Het klinkt voor sommigen mogelijk wat blasfemisch, maar deze vertelling is misschien nog mooier dan het oudtestamentische bijbelboek. De vergelijking gaat overigens niet helemaal op, daar de “oorspronkelijke” Job in grote rijkdom leeft terwijl de “Job” in dit boek arm is en dat ook bleef. Doch dit terzijde.
Job, in de persoon van de vrome dorpsleraar Mendel Singer, zal in de loop van het verhaal zich beproefd weten door wat hij later zal noemen de wreedheid van zijn aanbeden god. Singer is arm en zal wat hij in materiële zin nooit bezeten niet ontnomen kunnen worden. Het kan nog erger: Singer wordt gedepersonaliseerd door zijn omgeving en zijn echtgenote, terwijl zijn kinderen hem op verschillende manieren zullen ontvallen. Zijn rotsvast godsbesef en onderdanigheid aan de Joodse wetten (en de tsaar van Rusland) zullen hem uiteindelijk volledig ontmantelen.
Totdat………..

Het alles overheersende element in de vertelling is het verraad dat Singer pleegt ten aanzien van zijn jongste en gehandicapte zoon. Roth brengt hiermee een tweede Bijbels element in en verwijst daarmee naar het kinderoffer van Aartsvader Abraham. Al lezend zullen beide verhalen afzonderlijk, voor elkaar een soort ondertiteling zijn.
Het resultaat is een majestueuze vertelling die uiteindelijk Mendel Singer laat slapen en hem laat ”uitrusten van de zwaarte van het geluk en de grootte van de wonderen.”
Soms zijn er boeken die niet alleen mooi zijn, maar die je ook met eerbied leest. ( )

De vrome dorpsleraar Mendel Singer is een reïncarnatie van de Bijbelse figuur Job in de twintigste eeuw, veroordeeld om de beproevingen Gods te ondergaan. Singers vrouw en twee van zijn kinderen komen te overlijden; om naar Amerika te emigreren moet hij zijn gehandicapte zoon achterlaten; en ten slotte moet hij met lede ogen toezien hoe zijn dochter naar een krankzinnigengesticht wordt afgevoerd.
Job is het aangrijpende verhaal van een eenvoudige joodse man en zijn gezin, en tegelijkertijd de kroniek van een heel volk en van een tijdperk dat afloopt.

Mendel Singer, joodse armoedige onderwijzer in het westen van Rusland, emigreert naar zijn zoon Samuel in Amerika, daarbij zijn zwakzinnige zoon Menoechem achterlatend. Die blijkt later een succesvol musicus. De wereld rond Mendel is intussen ingestort.
Klassieke, breedvertellende stijl, erg beschrijvend, veel bijvoeglijke naamwoorden
Thematiek: Job, migratie en acculturatie ( )