StartGroepenDiscussieMeerTijdgeest
Doorzoek de site
Onze site gebruikt cookies om diensten te leveren, prestaties te verbeteren, voor analyse en (indien je niet ingelogd bent) voor advertenties. Door LibraryThing te gebruiken erken je dat je onze Servicevoorwaarden en Privacybeleid gelezen en begrepen hebt. Je gebruik van de site en diensten is onderhevig aan dit beleid en deze voorwaarden.

Resultaten uit Google Boeken

Klik op een omslag om naar Google Boeken te gaan.

Bezig met laden...

Met angst en beven (1999)

door Amélie Nothomb

Andere auteurs: Zie de sectie andere auteurs.

LedenBesprekingenPopulariteitGemiddelde beoordelingAanhalingen
2,523705,853 (3.66)130
According to ancient Japanese protocol, foreigners deigning to approach the emperor did so only with fear and trembling. Terror and self-abasement conveyed respect. Amélie, our well-intentioned and eager young Western heroine, goes to Japan to spend a year working at the Yumimoto Corporation. Returning to the land where she was born is the fulfillment of a dream for Amélie; working there turns into comic nightmare. Alternately disturbing and hilarious, unbelievable and shatteringly convincing,Fear and Trembling will keep readers clutching tight to the pages of this taut little novel, caught up in the throes of fear, trembling, and, ultimately, delight.… (meer)
  1. 10
    Hell door Yasutaka Tsutsui (SqueakyChu)
    SqueakyChu: Satire of certain aspects of the Japanese psyche. In addition, a fun read!
Bezig met laden...

Meld je aan bij LibraryThing om erachter te komen of je dit boek goed zult vinden.

Op dit moment geen Discussie gesprekken over dit boek.

» Zie ook 130 vermeldingen

Engels (41)  Frans (8)  Nederlands (7)  Spaans (6)  Catalaans (2)  Lets (1)  Fins (1)  Italiaans (1)  Duits (1)  Russisch (1)  Alle talen (69)
1-5 van 7 worden getoond (volgende | toon alle)
Op het einde van deze uitgave van Met angst en beven is behalve enige Uitspraken over haar werk, uitleg over de Thematiek, en een Bibliografie, ook een (zeer beknopte) Biografie toegevoegd, die besloten wordt met de zinnen: “Ze [Amélie Nothomb dus, noot van mij] is in elk geval een schrijfster en een mediafiguur die door sommigen aanbeden en door anderen verguisd wordt. Ze heeft heel veel succes bij (vooral jonge) lezers en krijgt van jury’s en critici allerlei prijzen”. Bij mij vallen er natuurlijk geen prijzen te halen (ik ben dan ook maar een gewone lezer, geen jurylid of criticus), ik val volgens de meeste mensen niet meer in de categorie “jong” (al kan daarover gediscussieerd worden), en ik heb geen ervaring met het aanbidden van wie of wat dan ook, maar laat duidelijk zijn dat ik geen enkele reden heb om Amélie Nothomb te verguizen, in tegendeel. Dat ik met dit boek aan mijn tweede boek van haar in nog geen half jaar tijd toe ben – het eerste was Zwavelzuur https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2022/08/zwavelzuur-amelie-nothomb.html – zegt ter zake niks (er zijn auteurs https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/search/label/Herman%20Brusselmans waarvan ik zo ongeveer het ene boek na het andere gelezen heb om ze vervolgens allemaal af te voeren naar de zolder), maar dat ik vorige week toch zeer blij was het te kunnen vinden, wél.

Met angst en beven was namelijk het eerste boek (boekje eigenlijk, want het is amper honderd bladzijden dik) dat ik ooit van Nothomb las en het bleef me – met uitzondering van de titel – altijd bij. Zó bij dat ik het nóg eens wou lezen, maar niet zo bij dat ik me er meer van herinnerde dan dat ik het grappig vond. Zoals ik in mijn bespreking van haar De hongerheldin https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2020/12/de-hongerheldin-amelie-nothomb.... schreef: “Ik kan me eerlijk gezegd niet meer herinneren wanneer ik voor het eerst een boek las van jonkvrouw Fabienne Claire, kortweg Amélie, Nothomb. Maar het is járen geleden en het eerste verhaal er in (ik herinner me vagelijk dat het om een bundel ging) handelde over haar tijd in dienst van een Japanse firma. Ik vond het in ieder geval bijzonder grappig”. Ik ben nog altijd niet zeker of ik het verhaal destijds als deel van een bundel gelezen heb, maar ik weet nú wel dat het verhaal – zoals wel méér verhalen van Nothomb – behalve bijzonder grappig eigenlijk ook bloedserieus is.

