet worden er vaak microfoons ingebouwd.
16-07-1936: Waarschijnlijk is het Italiaans fascisme geen spat minder verwerpelijk dan het nationaal-socialisme, en ik vind het alleen minder weerzinwekkend omdat het niet naar het bloed vraagt en de Joden niet vervolgt.
16-08-1936: Als het ooit zo ver komt dat het lot van de overwonnenen in mijn hand zou liggen, liet ik het volk gaan, en zelfs ettelijke leiders die het wellicht toch eerlijk bedoeld kunnen hebben en niet wisten wat ze deden. Maar ik liet alle intellectuelen ophangen, de professoren een meter hoger dan de anderen; ze zouden aan de lantarens moeten blijven hangen zolang de hygiëne het maar enigzins zou toelaten.
09-10-1936: Vanochtend in de bibliotheek kreeg ik de voorzichtige mededeling dat ik als niet-Ariër geen gebruik meer mag maken van de leeszaal.
31-12-1936: Wie geen doodsvijand van Hitler is, kan geen vriend van me zijn.

12-09-1937: Overal langs de wegen borden met "Joden ongewenst!"

31-01-1938: Van twee kanten heb ik hetzelfde gehoord: bij examens op scholen of bij leerling-vakwerkers wordt de wereldbeschouwelijke "strikvraag" gesteld: "Wat komt er na het derde Rijk?" Het antwoord moet luiden: "Niets, dit is het eeuwige Duitsland." In de twee mij gemelde gevallen is het voorgekomen dat de arme jongens heel onschuldig geantwoord hebben: "Het vierde Rijk." Beiden zijn, zonder dat er met hun eigenlijke prestatie rekening is gehouden, gezakt als een baksteen.
20-03-1938: Sinds acht dagen wapperen de vlaggen, sinds gisteren zit er op iedere paal van ons hek een groot geel stuk papier met davidster: Jood.
30-03-1938: Legendevorming midden in de 20ste eeuw. In Berlijn brengt een man zijn vrouw, die moet bevallen, naar het ziekenhuis. Boven het bed hangt een schilderij van Jezus. De man: "Zuster, dat schilderij moet weg, ik wil niet dat mijn kind als eerste die Jood ziet." De zuster, ze kon zelf niets doen, maar ze zou het doorgeven, 's Avonds krijgt hij een telegram van de arts: "U hebt een zoon. Het schilderij hoefde niet te worden verwijderd, want het kind is blind."
10-04-1938: Hoofdzaak voor de tyrannis van welke soort dan ook is het onderdrukken van de drang om vragen te stellen. En dat is zo gemakkelijk. Als ik, professor enz., levenslang in het denken geschoold, zoveel en zo voor de hand liggende vragen vijftig jaar lang niet heb gesteld, hoe zou het volk dan op het idee komen vragen te stellen?
10-08-1938: Vanaf 1-10 is de officiële erkenning van alle joodse artsen ingetrokken, ze mogen ook niet meer als "heelkundige" werkzaam zijn; ze mogen dus verhongeren. Per dezelfde datum wordt er voor de joden een legitimatiekaart ingevoerd.
06-12-1938: De joden zijn "onbetrouwbaar" en mogen dus niet aan het stuur zitten, hun manier van rijden zou ook de Duitse verkeersgemeenschap beledigen, te meer daar ze arrogant genoeg gebruik hebben gemaakt van rijkssnelwegen die door Duitse arbeidershanden zijn aangelegd.
25-12-1938: Gisteren bleek voor het eerst in het derde Rijk de kerstbeschouwing in de krant geheel van het christendom ontdaan te zijn. Grootduitse kerst- de Duitse ziel betekent de wedergeboorte van het licht, de verrijzenis van het Duitse rijk. De jood Jezus en al het religieuze en algemeen menselijke geëlimineerd.

14-03-1939: Eergisteren was op onze uitnodiging Annemarie hier: we hebben haar ons zilverwerk gegeven; als ze het ons niet in een andere tijd terug kan geven, dan mag ze het houden; als het inleveren van het zilver ook voor Ariërs gaat gelden, moet ze het in de Elbe gooien. Maar het mag niet in handen van de nazi's vallen.
01-11-1939: Over het bestand zijn tegen de blokkade: je kunt één, hoogstens twee rollen closetpapier krijgen. Je kunt maar twee doosjes lucifers krijgen.
12-11-1939: Circulaire van de Joodse Gemeente: we moeten voor het nieuwe telefoonboek vanaf nu de toegevoegde naam Israël opgeven, anders volgt er straf.
31-12-1939: De pogroms van november 1938 hebben op het volk geloof ik minder indruk gemaakt dan het wegvallen van de reep chocola met Kerstmis.

