De Nederlandse Dan Brown is misschien wat te, maar Jeroen Windmeijer komt een heel eind in de richting. Het verhaal begint met Peter de Haan, archeoloog en docent aan de Universiteit van Leiden en de geschiedenisstudente Judith Cherev die bij hem op gesprek is als Peter een telefoontje krijgt over een opgegraven masker dat een doorbraak zou moeten zijn. Peter neemt Judith mee naar de opgraving en dan ontspint zich een spannende achtervolging door Leiden. Het begin is vol vaart geschreven maar als er in het midden van het verhaal veel brieven worden getoond, gaat het allemaal wat langzaam. Het einde is dan weer met genoeg vaart geschreven. ( )