Afbeelding van de auteur.
30+ Werken 11,136 Leden 137 Besprekingen Favoriet van 24 leden

Over de Auteur

Born in Brooklyn, New York, and educated at the State University of New York and Columbia University, Neil Postman is a communications theorist, educator, and writer who has been deeply involved with the issue of the impact of the media and advanced communications technology on American culture. In toon meer his many books, Postman has strongly opposed the idea that technology will "save" humanity. In fact, he has focused on the negative ways in which television and computers alter social behavior. In his book Technopoly, Postman argues that the uncontrolled growth of technology destroys humanity by creating a culture with no moral structure. Thus, technology can be a dangerous enemy as well as a good friend. Postman, who is married and has three children, currently is a professor of media ecology at New York University and editor of Et Cetera, the journal of general semantics. In addition to his books, he has contributed to various magazines and periodicals, including Atlantic and The Nation. He has also appeared on the television program Sunrise Semester. Postman is the holder of the Christian Lindback Award for Excellence in Teaching from New YorkUniversity. (Bowker Author Biography) toon minder

Werken van Neil Postman

Wij voeden op tot niets (1995) 804 exemplaren
Teaching As a Subversive Activity (1969) — Auteur — 755 exemplaren
Het verdwijnende kind (1982) 688 exemplaren
How to Watch TV News (1992) 342 exemplaren
Teaching As a Conserving Activity (1979) 77 exemplaren
Language in America (1969) 17 exemplaren
Language and reality (1966) 8 exemplaren

Gerelateerde werken

Tagged

Algemene kennis

Leden

Besprekingen

Neil Postman (° 1931 New York, + 2003 New York) studeerde pedagogie en doctoreerde aan Columbia University. Hij schreef als cultuurcriticus heel wat artikels en boeken.
Volgens de Engelstalige Wikipedia zou de aanzet voor “Amusing Ourselves to Death” de opmerking van Postman zijn geweest tijdens een panel op de Frankfurter Buchmessse in 1984 over George Orwell’s Nineteen Eighty Four, dat de toestand in de VS meer leek op die in Brave New World van Oldous Huxley (waarin de mensen op allerhande manieren door de overheid in een gelukzalige toestand gebracht worden zodat ze doen wat van hen verwacht wordt, zonder dat ze last verkopen) dan op die in Nineteen Eighty Four van George Orwell (onder de dictatuur van een totalitaire staat)

Het boek staat op lijstjes van de 100 meest invloedrijke boeken van de laatste 30 jaar. Na het lezen van enkele besprekingen op www.librarything.nl ( http://www.librarything.nl/work/23577/reviews ) waarin een interessante reeks tekstfragmenten opgenomen waren, heb ik het boek uit de kelders van de stadsbibliotheek opgevraagd.

Samenvatting

De these die de schrijver poneert is dat een medium bepaalt wat erin uitgedrukt wordt. En hij heeft het daarbij over televisie in de VS in 1985.
Als vergelijkingspunt neemt hij gedrukte tekst in Amerikaanse kranten, tijdschriften en boeken in de negentiende eeuw en - in mindere mate - tot aan de tweede wereldoorlog. Hij vindt dat Amerikanen toen in het publieke leven de rationaliteit van het verlichtingsdenken nastreefden, tot en met dat ze hun redevoeringen vooraf volledig schriftelijk uitwerkten en ze dan voor hun toehoorders voorlazen. De schrijver apprecieert daarin vooral de debatcultuur, de logische opbouw van de bewijsvoering en het woord en wederwoord van elk van beide kanten.
Hij voert aan dat de snelheid waarmee nieuws via telegrafie overgebracht werd de categorie “actualiteit” (breaking news, heet van de naald) heeft doen ontstaan, en - op gezag van Susan Sontag - dat een foto kan geïnterpreteerd worden op veel manieren omdat die los staat van de context, voor zover die al afgebeeld wordt. Hij gaat voorbij aan het feit dat Sontag in “On photography” het niet over film had, die een andere taal heeft dan foto’s. Film staat veel dichter bij wat op TV schermen te zien is, dan een stilstaand beeld van een foto.

Postman schetst een beklijvend voorbeeld van het verschil in aanpak tussen TV predikanten en dominees en pastoors die hun kerkdiensten in stenen kerkgebouwen doen op de klassieke manier. De leidinggevenden in de Christelijke kerken in de VS namen afstand van de populaire en goed geld verdienende TV predikanten, omdat ze vonden dat die een personencultus uitbouwen rond zichzelf in plaats van rond Christus.
Postman maakt voorbehoud bij experimenten in het onderwijs om leerstof hip te presenteren als een TV programma, compleet met gadgets die overkomen als merchandising, omdat hij ervan overtuigd is dat het leerlingen geen goede leerattitude bijbrengt en hun karakter niet vormt om iets te willen leren dat moeite kost.
Het ligt voor de hand dat politici - “in the business of constantly being re-elected” – zich niet te goed vinden om voor hun eigen (her)verkiezing technieken te gebruiken, die de verkoop van Coca-Cola, chips & chocolates al tientallen jaren doen stijgen.

