Klik op een omslag om naar Google Boeken te gaan.
Bezig met laden... Arm en rijk waarom sommige landen erg rijk zijn en andere erg arm (1998)door David S. Landes
Bezig met laden...
Meld je aan bij LibraryThing om erachter te komen of je dit boek goed zult vinden. Op dit moment geen Discussie gesprekken over dit boek.
In dit boek vergelijkt de auteur de economische ontwikkelingen in de werelddelen, zich afvragend waarom historisch gezien in Europa meer welvaart aanwezig is dan elders. Het antwoord ligt volgens hem eerder in een verschil van houding tegenover vernieuwingen dan in beschikbaarheid van natuurlijke voordelen of van technologische mogelijkheden. Het notenapparaat bevindt zich achter in het boek, onderscheiden naar de 29 hoofdstukken; er is een omvangrijke bibliografie en een gecombineerd register van personen, plaatsen, zaken en begrippen. De zeer verzorgde uitgave bevat enkele kaarten en cijfertabellen; andere illustraties ontbreken. Het werk zal voor wie van de grote lijnen in de economische geschiedenis houdt, aantrekkelijk zijn maar ook de in details geïnteresseerde lezer kan er veel van zijn gading in aantreffen. Toptien-boek (abonnement 1 en 2). (Biblion recensie, Drs. J.C.M. van Stratum.) Onderdeel van de uitgeversreeks(en)PrijzenOnderscheidingen
Door uitgebreid onderzoek en omvangrijke literatuurstudie wordt verklaard waarom het westen rijk werd en de rest van de wereld arm bleef. Veel historici menen dat het verschil tussen Europa en de rest uit de tijd van de industriële revolutie of uit het tijdperk van de grote ontdekkingen dateert. Landes laat echter overtuigend zien dat in Europa al aan het einde van het eerste millenium een proces van continue technische en economische ontwikkeling op gang kwam. Europa nam daarmee als in de Middeleeuwen een beslissende voorsprong op de rest van de wereld. Geen bibliotheekbeschrijvingen gevonden. |
Actuele discussiesGeenPopulaire omslagen
Google Books — Bezig met laden... GenresDewey Decimale Classificatie (DDC)330.16Social sciences Economics Economics Theory Wealth; InequalityLC-classificatieWaarderingGemiddelde:
Ben jij dit?Word een LibraryThing Auteur. |
Het terrein waarop hij dat doet is dat van de globale geschiedenis en de cultuurgeschiedenis, en dan specifiek vanuit de vraagstelling: hoe komt het dat sommige landen zo rijk zijn geworden en andere arm blijven? En zijn verhaal is vrij simpel: door zijn intrinsieke kwaliteiten (vooral nieuwsgierigheid, openheid en leergierigheid) en door een doortastende, zelfs drieste aanpak is het Westen er in geslaagd rijk te worden en vervolgens de wereld te veroveren; de tijd van de grote westerse imperia mag dan voorbij zijn, het westers model is intussen ook door andere naties overgenomen, met bijna evenveel succes.
Dat is durven, in een tijd dat eurocentrisme alom verketterd wordt en het Westerse succesverhaal afgedaan wordt als een toevallig en in elk geval heel tijdelijk fenomeen, om niet te zeggen zelfs geschiedvervalsing. Landes roept die neiging tot hypercorrectie (“politieke correctheid” noemt hij dat) tot de orde: de feiten zijn wat ze zijn, het Westen heeft vooruitgang en welvaart gebracht voor de hele wereld en domineerde die wereld op een bepaald ogenblik ook politiek en militair, of je dat nu graag hebt of niet, en wat de vreselijke neveneffecten betreft (uitroeiing van Latijns-Amerikaanse indianen, de uitbuiting in de Industriële Revolutie, de verschrikkingen van sommige kolonisatieregimes, de verloedering van het milieu): daar bezondigde zich uiteindelijk iedereen aan, dus geen gemoraliseer!
