In het Veilige Land heerst een feeststemming. Maar terwijl de dwerg Tungdil met zijn vrienden de overwinning viert op de verraderlijke Magus Nod'onn, dringt een reusachtig leger orcs met woest geweld het veilige Land binnen, met geen andere bedoeling dan het dwergenrijk onder de voet te lopen. Ergo, het Zwarte Water, een duister en sluimerend geheim, heeft zich intussen onsterfelijk gemaakt en manifesteert zich in een angstaanjagende gedaante. Algauw moeten Tungdil en zijn getrouwen alle moed, list en dapperheid waarover zij beschikken aanspreken om de booswillende invallers een halt toe te roepen. Tot overmaat van ramp manifesteert zich elders een tweede dreiging van nog grotere omvang: de legers van de zwarte elfen, dienaren van een gevallen god, verzamelen zich met hun legers bij de westgrenzen van het rijk. Maar een dwerg geeft nooit op, zelfs niet nu de dubbele overmacht schrikbarend groot is. ( )