Onze site gebruikt cookies om diensten te leveren, prestaties te verbeteren, voor analyse en (indien je niet ingelogd bent) voor advertenties. Door LibraryThing te gebruiken erken je dat je onze Servicevoorwaarden en Privacybeleid gelezen en begrepen hebt. Je gebruik van de site en diensten is onderhevig aan dit beleid en deze voorwaarden.
The narrator, a scientist working on antibodies and suffering from emotional and mental illness, meets a Persian woman, the companion of a Swiss engineer, at an office in rural Austria. For the scientist, his endless talks with the strange Asian woman mean release from his condition, but for the Persian woman, as her own circumstances deteriorate, there is only one answer. "Thomas Bernhard was one of the few major writers of the second half of this century."—Gabriel Josipovici, Independent "With his death, European letters lost one of its most perceptive, uncompromising voices since the war."—Spectator Widely acclaimed as a novelist, playwright, and poet, Thomas Bernhard (1931-89) won many of the most prestigious literary prizes of Europe, including the Austrian State Prize, the Bremen and Brüchner prizes, and Le Prix Séguier.… (meer)
Ik ben een grote fan van de Spaanse schrijver Javier Marias. Ik heb gemerkt dat voor diens Proustiaanse schrijfstijl onder meer Thomas Bernhard als inspiratiebron wordt opgegeven. Van Bernhard las ik alleen nog maar “De neef van Wittgenstein”, en toen zag ik de link niet direct. Maar met dit ‘Ja’ is het me wel duidelijk geworden. Bernhard start deze middellange monoloog met een onmogelijk lange zin van maar liefst 6 bladzijden. En dergelijke stunts keren geregeld terug. Heel spitsvondig en af en toe echt briljant geformuleerd. Maar ik merkte vrij vlug dat er in de zinsconstructies regelmatig iets haperde: Bernhard durft wel eens onnatuurlijke verspringingen maken en zinsdelen combineren waar inhoudelijk een punt tussen hoort. Dat zal je bij Marias niet gauw tegenkomen. Het lijkt me dus dat Marias absoluut het stijlproçédé van Bernhard geperfectioneerd heeft en natuurlijker maakt. En dan is er de inhoud. In essentie is dit verhaal kort samen te vatten, zonder al te veel van de intrige weg te geven: de verteller is op een dood punt in zijn leven gekomen, houdt er duidelijk suïcidale gedachten op na, maar ontdekt dan iemand – een Iraanse vrouw die al 40 jaar getrouwd is met een drukdoende Zwitserse architect-ingenieur - die er duidelijk nog slechter aan toe is en er ook consequent naar handelt. Waar we onze verteller aanvankelijk onze sympathie lijkt op te wekken voor zijn ‘Geisteskrankheit’, blijkt hij in vergelijking met een Iraanse maar een zwakke zielenpoot. Wie Bernhard een beetje kent, weet dat hij geen opbeurend verhaal mag verwachten, zelfs niet in een boekje dat de titel ‘Ja’ draagt. Even dacht ik dat die ‘ja’ een echo is van Penelope Bloom’s fenomenale slotakkoord in Ulysses van James Joyce. Maar achteraf blijkt het net het tegendeel daarvan te zijn. Ook in dit boekje, zoals eerder in ‘De neef van Wittgenstein’ kan Bernhard het niet laten om scherp af te geven op de bekrompen wereld om hem (vooral de Oostenrijkse uiteraard), en de zinloosheid van het bestaan. Hij heeft alle recht om dat te doen vind ik, maar zijn boodschap begint zelfs al na de 2de keer redelijk afgezaagd te worden. De monoloog van de sociaal geïsoleerde verteller zit ook vol voortdurende herhalingen, die erg op de zenuwen werken. Maar al bij al, als je de nihilistische ondertoon erbij neemt en je over de wat inconsequente stijl kan heen zetten, dan is dit een best lezenswaardig boekje. Niks meer, niks minder. Ik prefereer nog altijd Marias. ( )
Informatie afkomstig uit de Duitse Algemene Kennis.Bewerk om naar jouw taal over te brengen.