13-01-1940: Ook zijn we per 15 februari gedwongen de waren die we op de bon moeten kopen, van een bepaalde winkel in de stad te betrekken.
06-07-1940: Nieuw verbod voor joden om de Grosse Garten en andere parken te betreden.
11-08-1940: De telefoon is alle joden opgezegd en verboden.
30-08-1940: Er komen gele banden ter aanduiding van de joden.
21-10-1940: Nieuwe dwangmaatregelen in judaeos: ook gebruikmaking van uitleenbibliotheken verboden.

20-02-1941: Iedereen is bang om ook maar enigszins verdacht te worden van sympathie voor de joden, die angst schijnt onafgebroken te groeien.
01-03-1941: Vanmorgen weigerde het melkmeisje naar boven te komen: ze mag niet meer in joodse huizen bezorgen.
13-03-1941: Officiële mededeling in de krant: voor levensmiddelenkaarten van krijgsgevangenen en voor J-kaarten mogen geen sinaasappels meer gegeven worden.
29-05-1941: Ik zat al in het achterste vertrek toen ik het bordje zag: "verboden voor joden", niet zoals gebruikelijk: "Joden ongewenst".
10-08-1941: Nieuw onheil: rookverbod voor joden. Maar het schijnt dat het "Voor joden verboden" werkelijk op alle winkeldeuren komt te staan.
08-09-1941: De gele jodenband wordt ingevoerd.
15-09-1941: De jodenband, als davidster werkelijkheid geworden, is vanaf 19-9 van kracht.
18-09-1941: We mogen van de bus helemáál geen gebruik meer maken en van de tram alléén op het voorbalkon.
… (meer)
2 stem
Gemarkeerd
erikscheffers | 3 andere besprekingen | Jan 1, 2015 |
Victor Klemperer, een Duitse Jood, was tijdens zijn leven professor in de Franse literatuur aan de volkshogeschool in Dresden. Hij schreef onder meer een uitgebreide geschiedenis van de Franse literatuur en een studie over het taalgebruik van de Nazi's (Lingua Tertia Imperi ***). Hij was min of meer vergeten totdat in 1995 zijn dagboek over de Nazi-tijd en de tweede wereldoorlog "Tot het bittere einde ******" werd uitgegeven. In dit dagboek wordt zeer indringend de politieke situatie van het Duitse volk beschreven en hoe het leven van de Duitse Joden steeds meer werd ingeperkt. Dit boek en het later uitgegeven "Tussen de wal en het schip ****" heb ik met veel interesse gelezen.
Klemperer hield al eerder een dagboek bij: vanaf 1900 noteerde hij alles wat hij van belang vond. De dagboeken van 1900 tot 1918 heeft hij gebruikt bij het schrijven van "Curriculum Vitae ****" en daarna vernietigd. Zijn dagboeken van de periode 1918-1933 zijn niet in het Nederlands vertaald. Na lezing van een klein gedeelte (tot blz 250) kan ik goed begrijpen waarom. Klemperer schrijft uitgebreid over alles wat met zijn werk te maken heeft, inclusief bezoekjes aan collega's. Over andere zaken schrijft hij nauwelijks. Het is instructief dit dagboek van Klemperer te vergelijken met dat van Hans Warren. Klemperer was een belangrijk man met veel verplichtingen en weinig vrije tijd. Hij schrijft haast dwangmatig in zijn dagboek alles op zonder erbij stil te staan of dit voor anderen interessant is. Vergelijk dit met Hans Warren. Hans Warren is een schrijver die grotendeels kan doen en laten wat hij wil. Hij schrijft in een prachtige stijl op wat hem bezighoudt en denk daarbij altijd aan eventueel toekomstige lezers. Warren schrijft niets over zijn werk of politiek maar veel over zijn privé-leven. Bij Klemperer is het precies andersom.
Ik adviseer om bij het lezen van Klemperer zich te beperken tot de Nederlandse vertaling "Tot het bittere einde" en de rest van zijn veel minder interessante boeken ongelezen te laten. Van Warren kun je rustig zijn gehele "Geheim dagboek ****" lezen.
… (meer)
 
Gemarkeerd
erikscheffers | Aug 7, 2009 |

Lijsten

Prijzen

Misschien vindt je deze ook leuk

Gerelateerde auteurs

Martin Chalmers Translator
Christian Löser Contributor
Jan Gielkens Translator, Contributor
Helēna Demakova Translator
Ilmārs Blumbergs Cover artist
Adan Kovacsics Translator
Michele Ranchetti Contributor
Martin Brady Translator
W. Hansen Translator
Johanna Bohley Contributor
Wolfram Wette Afterword

Statistieken

Werken
51
Ook door
1
Leden
3,657
Populariteit
#6,919
Waardering
½ 4.3
Besprekingen
46
ISBNs
130
Talen
16
Favoriet
6

Tabellen & Grafieken