StartGroepenDiscussieMeerTijdgeest
Doorzoek de site
Onze site gebruikt cookies om diensten te leveren, prestaties te verbeteren, voor analyse en (indien je niet ingelogd bent) voor advertenties. Door LibraryThing te gebruiken erken je dat je onze Servicevoorwaarden en Privacybeleid gelezen en begrepen hebt. Je gebruik van de site en diensten is onderhevig aan dit beleid en deze voorwaarden.

Resultaten uit Google Boeken

Klik op een omslag om naar Google Boeken te gaan.

Bezig met laden...

Huizen zonder vaders

door Heinrich Böll

Andere auteurs: Zie de sectie andere auteurs.

LedenBesprekingenPopulariteitGemiddelde beoordelingAanhalingen
374368,329 (3.69)7
Heinrich Böll liest "Haus ohne Hüter", Irisches Tagebuch u.a... Weiterhin wird Bölls erstes Rundfunkinterview anläßlich der Verleihung des Literaturpreises der deutschen Kritiker 1953 zu Gehör gebracht. Grundbestand.
Onlangs toegevoegd doorprengel90, NonnaLuisa, quasikettle, Maxim2, emurcum, PBelpaire, LiodxCharity
Nagelaten BibliothekenEeva-Liisa Manner
Bezig met laden...

Meld je aan bij LibraryThing om erachter te komen of je dit boek goed zult vinden.

Op dit moment geen Discussie gesprekken over dit boek.

» Zie ook 7 vermeldingen

Nederlands (1)  Frans (1)  Catalaans (1)  Alle talen (3)
Ik begin de bespreking van een boek wel vaker met de stelling dat het niet nodig zou moeten zijn om de schrijver voor te stellen, maar dat geldt natuurlijk des te meer voor schrijvers waarvan ik al meerdere boeken besproken heb. Zo ook dus voor Heinrich Böll. Van hem besprak ik in maart 2021 Biljarten om half tien https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2021/03/biljarten-om-half-tien-heinrich..., in april van datzelfde jaar Groepsfoto met dame https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2021/04/groepsfoto-met-dame-heinrich-bo..., een goeie maand later Meningen van een clown https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2021/06/meningen-van-een-clown-heinrich..., en in februari 2022 De nalatenschap https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2022/02/de-nalatenschap-heinrich-boll.h.... Ondanks het feit dat ik na voorliggend Huizen zonder vaders nog meer boeken van hem liggen heb - met name De engel zweeg, Ende einer Dienstfahrt en Erzählungen – en dus eigenlijk mijn definitieve conclusie moet opschorten, meen ik toch te mogen zeggen dat werkelijk élk boek van Böll een pareltje is.

Omdat hij, zoals de auteur van de achterflap van deze bij Bert Bakker in 1978 uitgegeven vertaling van Haus ohne Hüter schrijft, “in zijn werk het alledaagse menselijke bestaan [beschrijft] (…) in een recht-toe-recht-aan geschreven taal, vol satire en ironie, die een preciese beschrijving van de uiterlijke werkelijkheid geeft”? Ten dele, al moet “recht-toe-recht-aan” bijvoorbeeld niet verward worden met ‘kort aangebonden’: “Hij hield er van vroeg te gaan slapen, diep en lang te slapen en ‘s morgens vroeg op te staan, met de jongen te ontbijten om het hem makkelijker te maken naar school te gaan, want hij wist hoe verschrikkelijk het voor een kind is als het ‘s morgens als enige vroeg moet opstaan, z’n eigen ontbijt moet klaarmaken en dan naar school moet in de wetenschap dat het hele huis kan blijven slapen”. Noch met ‘ontdaan van eigenaardige stijlkenmerken’, trouwens. Een zin als deze mag daarvan getuigen: “Ze had het g e z i e n, tot in détails, ze had de bittere geur van drukinkt op grof papier geroken, g e r o k e n, ze had zich zelf bij de theetafel gezien in die kamer, ze had koffie ingeschonken voor bezoekers en sigaretten aangeboden uit een grote, lichtblauwe doos, terwijl de kinderen buiten in de tuin schreeuwden”. Net zoals deze: “Ook op oma was het woord bedorven niet van toepassing, eigenlijk niet eens het woord merkwaardig en, dat wist hij, au fond was oma goed, ze was bijvoorbeeld niet UEBERHAUPT goed, maar EIGENLIJK goed – en hij begreep niet waarom zulke woorden als UEBERHAUPT, EIGENLIJK en ANDERS op school zo uit den boze waren; met deze woorden kon je iets uitdrukken wat je anders niet kon uitdrukken”. Inderdaad, die spaties in “gezien” en “geroken”, noch die hoofdletters in “überhaupt”, “eigenlijk” en “anders” zijn een drukfout of een eigenzinnigheidje van de uitgeverij, ze zijn door Böll gewild en ik ben ze voor zover ik me herinner nog niet in andere boeken van hem tegengekomen.

