Als Sara Burgerhart op haar zestiende wees wordt, komt ze in huis bij een tante. Deze tante is een bekrompen vrouw die zich heeft aangesloten bij de zogenaamde ‘fijnen’, een achttiende-eeuwse, streng protestantse stroming met een zware kijk op het leven. Dat past helemaal niet bij Sara, die jong en vrolijk is. Na een ruzie vlucht Sara het huis uit. Ze neemt haar intrek in een pension voor ‘welopgevoede dames’ en geniet vanaf dat moment volop van haar vrijheid. Zo leert ze de sympathieke, maar weinig spannende Hendrik Edeling kennen en de gevaarlijke rokkenjager R. Met hem maakt ze een paar afspraken.
Uiteindelijk wordt Sara door R. gevangen gehouden. Dat is het laatste wat ze had verwacht. Heeft Sara zichzelf iets te verwijten? Heeft ze R. inderdaad de indruk gegeven dat ze beschikbaar was? Wolff en Deken suggereren van wel. Had Sara een beetje nagedacht over deze afspraak, dan was ze niet laat in de middag de stad uitgereden. Dan had ze geweten dat ze niet meer op tijd terug zou zijn. In de achttiende eeuw gingen de stadspoorten dicht bij zonsondergang. De achttiende-eeuwse lezer moet dus onmiddellijk hebben begrepen dat Sara’s toestemming voor een ritje buiten de stad feitelijk instemming betekende met een náchtje buiten de stad.
Sara doorziet de situatie pas als het te laat is. Volgens Wolff en Deken komt dat omdat ze nog te jong is en goede opvoeders nodig heeft om haar de weg te wijzen en waarschuwen. Sara Burgerhart krijgt zelfinzicht door schade en schande, doordat ze voortdurend in het diepe wordt gegooid, een situatie die volgens de dames Wolff en Deken liever te vermijden is.
De roman illustreert op die manier een van de belangrijkste verlichtingsthema’s: het belang van een goede opvoeding. Daarnaast zet de roman aan het denken over onderwerpen als goed en kwaad, de verhouding tussen mannen en vrouwen en, niet in de laatste plaats, de verhouding tussen individu en maatschappij. Want Sara Burgerhart is natuurlijk ook een verhaal waarin algemene ondeugden worden gehekeld: het frivole en materialistische gedrag van Sara, die alleen maar is geïnteresseerd in uitgaan en shoppen, het overdreven godsdienstige fanatisme van tante Hofland en het materialisme en atheïsme van iemand als de heer R., die er geen enkele moraal op nahoudt.