Dit tweede deel over de jonge James Bond (13) in de serie 'Young Bond'* begint met de overval door een Hongaar van een jacht in de Middellandse Zee. Alleen Amy overleeft. Haar broer zit op Eton in de klas bij James Bond, die lid is van een Gevarengenootschap. James ontdekt geheime tekens. Tijdens een vakantie op Sardinië ziet hij de tekens weer en komen de gevaren echt. Een misdadige bende onder leiding van een meedogenloze heerser steelt allerlei kunstvoorwerpen. Daarmee kan hij een luxueus leven leiden. Een moord gaat hij daarbij niet uit de weg. James Bond raakt in allerlei penibele situaties, maar weet daar steeds goed uit te komen. Onduidelijk is wie zijn vrienden zijn en wie zijn vijanden. In het licht van de schepping van Ian Fleming is dit een aardige poging een jeugd voor James Bond te construeren, waarbij veel al vooruit wijst, uiteraard. Het boek zit vol actie en is met vaart geschreven. Maar je moet wel erg van James Bond en toevalligheden houden om alle situaties geloofwaardig te vinden. Vanaf ca. 12 jaar.
Bron: Bibliotheek ( )