Wat niet van bepaalde verhaallijnen in dit boek kan gezegd worden. “Huizen zonder vaders is zijn meest gelezen en meest bekende roman over de na-oorlogse jaren in het verwoeste Duitsland”, vermeldt de auteur van de achterflap nog, maar het is verre van zijn enige “roman over de na-oorlogse jaren in het verwoeste Duitsland”, óf in het wederopgebouwde Duitsland trouwens. “Hij laat hierin zien dat de ellende, die een oorlog over de mensen brengt, niet is afgelopen op de dag dat de wapens worden neergelegd”, luidt het vervolgens op de achterflap, en ook dát is op allerlei mogelijke manieren een thema in veel van zijn boeken. “Böll laat de lezers de tijdneurose, het onwaarachtige en heilloze, de egocentriciteit van de volwassenen beleven vanuit de kinderziel van Martin, die moet leven met een rijke, hysterische moeder en Heinrich, wiens moeder arm is en geen moraal kent”, is echter ofwel een verkoopspraatje ofwel getuige van het gegeven dat de achterflapschrijvelaar het boek niet goed gelezen heeft. De bewering dat Martins moeder hysterisch is, is er toch wel vér over (ze is, in tegendeel, behoorlijk stabiel, zij het niet gelukkig) – ik vermoed dat de achterflapschrijvelaar het over Martins gróótmoeder heeft, een hypochonder die regelmatig “HET SPUITJE” moet toegediend worden en vervolgens weer een paar weken “normaal” is - en dat Heinrichs moeder “geen moraal kent”, is regelrechte onzin. Ze kent die wel degelijk, maar kiest ervoor er niet aan ten onder te gaan. Martins moeder, Nella, kan het zich financieel permitteren in haar relatie tot mannen oppervlakkig te zijn en bij degenen met diepgang de boot af te houden, Heinrichs moeder kan dat niet, moét wel met mannen in zee gaan, maar probeert daarbij toch het verteerbare aan het nuttige te koppelen.

In beider levens, en in die van hun zoons (plus, in het geval van Heinrichs moeder, een dochtertje), spelen “ooms” (zoals mannen met wie er niet noodzakelijk een familiale relatie was, maar die op de een of andere manier wel dichter bij het gezin stonden dan andere mannen ook in mijn jeugd nog genoemd werden, zij het dan dat ze bij ons “nonkels” heetten) dan ook een grote rol en de verhouding tussen Martin en Heinrich enerzijds en hun beider “ooms” anderzijds vormt bijgevolg de centrale lijn in dit boek. Maar het is beslist niet de énige lijn. Een andere is bijvoorbeeld die lijn die rechtstreeks naar het Oostfront loopt. Dáár is Martins vader immers gesneuveld, dáár heeft iemand die in dit verhaal weer opduikt hem zijn dood ingestuurd. Een variant op de verhaallijn in De nalatenschap dus: dat boek verscheen pas in 1982, achtentwintig jaar ná Huizen zonder vaders, maar werd door Böll wél voor het eerst aangeboden aan een uitgever in 1948, dus zes jaar vóór Haus ohne Hüter verscheen. En er is méér. Terwijl eerst Heinrich, van op afstand gevolgd door zijn vriendje Martin, de hoofdrol lijkt te gaan spelen, en vervolgens hun moeders, wordt die functie later overgenomen door de “oom” die voor hen beiden een vaderfiguur is: Albert. In zo’n sterke mate zelfs dat Böll op een zeker moment (de eerste keer vanaf pagina 95) Albert begint te volgen, inclusief diens verleden, en daarmee ook het point of view van de lezer aanpast, een techniek die hij eveneens veelvuldig toepaste in Groepsfoto met dame, een groepsfoto die in Huizen zonder vaders opnieuw gemaakt wordt in hoofdstuk X, met – na zo’n honderdvijftig bladzijden – een voorstelling van al die mensen die behalve Albert ook nog in het huis van Martins moeder wonen (grootmoeder, Glum, Bolda).