Postman komt tot de slotsom dat TV kijkers gewoon geraakt zijn aan het presenteren van eender wat als was het een showprogramma, dat meestal zo verwachten en in feite niet anders willen.

Bedenkingen

Ik ben het eens met de schrijver dat de mogelijkheden en vooral de beperkingen van een medium bepalen wat het niet kan, maar het zijn drijfveren en belangen die bepalen wat mensen ermee doen, zelfs al was dat medium oorspronkelijke niet daarvoor bedoeld. Daarover heb ik het verder.
Ik voel me in beter gezelschap met Cicero, die in de eerste eeuw voor onze jaartelling in het antieke Rome Sextus Roscius verdedigde voor het gerecht, toen die beschuldigd werd van vadermoord. Met zijn vraag naar het motief: “Wie wordt hier beter van?” toonde Cicero aan dat Roscius er enkel bij kon verliezen als hij zijn vader zou vermoord hebben.
Het is ondertussen al meer dan dertig jaar geleden dat het boek verscheen, we kunnen zien wat er van de voorspellingen is uitgekomen.

Adverteren en reclame maken

Postman illustreert in detail de stand van TV zaken in de VS zoals die in 1985 was, maar gaat niet voldoende in op de dieperliggende gronden waarom het die richting uitgegaan is. Ondernemen, daarin al je kennen en kunnen steken, en daarmee rijk worden, is de essentie van de American dream. Als je meer produceert dan de consumenten nodig denken te hebben, dan heb je als producent marketing en reclame nodig om hen op “betere” gedachten te brengen. Voor consumentengoederen was de dagelijkse krant lange tijd het medium met de goedkoopste advertentiekost per consumentencontact.

De populariteit en het verslavend effect van TV kijken op de gemiddeld VS burger zorgde ervoor dat TV reclame vanaf de jaren zestig gemiddeld goedkoper werd per consumentencontact dan reclame in de krant, zolang je de boodschap kort genoeg bracht, want TV-reclame wordt betaald per seconde en volgens de kijkdichtheid.

Vermits een beeld meer zegt dan duizend woorden, wisten de creatieven bij de reclamebureau’s wat hun te doen stond. Omdat mensen soms rationeel handelen, maar meestal voorspelbaar irrationeel, maken marketeers onderscheid tussen productkenmerken (“attributes”) en de noden (“needs”) die daarmee (zouden) kunnen gelenigd worden bij consumenten die ze in goed omschreven doelgroepen indelen. De wens van de consument is de vader van de aankoopgedachte. En vliegen vang je niet met azijn, dus allemaal sympathieke jongens en mooie meisjes, in de beste van alle werelden. Het hoeft zelfs niet altijd show business te zijn. Ze weten dat we graag roddelen, “human interest” klinkt beter, en maken er emo-TV mee.

Concentratie in de nieuwsmedia

Mediamagnaten kochten TV zenders op voor de schaalvoordelen die dat voor reclamewerving bood. Omdat TV zenders zoveel geld met TV reclame konden verdienen werden programma’s enkel nog gezien als het lokaas voor het kanaliseren van een bepaald profiel van mensen waarin de reclame geïnteresseerd was. De programma’s werden alsmaar vaker onderbroken door reclameblokken.

Die situatie is verleden tijd, omdat intussen de “gepersonaliseerde /contextuele” reclame op het internet goedkoper is per “gekwalificeerd” consumentencontact. Met gekwalificeerd wordt meestal bedoeld dat een bepaalde consument “in de markt” is, op zoek naar iets om te kopen, en/of dat bekend is wat zijn of haar voorkeuren en koopgewoonten zijn.

Volgens Ben Haag Bagdiakan in “The Media Monopoly” waren er begin 1980 een vijftigtal mediabedrijven in de VS die samen 90 % van de markt bedienden. In 2004 waren het er nog 5. Bij ons meldde de Vlaamse Media Regulator VLR dat in 2017 alle Vlaamse kranten ofwel toebehoren aan de Persgroep van Van Thillo of aan Mediahuis van Ysebaert. En dat die naast kranten ook belangen hebben in TV zenders, productiehuizen voor TV content, en kabelmaatschappijen die TV verdelen via de kabel.

De concentratie in nieuwsmedia is ook ingegeven door strategische overwegingen. De strategie is dat eigenaar zijn van de uitzend- en reproductierechten van content het bedrijf toelaat veranderingen in de fysieke drager en bestandsformaat soepel op te vangen: vb. of muziek op plaat, op cassette, op cd, op DvD, via kabel of streaming als .wav, mp3, of weet ik veel tot bij de consument komt, is allemaal geen onoverkomelijk probleem. Ook het verdienmodel kan veranderen van het verkopen, verhuren tot X-maal bekijken of beluisteren.

