Een man maakt een rondrit, van het eiland Wight over Oxfordshire naar Noord-Devon en weer terug. Of beter: een man zit op een bed met een geladen geweer achter zich en wacht. Ondertussen ontvouwt zich een heel leven. Of beter: levens. Het zijne, dat van het meisje op de naburige boerderij, dat van zijn nukkige vader en zijn gevoelige broer, dat van koeien die misschien wel en misschien niet gek zijn, dat van de hond Luke.

Graham Swift verwerkt de personages, de gebeurtenissen en de plaatsen - Jebb Farm, de eik, een stel caravans - in een grote spiraal, waarin alles weerkeert, telkens wat dieper. Eerst langzaam, dan sneller en sneller, tot je als lezer meegesleurd wordt en niet meer kan stoppen, ook al gebeurt er niet meer dan dat een man een rondrit maakt, of nee, dat een man wacht met een geladen geweer. ( )