Een foto is trouwens ook wat de cover van dit boek siert, scheef tegen een ouderwets behang, voorstellend een bruid met naast haar een gat waar de bruidegom weggescheurd werd. Een momentopname vernield door de tijd, een momentopname die desalniettemin voor eeuwig blijft wat ze was: “een glimlachende jonge man met een pijp in z’n mond, veel te jong om de vader van een jongen van elf te zijn. Z’n vader was net zo jong als Luigi uit de ijssalon, net zo jong als de bangelijke kleine nieuwe onderwijzer; veel jonger dan moeder was hij, en die was even oud als de moeders van andere jongens. Z’n vader was een glimlachende jongeling die sinds een paar weken ook in zijn dromen verscheen, anders dan hij op de foto was: een droevig in elkaar gezakte figuur die op een inktvlek zat alsof het een wolk was, zonder gezicht, maar toch huilend als iemand die al millioenen jaren zat te wachten in een uniform zonder distinctieven, zonder onderscheidingstekenen – een plotseling in zijn dromen gedrongen vreemdeling die anders was dan hij graag had gewild.” Een momentopname die nooit meer méér kan worden dan dát ook: “Het kenmerk van vaders was het EI BIJ HET ONTBIJT, en zijn vader had op het oog niets met EI BIJ HET ONTBIJT te maken. Het kenmerk van vaders was REGELMAAT, een kenmerk dat oom Albert tot op zekere hoogte bezat, maar zijn vader zag er niet naar REGELMAAT uit. REGELMAAT was: opstaan, ei bij het ontbijt, werken, krant, thuis komen, slapen. Dat paste allemaal niet bij zijn vader die heel ver weg aan de rand van een Russisch dorp lag begraven.”

Een vader ook (toch die van Martin, want hij speelt in al zijn afwezigheid toch een hoofdrol) die, hoewel dood, toch iets bijzonders was: “Zag hij er nu, na tien jaar, al uit als het skelet in het medisch museum? Een grijnzend stuk mens van beenderen, soldaat eerste klas en dichter – een verwarrende combinatie van hoedanigheden. De vader van Brielach [Heinrich, noot van mij] was sergeant geweest en auto-monteur. De vaders van andere jongens waren majoor en directeur, sergeant-majoor en boekhandelaar, korporaal eerste klas en journalist – van niet één jongen was de vader soldaat eerste klas geweest en van niet één de vader een dichter”. Een dichter weliswaar die “in de vijf jaar voor zijn dood geen enkel gedicht, en alleen nog maar slagzinnen had geschreven”. Terwijl de moeders, in dit geval die van Heinrich, toch óók niet zomaar wat geweest waren: “Zijn moeder had hem gebaard, terwijl er bommen op de stad vielen, in hun straat en tenslotte op het huis waarin zij in de kelder haar weeën had. Ze lag op een smoezelig veldbed, vol met vuile plekken van de schoensmeer waarop het leger zijn soldaten trakteerde. Ze had met haar hoofd op de plaats gelegen waar een soldaat zijn laars had gelegd: de traanlucht had haar misselijker gemaakt dan haar toestand – en toen iemand een gebruikte handdoek onder haar hoofd legde kreeg ze de lucht van oorlogszeep in haar neus, en ze voelde zich door die surrogaatreuk zo opgelucht, dat ze moest huilen: het vleugje namaak-zoet van de geur in die handdoek leek haar iets buitengewoon kostbaars”. En: “Op haar achttiende was ze getrouwd met een keurige korporaal wiens lichaam nu ergens tussen Saporosh en Dnjepropetrowsk lag te verrotten. Ze was nu een en twintig, weduwe van een keurige sergeant, had een kind van twaalf weken, twee handdoeken, twee pannen en een beetje geld, en ze was lief om te zien”.