De schaalvoordelen hebben voor gedrukte media o.a. te maken met het vollediger kunnen benutten van snellere, kwalitatief betere drukpersen met een grotere capaciteit. Een relatief kleine redactie houdt zich hoofdzakelijk bezig met het selecteren en redigeren van nieuwscontent (aangeleverd door derden) volgens de huisstijl, en de advertorials en advertenties ertussen, aangepast aan de doelgroepen waarop de verschillende “mediaproducten” in de portfolio van de groep zich richten. Vb. In Vlaanderen kocht Roularta de lokale huis aan huis bladen op en vormde ze om tot de Streekkrant en groeide uit tot de Roularta Media Group, gespecialiseerd in magazines (Trends, Knack, Steps enz.) met belangen in reclame TV zenders en complementaire diensten zoals internet marketing.

Er kan er maar één de eerste zijn

Maar een papieren krant die één keer per 24 uur verschijnt verliest het van TV als het op de laatste nieuwtjes aankomt. De Britse tabloïd News of the World, een onderdeel van News Corporation (kranten) van Rupert Murdoch, vondt er niet beter op dan zijn eigen nieuws te organiseren door elektronische telefoon boodschappenboxen van bekende mensen te hacken en daarover roddelartikels te schrijven. Toen in 2011 het afluisterschandaal bekend werd betekende dat het einde van die krant.
Vandaag is de wedloop om het eerste het nieuws te brengen een uitgemaakte zaak: je kan het meeste nieuws al lezen op het internet voor je het op het TV journaal hoort. Al zit er nogal wat “Fake News” bij, lees: propaganda van politici via sociale media. Als je op zoek bent naar inzicht in hoe het er echt aan toe gaat in de wereld zal je daar niet veel vinden.

Nu duidelijk is wat de drijfveren zijn, is het veel gemakkelijker om oorzaken van gevolgen te onderscheiden. Ik denk dat de manier om TV reclame te maken niet de oorzaak is van een omslag in cultuur. Maar wel dat de producenten en reclamemakers alsmaar beter begrepen hoe ze spullen (goederen en diensten) konden verkopen aan mensen die ze in feite niet nodig hadden. Dat gebeurt alsmaar meer op internet dan op TV.

Te weinig mensen staan stil bij hoe dat hun leven zal beïnvloeden. Nu Trump president is en de vloer aanveegt met journalisten die kritische stukken schrijven over hem en zijn plannen, begint het te dagen dat in een democratie die naam waardig, er meer nodig zijn dan de “verkozenen van het volk” om de belangen van de maatschappij te behartigen. Traditioneel waren dat de nieuwsmedia van verschillende politieke strekkingen, du choque des idées jaillit la lumière . Door de concentratie in de nieuwsmedia is de verzuiling volgens politieke strekking zo goed als verdwenen ( in elk geval bij ons), omdat die niet relevant is voor wat mensen kopen en dus ook niet voor de adverteerders. En door de besparingen in de nieuwsredacties zijn er minder journalisten die zaken natrekken en uitspitten.

Ik hoop dat mensen beseffen hoeveel autonomie over hun eigen leven ze uit handen geven, door niet voor zichzelf uit te maken wat belangrijk voor ze is en waaraan ze hun centen echt willen uitgeven.

Ps.: voor echt nieuws, dat moeilijker op te sporen is en meer tijd vergt, en waarbij de context als duiding gegeven wordt, kan je tegenwoordig betalend terecht bij:
www.mediapart.fr voor Frankrijk
https://decorrespondent.nl/home voor Nederland
www.apache.be voor België (in het Nederlands)
www.momagazine.be voor de rest van de wereld bekeken vanuit het standpunt ontwikkeling/ samenwerking. De MO Papers (dossiers) zijn gratis.

En als toetje: Interview met Umberto Eco i.v.m. “Het Nulnummer (bron: De Standaard 21 feb 2015 )
… Wie nu geen krant leest, is als een Braggadocio [ personage uit Het Nulnummer]: die vindt op het internet allerlei snippers, die hij met elkaar kan verbinden volgens zijn eigen aanvoelen of vooroordelen. Ooit had je vier kranten en elk daarvan gaf een encyclopedische visie op de wereld. Een encyclopedie vertelt je niet alles, maar alles wat ze belangrijk acht. Nu zijn er 7 miljard mogelijke encyclopedieën. Wat de communicatie heel moeilijk maakt, want tot gisteren lazen u en ik dezelfde krant en hadden we gedeelde referenties. Nu maakt iedereen zijn eigen cocktail. Het internet wekt de indruk dat het een gemeenschap is waar iedereen dezelfde taal spreekt, terwijl net het omgekeerde het geval is.'…
… (meer)
½
 
Gemarkeerd
KoenvMeulen | 75 andere besprekingen | Aug 11, 2017 |

Lijsten

Prijzen

Misschien vindt je deze ook leuk

Gerelateerde auteurs

Statistieken

Werken
30
Ook door
2
Leden
11,136
Populariteit
#2,121
Waardering
4.0
Besprekingen
137
ISBNs
169
Talen
20
Favoriet
24

Tabellen & Grafieken