Daarvan moge een passage – gevolgd door een verdere uitwijding over het thema, die ik hier helaas niet in zijn geheel kan weergeven – als deze getuigen: “Fubuki was Satan noch God: ze was gewoon een Japanse. Niet alle Japanse vrouwen zijn mooi. Maar als een Japanse mooi is, dan kunnen de anderen het wel schudden. Mooie vrouwen zijn altijd aangrijpender. Ten eerste omdat die lelieblanke teint, die zachte blik, die weergaloze neusvleugels, die welgevormde lippen en die onbegrijpelijk zachte trekken de fraaiste gezichten in de schaduw stellen. Ten tweede omdat hun houding die schoonheid stileert en in een kunstwerk verandert dat het verstand te boven gaat. En last but not least omdat een schoonheid die zoveel lichamelijke en geestelijke beperkingen, zoveel verplichtingen, tegenwerking, absurde verbodsbepalingen, dogma’s, dwingelandij, pesterijen, sadisme, doodverklaringen en vernederingen heeft overleefd – zo’n schoonheid dus, een wonder van heroïsme is. Niet dat Japanse vrouwen zielenpoten zijn, wel integendeel. Van alle vrouwen ter wereld zijn ze heus niet het slechtste af. Hun macht is aanzienlijk, en ik kan het weten. Nee, als Japanse vrouwen bewondering verdienen – en dat verdienen ze – is het omdat ze geen zelfmoord plegen”.

Die passage mag behalve van ernst uiteraard ook getuigen van kennis. Nothomb heeft, mede omdat ze in Japan het eerste deel van haar jeugd heeft doorgebracht (ze werd er ook geboren in Kobe – “mijn hart klopte voor die streek, sinds ik op mijn vijfde van de Japanse bergen was verhuisd naar de Chinese woestenij. Die eerste verbanning had me zo sterk aangegrepen dat ik bereid was alles voor lief te nemen, als ik maar terug kon keren naar dat land, dat ik zo lang als mijn bakermat had beschouwd”), duidelijk doorzicht in de Japanse cultuur, en als ze het nog niet had toen ze ging werken voor de firma Yumimoto (een verzonnen naam, voor de duidelijkheid), dan kreeg ze het daar wel: “Het was de normaalste zaak van de wereld dat een nieuweling in een Japans bedrijf begon met de ‘ôchakumi’ – het inschenken van de eerbiedwaardige thee”; “(…) de meest autoritaire systemen leiden, in de landen waar ze ingevoerd zijn, tot de meest hallucinante gevallen van afwijkend gedrag – en bijgevolg ook tot een betrekkelijk grote verdraagzaamheid tegenover de bizarste menselijke gedragingen. Wie nog nooit een Japanse excentriekeling heeft ontmoet, weet niet wat een excentriekeling is (…) In Japan weten ze wat ‘doordraaien’ betekent”; “Een Japanner die zijn oprecht gemeende excuses aanbiedt, dat gebeurt ongeveer een keer in de honderd jaar”; en, ten slotte, “De vorm verklaarde een heleboel aspecten van de Japanse geschiedenis. Om een einde te maken aan dat afschuwelijke gebrul was ik tot de gruwelijkste dingen in staat geweest: Mantsjoerije binnenvallen, duizenden Chinezen over de kling jagen, zelfmoord plegen in naam van de keizer, me met mijn vliegtuig op een Amerikaans pantserschip storten en misschien zelfs voor twee Yumimoto-bedrijven werken”.

Maar één was al meer dan voldoende. Van zodra ze daar aan de slag gegaan is, begint ze immers ook de race naar de bodem, een bodem die ze – al bevindt die zich dan op de vierenveertigste verdieping – bereikt op zo’n drievierde van het boek, alwaar ze ook een samenvatting geeft van haar carrière tot dan toe (over het eerste deel daarvan heeft ze het overigens ook in De hongerheldin): “Als kind wilde ik God worden. Al spoedig zag ik in dat dit te hoog gegrepen was en deed ik wat wijwater bij de miswijn: ik zou Jezus zijn. Ik besefte al gauw dat ik te ambitieus was en nam er genoegen mee om later, als ik groot zou zijn, voor martelares te ‘spelen’. Als volwassene besloot ik het minder megalomaan aan te pakken en als tolk voor een Japans bedrijf te gaan werken. Dat was helaas te veel gevraagd en ik moest een stapje terugzetten om boekhoudster te worden. Er was echter nog geen einde gekomen aan mijn pijlsnelle afdaling van de maatschappelijke ladder. Ik werd dus overgeplaatst naar een functie van niks. Jammer genoeg was niks nóg te goed voor mij – ik had het kunnen weten. Toen kreeg ik mijn ultieme job: de plee schoonmaken”. De toiletten op de vierenveertigste verdieping worden dus “de plaats van (…) [haar] promotie” en in die toiletten brengt ze vervolgens de zeven maanden door die ze nog te gaan heeft tot het einde van haar één jaar durende contract. Zeven maanden die ze, naar eigen zeggen, nooit als vernederend heeft ervaren, maar die ze voor een groot deel doorbracht met haar “voorhoofd tegen het glas te drukken en uit het raam te springen. Ik ben de enige persoon ter wereld wie dit wonder is overkomen: die defenestraties hebben me het leven gered. Tot op heden moeten er in de hele stad stukjes van mijn lichaam te vinden zijn”.