Momentopnames, zoals ook de verdere levens van de vrouwen in kwestie, van hun kinderen, en van iedereen rondom hen uit momentopnames lijkt te bestaan: Heinrich Brielach die op een leeftijd van vijf en half jaar de zwarte markt op gaat; oom Gert, die plotseling verdween en als geuren “natte gips, Amis, aardappelen die met uien in margarine waren gebakken” en als nalatenschap een armbandhorloge en “het woord SCHIJT dat nu onuitroeibaar in de vocabulaire van zijn moeder was opgenomen” achterliet; oom Karl, “van het nieuwe leven” maar niet gesteld op nieuw leven; op den duur zelfs Leo: “Het specifieke luchtje van oom Leo was dat van scheerwater. Rood was oom Leo in z’n gezicht, rood van het schoon wassen, en hij had pikzwart haar; Leo besteedde veel tijd aan de verzorging van zijn nagels en in z’n overhemd droeg hij altijd een gele sjaal. En gierig was oom Leo, voor kinderen gaf hij in principe nooit geld uit, en in dat opzicht verschilde hij van Martin’s oom Will en van Martin z’n oom Albert, die heel veel weggaven. Will was op een andere manier oom dan Leo, en Leo weer op een andere manier dan Albert. Langzamerhand vormden zich categorieën van ooms: Will was een echte oom, Leo was een oom zoals Erich, Gert en Karl ooms waren geweest: ooms die zich verenigden met moeder. Albert was weer een ander soort oom dan Will en Leo: geen echte oom, zoals Will die tot de orde der grootvaders behoorde, maar ook geen verenigingsoom”.

Momentopnames die ook wel eens vergeten worden of vergeten moe(s)ten worden: “Hij was drie en veertig jaar, had veel volgelingen, slechts weinige vijanden, maar die vijanden hadden het voor elkaar gekregen Schurbigels proefschrift op te diepen uit een obscuur universiteitsbibliotheekje in midden-Duitsland, en deze dissertatie was in 1934 geschreven en droeg als titel: Onze Führer in de moderne lyriek”. Of de vrouwen die naar hun man toe reisden als die tussen twee periodes van frontinzet een dag in een of andere kazerne ‘lagen’: “verlegen vrouwen die elkaar in de gemeenschappelijke huiskamer [van een of ander kamers per uur verhurend hotel, noot van mij] ontmoetten, vrouwen die het onvermijdelijke voor het eerst van hun leven buiten hun eigen bed hadden meegemaakt, die zich schaamden omdat het wel leek of ze hoeren waren, maar het toch heerlijk hadden gevonden”. Of datgene wat je bij de ingang van de bioscoop achterlaat: “Mooi was de bioscoop, daar was het prettig, warm. Je zag mekaar niet, je kon niet met elkaar praten en men kon er wat men anders niet kon: VERGETEN”. Of wie anderen vroeger voor je waren: “Ze voelden zich onbehagelijk in die tijd en ‘s avonds ontlaadde zich wel eens iets van hun onderdrukte geprikkeldheid, vooral als pater Willibrord op bezoek kwam. Rai [de aan het Oostfront gestorven vader van Martin, noot van mij] haatte Willibrord – dezelfde Willibrord die thans zo’n groot aandeel had in de cultus rond Rai”.