Landes formuleert dus rake dingen, die volgens hem gewoon voortkomen uit wat we “gezond verstand” zouden noemen, maar hij vergeet zijn stellingen ook effectief te bewijzen. Het is alsof zijn verhaal moet volstaan (“de feiten zijn de feiten”), maar daardoor verzandt zijn betoog dikwijls in cirkelredeneringen (Japan was leergierig en daardoor heeft het land het gemaakt, leergierigheid is dus essentieel om te moderniseren en rijk te worden). Het is niet door te beschrijven dat een bepaalde regio succesvoller was, dat je meteen een verklaring hebt voor dat succes.
Op de keper beschouwd biedt Landes niet zoveel nieuwe inzichten aan, hij vertelt het klassieke, chronologisch opgebouwde verhaal van de economische opkomst van het westen met als cruciale episodes de kolonisatie van Amerika en de Industriële Revolutie. Landes neemt daar ook zijn tijd voor en gaat zelfs geregeld in op de petite histoire. Dat geeft zijn overzicht iets anekdotisch, waardoor zijn betoog wel eens de mist in gaat . Door de zware focus op Europa en de uitbreiding naar Amerika verwaarloost Landes de ontwikkelingen in andere werelddelen. Zo vaart hij fel uit tegen al wie beweert dat de Oost-Aziatische handel en economie zoveel groter was dan de Westerse, maar deugdelijk bewijs voor zijn stelling voert hij niet aan. Toch veegt hij heel de geschiedschrijving van de voorbije decennia van tafel waarin de enorme omvang en groei van de Oost-Aziatische (en in het bijzonder de Chinese) economie en handel tussen 1500 en 1800 is aangetoond. De moslimwereld doet Landes zelfs van de hand met ronduit verkeerde historische gegevens (na de 12de eeuw zou het daar alleen maar bergaf zijn gegaan, terwijl de moslimrijken tussen de 13de tot de 17de eeuw spectaculair groeiend en bijna de helft van de toenmalige wereld domineerden). In een later stadium besteedt hij wel meer aandacht aan andere regio’s, maar alleen om in te zoemen op hoe zij met de Westerse erfenis zijn omgegaan.
Nog een lacune (waar de grote William H. McNeill op wees in een recensie) is zijn exclusieve aandacht voor stedelijke economieën, en dus complete blindheid voor wat op het platteland en in de agrarische sector gebeurde (nochtans tot een halve eeuw geleden de plaats waar 4/5 van de mensheid leefde). En ook de grote demografische bewegingen (en hun band met de groei of afname van rijkdom) of de grote invloed van oorlogen blijven buiten beeld.
Het is goed dat Landes gewezen heeft op het onomstotelijke feit dat de Westerse wereld vanaf 1800/1850 tot 1950/2000 rijker werd dan de rest van de wereld en die wereld ook domineerde, maar dat hij daarmee de relevante ontwikkelingen elders gewoon negeert, is onvergeeflijk.
Toch 1 waardevolle les uit dit boek, en het is goed dat het van een econoom komt (want Landes is in de eerste plaats econoom): culturele factoren zijn minstens zo belangrijk als geografische, politieke of technologische (“culture can make all the difference”). Cultuur slaat hier zowel op innerlijke waarden en attitudes, als op formatieve culturele factoren als religie (met een opvallende simplifiëring van godsdiensten als protestantisme, katholicisme, islam enz.). Ook hier gaat Landes een beetje in de overdrijving, en verliest hij de complexe interactie tussen culturele en andere factoren uit het oog.
En nog een waardevol inzicht: niks is voor eeuwig. Wat in het ene tijdperk een voordeel is, is in het andere een nadeel; voorsprongen zijn altijd tijdelijk, en universele wetten, zeker in de economie zijn gewoonweg onzin. Vandaar zijn oproep tot pragmatisme: “The one lesson that emerges is the need to keep trying. No miracles. No perfection. No millennium. No apocalypse. We must cultivate a sceptical faith, avoid dogma, listen and watch well, try to clarify and define ends, the better to chose the means" (p 524)
Ondanks zijn gebreken is dit boek ronduit indrukwekkend, encyclopedisch van omvang en inhoud, en gestoeld op een enorme belezenheid en academische ervaring (je wordt letterlijk omvergeblazen door de opsomming van colloquia en academische contacten in de proloog). ( )