Als ze uiteindelijk haar ontslag geeft, omdat ze vond dat ze “niet doodleuk de avond van de zevende januari [kon] afwachten en naar huis gaan”, maar “de traditie in ere wilde houden” en dus haar “ontslag [moest] indienen bij al (…) [haar] meerderen”, moet ze dat ook nog doen zonder “de goede betrekkingen tussen belgië en het land van de rijzende zon (…) in gevaar [te] brengen”, want dat heeft haar vader, belgisch ambassadeur Patrick Nothomb, haar opgedragen: “Ik mocht dus niet suggereren dat een Japanner in het bedrijf me onheus behandeld had. Ik mocht alleen redenen aanvoeren – want ik zou moeten verantwoorden waarom ik die florissante betrekking eraan gaf – die in de eerste persoon enkelvoud waren geformuleerd”.

Daar slaagt ze niet helemáál in, maar laat ons wel wezen, ze heeft haar parcours ook niet helemáál aan zichzelf te danken: van een tolk een boekhouder maken is vanwege het management (dat misschien iets zou hebben aan Het ministerie van werkplezier https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2022/11/het-ministerie-van-werkplezier-... van Ilse Ceulemans) ook geen briljante beslissing. Talenknobbels en wiskundeknobbels mogen dan al – zie daarvoor mijn op komst zijnde boekbespreking van De botten van Bach van Jan Huijbrechts – een product van de fantasie zijn, Amélie Nothomb heeft die laatste zelfs met de best werkende fantasie ter wereld niét: “Mijn Danaïdenvat werd onophoudelijk gevuld met cijfers, die vervolgens door de gaten in mijn hoofd weglekten. Ik was de Sisyphus van de boekhouding en zoals de mythische held gaf ik de moed nooit op, deed ik de onontkoombare berekeningen wel honderd, misschien wel duizend keer over. Ik ben het overigens aan mijn eer verplicht om de volgende merkwaardigheid niet onvermeld te laten: ik zat er duizend keer naast, wat net zo verbazend zou zijn als repetitieve muziek, als mijn duizend fouten niet elke keer verschillend waren geweest. Eenzelfde berekening leverde duizend verschillende uitkomsten op. Ik was geniaal.”

Waarmee we, als die uit de voorafgaande citaten nog niet duidelijk geworden was, toch bij de humor van de auteur uitkomen. Nooit boertig, altijd subtiel. “Ze heeft een eigen stem en die spreekt een taal die een heel grote beheersing van het Frans verraadt”, luidt het in het al eerder genoemde stukje Thematiek op het einde van deze bij Malmberg in 2006 als Boektopper verschenen editie, maar de vertaler lijkt dan toch ook zeer goed zijn werk gedaan te hebben. “Ze stond tegen me te praten en ik genoot van de klank van haar lieflijke en begripvolle stem. Ze liet me ordners zien, legde me uit waar ze voor dienden en glimlachte. Ik was me er niet van bewust dat ik niet naar haar luisterde”, zegt Nothomb op pagina acht. “De hoeveelheid geld die omging bij Yumimoto, ging het menselijk begrip te boven. Naarmate de nullen zich aaneenregen, verlieten de bedragen de wereld van de getallen voor die van de abstracte kunst”, klinkt het op pagina tien. “We keken elkaar verbluft aan. Van mijn kant was dat heel normaal: eindelijk kreeg ik de god van Yumimoto te zien. Wat hem betreft was het minder evident: wist hij eigenlijk wel dat ik bestond? Kennelijk wel, want hij riep, met een buitengewoon welluidende, voorname stem: ‘U bent ongetwijfeld Amélie san!’”, schrijft ze op pagina eenenvijftig. “Zijn Nederlandse nationaliteit was een pluspunt: die zo goed als Duitse origine compenseerde het feit dat hij een blanke was”, geeft ze op pagina eenenzestig mee over ene bij haar bazin in de smaak vallende Piet Kramer. “Ze kwam dreigend op me af. In haar rechteroog zag ik Hiroshima en in haar linker Nagasaki”, zegt ze over diezelfde bazin weer tien bladzijden verder.