En ter gelijker tijd datgene wat, ook in ónze tijden, telkens weer vergeten wordt en daardoor nooit een momentopname kan zijn: dat oorlog voor “kleine” mensen, en dat zijn we zo goed als allemaal, en heus niet alleen aan het front, het stompzinnigste is waar je – op wat voor manier dan ook – kan aan deelnemen. “(…) waarom al die nonsens, al dat gedoe, die dodelijke ernst over het huwelijk – en de schrik dat je weduwe wordt – een burgerlijk, een kerkelijk huwelijk en de een of andere kleine stommeling komt op het toneel en laat je man neerknallen – drie, vier millioen van die plechtige verbintenissen worden door één oorlog te niet gedaan”. “(…) millioenen weduwen, millioenen wezen – voor -aderland, -olk, -ührer”. Maar wél winst voor de industrie (de stap van Blackwater naar Blackrock, zeg maar): “Telkens als er oorlog werd gevoerd, gingen vanzelf de productiecijfers in de jamindustrie omhoog”.

Maar hoe loopt het dan af met de man die de dood van Martins vader op zijn geweten heeft? Dat leest u zelf maar. Ook los van die wetenschap zijn de 320 bladzijden van dit boek echter elke minuut leestijd meer dan waard.

Björn Roose
  Bjorn_Roose | Jan 30, 2023 |
geen besprekingen | voeg een bespreking toe

» Andere auteurs toevoegen (10 mogelijk)

AuteursnaamRolType auteurWerk?Status
Böll, Heinrichprimaire auteuralle editiesbevestigd
Blokker, JanVertalerSecundaire auteursommige editiesbevestigd
Fontseré, MargaritaVertalerSecundaire auteursommige editiesbevestigd
Serrallonga, CarmeVertalerSecundaire auteursommige editiesbevestigd
Törnell, AidaVertalerSecundaire auteursommige editiesbevestigd
Je moet ingelogd zijn om Algemene Kennis te mogen bewerken.
Voor meer hulp zie de helppagina Algemene Kennis .
Gangbare titel
Oorspronkelijke titel
Alternatieve titels
Oorspronkelijk jaar van uitgave
Mensen/Personages
Informatie afkomstig uit de Duitse Algemene Kennis. Bewerk om naar jouw taal over te brengen.
Belangrijke plaatsen
Informatie afkomstig uit de Engelse Algemene Kennis. Bewerk om naar jouw taal over te brengen.
Belangrijke gebeurtenissen
Verwante films
Motto
Opdracht
Eerste woorden
Informatie afkomstig uit de Duitse Algemene Kennis. Bewerk om naar jouw taal over te brengen.
Wenn die Mutter in der Nacht den Ventilator laufen liess, wurde er wach, obwohl die Gummiflügel dieser Luftmühle nur ein weiches Geräusch erzeugten: fluppendes Surren und manchmal ein Stocken, wenn die Gardine zwischen die Flügel geriet.
Citaten
Laatste woorden
Informatie afkomstig uit de Duitse Algemene Kennis. Bewerk om naar jouw taal over te brengen.
(Klik om weer te geven. Waarschuwing: kan de inhoud verklappen.)
Ontwarringsbericht
Uitgevers redacteuren
Auteur van flaptekst/aanprijzing
Oorspronkelijke taal
Gangbare DDC/MDS
Canonieke LCC

Verwijzingen naar dit werk in externe bronnen.

Wikipedia in het Engels

Geen

Heinrich Böll liest "Haus ohne Hüter", Irisches Tagebuch u.a... Weiterhin wird Bölls erstes Rundfunkinterview anläßlich der Verleihung des Literaturpreises der deutschen Kritiker 1953 zu Gehör gebracht. Grundbestand.

Geen bibliotheekbeschrijvingen gevonden.

Boekbeschrijving
Haiku samenvatting

Actuele discussies

Geen

Populaire omslagen

Snelkoppelingen

Waardering

Gemiddelde: (3.69)
0.5
1 1
1.5
2 3
2.5 1
3 8
3.5 3
4 8
4.5 1
5 9

Ben jij dit?

Word een LibraryThing Auteur.

 

Over | Contact | LibraryThing.com | Privacy/Voorwaarden | Help/Veelgestelde vragen | Blog | Winkel | APIs | TinyCat | Nagelaten Bibliotheken | Vroege Recensenten | Algemene kennis | 204,781,180 boeken! | Bovenbalk: Altijd zichtbaar