J. M. Roberts (1) (1928–2003)

Besproken in het artikel van D.C.J. van Peype “Maçonnieke mythe, legende en geschiedenis” in
Thoth, Meestertijdschrift (1975),pp.43-59 :
“Voor een beter begrip van de historische en sociologische factoren die bijdragen tot de mystificaties aangaande de Vrijmetselarij, ben ik erkentelijk aan de eerder genoemde auteur J.M.Roberts, die in zijn boek een hoofdstuk wijdt aan wat hij noemt ‘de gouden eeuw van de mystificatie’. Hij is van oordeel, dat hier drie elementen een grote rol hebben gespeeld : de opkomst van de gedachtenwereld van de Verlichting, de groei van het zg. verlichte despotisme en het toenemen van het irrationalisme in de cultuur.” (p.54)

Besproken door E.P.Kwaadgras in Thoth, (1994) no.6, p233 :
“Roberts mag als verplichte lectuur gelden voor wie de anti-maçonnieke tradities wil leren begrijpen. Ook Mellor [Alec Mellor : Nos frères séparés, les franc-maçons, Tours,Parijs, 1961] is de moeite waard ; nuttig is ook nog steeds : Arthur Singer, ‘Der Kampf Roms gegen dieFreimaurerei.Geschichtliche Studien.’ Leipzig, 1925. Singer was Grootbibliothecaris van de Symbolische Grootloge van Hongarije.”

Besproken in AMT, maart (2000), p.18 :
“Een aantal keren herdrukt nadien, ook in andere uitvoeringen dan het exemplaar van de Orde….
Het klassieke meesterwerk. Indien U ook maar enigszins geïnteresseerd bent in de vraag waarom de Vrijmetselarij telkens weer in de geschiedenis, onder zeer uiteenlopende omstandigheden, het zwarte schaap moet zijn of de zondebok, dan moet U dit boek eens lezen…Er is heel veel inzicht in menselijk gedrag in dit boek, veel kennis van de Europese geschiedenis, met name van de Franse revolutie, en veel inzicht ook in de aard van onze broederschap, die achter gesloten deuren haar allusieve, maar ook zo elusieve spel speelt.”

Besproken in A.Q.C. 85 (1972), 1973, pp.372-377 door Harry Carr:
“The work is to be welcomed, perhaps, because it is an approach to a particular aspect of Craft study which has not generated much attention hitherto. Indeed, the novelty of the subject is a matter of some real concern to the author, who is at great pain – in his Preface and in Chapter I – to justify the undertaking, which he does, but not very succesfully…Chapter II..The author’s search for an explanation of the steady growth of the Craft during the first two or three decades of the existence of Grand Lodge, leads him to some strange and exaggerated findings…In his final Chapter, ‘Conclusions’, the author argues that what the secret societies were actually doing was far less important than what people believed about them. This is an argument quite in harmony with the book, but it would be difficult to prove, or even to support it properly…The whole work is a massive study on a comparatively unkwown theme and the author has made generous use of sources virtually unknown to the English reader, who may perhaps be forgiven if some of them leave a lingering doubt in his mind as to their reliability…The book shows occasional signs of having been compiled in a hurry… The major criticism, from the point of view of regular Freemasonry, as understood by the three Mother Grand Lodges, England, Ireland and Scotland, plus more than a hundred regular Grand Lodges all over the world, is the author’s total failure to distinguish between the regular Craft and the many peculiar Orders which attached themselves to it.
It is not an easy book to read and Mr.Roberts makes no concessions to his readers. After reading it, Frenchmen, Germans and Italians, wether they are Freemasons or not, may well be disturbed by the frightening picture they have glimsed of the supposed plots and conspiracies of a bygone age. Its effects are still to be felt in European public opinion relating to the Freemasons. One direct result is that members of the Craft in those countries today are still rather careful to conceal their membership, or at best to shun publicity and avoid discussion whenever possible.”… (meer)

Na zijn "History of the world ****" en "History of Europe ***" heeft Roberts een nieuw overzichtswerk geschreven. Ditmaal behandelt hij de geschiedenis van de 20e eeuw. In feite is "History of the twentieth century" een revisie en uitbreiding van de desbetreffende hoofdstukken uit "History of the world". Er komen dus nogal wat zinsnedes in voor die letterlijk in een of beide van voorgaande werken stonden. Toch is dat niet erg, het boek geeft een uitgebreid van met name de politieke geschiedenis van de vorige eeuw. Evenals zijn voorgaande boeken is het zeer toegankelijk en makkelijk leesbaar voor mensen zoals ik die een beperkte kennis van de geschiedenis hebben. Aanbevolen!
Uitgelezen: zondag 11 maart 2001… (meer)

In "The penguin history of Europe" behandelt Roberts de geschiedenis van Europa zoals hij eerder de geschiedenis van de wrereld behandelde in "A history of the world". De grote gelijkenis tussen beide boeken valt onmiddellijk op. In feite is zijn nieuwe boek gelijk aan zijn oude boek minus de blz die op gebieden buiten Europa betrekking hebben. Dit is eigenlijk het enige grote bezwaar tegen dit boek, het is een prima handleiding tot de Europese geschiedenis die niet al te lang is, toegankelijk en prettig leesbaar. Toch raad ik iedereen aan om zijn "History of the world" te lezen in plaats van dit boek.
Uitgelezen: dinsdag 27 februari 2001… (meer)