Der Schweizer und seine Lebensgefährtin waren gerade bei dem Realitätenvermittler Moritz aufgetreten, als ich diesem zum erstenmal die Symptome meiner Gefühls- und Geisteserkrankung nicht nur anzudeuten und schließlich als eine Wissenschaft klarzumachen versuchte, sondern dem Moritz, dem mir zu diesem Zeitpunkt wahrscheinlich tatsächlich am nächsten stehenden Menschen urplötzlich auf die rücksichtsloseste Weise die nicht nur angekränkelte, sondern schon zur Gänze von Krankheit verunstaltete Innenseite meiner ihm bis dahin ja nur von der ihn nicht weiter irritierenden und also in keiner Weise beunruhigend berührenden Oberfläche her bekannten Existenz nach außen zu stülpen ins moritzsche Haus gekommen war und ihn allein durch die unvermittelte Brutalität meines Experiments erschrecken und entsetzen mußte, dadurch, daß ich an diesem Nachmittag von einem Augenblick auf den anderen vollkommen ab- und aufdeckte, was ich das ganze Jahrzent meiner Bekanntschaft und Freundschaft mit dem Moritz vor ihm verborgen, ja schließlich nach und nach die ganze Zeit vor ihm mit mathematischer Spitzfindigkeit verheimlicht und unaufhörlich und unerbitterlich gegen mich selbst vor ihm zugedeckt hatte,
Citaten
Laatste woorden
Informatie afkomstig uit de Duitse Algemene Kennis.Bewerk om naar jouw taal over te brengen.
The narrator, a scientist working on antibodies and suffering from emotional and mental illness, meets a Persian woman, the companion of a Swiss engineer, at an office in rural Austria. For the scientist, his endless talks with the strange Asian woman mean release from his condition, but for the Persian woman, as her own circumstances deteriorate, there is only one answer. "Thomas Bernhard was one of the few major writers of the second half of this century."—Gabriel Josipovici, Independent "With his death, European letters lost one of its most perceptive, uncompromising voices since the war."—Spectator Widely acclaimed as a novelist, playwright, and poet, Thomas Bernhard (1931-89) won many of the most prestigious literary prizes of Europe, including the Austrian State Prize, the Bremen and Brüchner prizes, and Le Prix Séguier.
En dan is er de inhoud. In essentie is dit verhaal kort samen te vatten, zonder al te veel van de intrige weg te geven: de verteller is op een dood punt in zijn leven gekomen, houdt er duidelijk suïcidale gedachten op na, maar ontdekt dan iemand – een Iraanse vrouw die al 40 jaar getrouwd is met een drukdoende Zwitserse architect-ingenieur - die er duidelijk nog slechter aan toe is en er ook consequent naar handelt. Waar we onze verteller aanvankelijk onze sympathie lijkt op te wekken voor zijn ‘Geisteskrankheit’, blijkt hij in vergelijking met een Iraanse maar een zwakke zielenpoot. Wie Bernhard een beetje kent, weet dat hij geen opbeurend verhaal mag verwachten, zelfs niet in een boekje dat de titel ‘Ja’ draagt. Even dacht ik dat die ‘ja’ een echo is van Penelope Bloom’s fenomenale slotakkoord in Ulysses van James Joyce. Maar achteraf blijkt het net het tegendeel daarvan te zijn.
Ook in dit boekje, zoals eerder in ‘De neef van Wittgenstein’ kan Bernhard het niet laten om scherp af te geven op de bekrompen wereld om hem (vooral de Oostenrijkse uiteraard), en de zinloosheid van het bestaan. Hij heeft alle recht om dat te doen vind ik, maar zijn boodschap begint zelfs al na de 2de keer redelijk afgezaagd te worden. De monoloog van de sociaal geïsoleerde verteller zit ook vol voortdurende herhalingen, die erg op de zenuwen werken. Maar al bij al, als je de nihilistische ondertoon erbij neemt en je over de wat inconsequente stijl kan heen zetten, dan is dit een best lezenswaardig boekje. Niks meer, niks minder. Ik prefereer nog altijd Marias. ( )