Ik ben geneigd hier nog even door te gaan over haar brokkenparcours bij Yumimoto – vooral omdat het, los van ongetwijfeld aanwezige, dichterlijke vrijheden, toch gebaseerd is op waar gebeurde feiten –, maar ik laat een nadere kennismaking daarmee toch maar aan de lezer over. Ik ga het dus niet hebben over Nothombs kennis van de Japanse taal (té goed om goed te zijn), haar kennis van de Duitse taal (gebrekkig, minstens wat de term GmbH aangaat), haar neiging om het werk van een ander op zich te nemen, de jaloezie van haar bazin en – desondanks – Nothombs medeleven met haar, noch over haar enige kans op werkelijke promotie, maar nog slechts over twee dingen. Twee – voor mij dan toch – verwijzingen naar verdere literatuur. Op pagina zevenenveertig las ik er een naar het door mij recent besproken De Meester en Margarita https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2022/12/de-meester-en-margarita-michail... van Michail Boelgakov: “Pontius Pilatus wist ook niet dat hij bijdroeg tot de triomf van Christus”. Op pagina veertien las ik dan weer: “Als de taal een woud was, kon ik de reusachtige Japanse ceders – die in het Frans ‘cryptomères’ oftewel ‘cryptomoeders’ heten, wat in dit geval bijzonder toepasselijk is – misschien verstoppen achter de Franse beuken, Engelse linden, Latijnse eiken en Griekse olijfbomen”. Iets wat u wellicht niks zal zeggen, maar wat mij deed denken aan het allerlaatste, tot dit jaar nooit vertaalde, deel van de stripserie Schipbreuk in de tijd (van de hand van Paul Gillon), Le Cryptomère. Nooit geweten dat dát de Franse benaming voor een Japanse ceder was. Misschien ontdek ik dat dus wel opniéuw als ik binnen zoveel jaar nóg eens Met angst en beven lees…

Björn Roose ( )
  Bjorn_Roose | Dec 14, 2022 |
Ookal gaat het over een heel andere cultuur (een Waalse die in Japan gaat werken)... toch vond ik het boeiend om lezen omdat het het eerste boek is dat me toont dat je ook op een werkvloer continu met cultuurverschillen geconfronteerd wordt. ( )
  ArtieVeerle | Feb 12, 2021 |
Hilarisch is dit zeker te noemen, Nothomb's autobiografische ervaring in een Japans bedrijf. Maar satire is een delicate kunst, en overdrijving schaadt. Nothomb balanceert op de rand van het racisme. ( )
  bookomaniac | Apr 21, 2016 |
De ultieme relativering voor elke westerling met werkstress. Status en eerbied voor je meerdere zijn in Japan veel belangrijker dan samenwerken, bedrijfsresultaat of effectiviteit. Zo gaat het ook bij de Japanse multinational waar Nothombs alterego zich moeizaam naar binnen heeft weten te werken. Dat ze na een jaar als toiletjuffrouw afscheid neemt, is vooral indrukwekkend, omdat ze het zo lang heeft weten uit te houden. Maar ze beklaagd zich niet. Nothomb omschrijft met liefde en lichtvoetigheid de cultuur binnen een Japans bedrijf. ( )
  Dax9 | Jan 30, 2012 |
Amélie start als tolk in een Japans bedrijf, maar haar Westerse mentaliteit zorgt al snel voor een degradatie tot WC-madam. Het boek is een humoristische, kritische visie op het (werk)leven in Japan en zeker een aanrader voor wie van Nothombs stijl houdt. ( )
  fempie | Apr 5, 2010 |
1-5 van 7 worden getoond (volgende | toon alle)
Die Mischung aus leichten Dialogen und Hintergrundwissen, aus Sprachwitz und kritischen Reflexionen, aus komischen Episoden und traurigen Wahrheiten macht dieses Buch lesenswert.
toegevoegd door Indy133 | bewerkliteraturkritik.de, Anne Stresing (Nov 1, 2000)
 

» Andere auteurs toevoegen (7 mogelijk)

AuteursnaamRolType auteurWerk?Status
Nothomb, Amélieprimaire auteuralle editiesbevestigd
Arijs, MarijkeVertalerSecundaire auteursommige editiesbevestigd
Hunter, AdrianaVertalerSecundaire auteursommige editiesbevestigd
Krege, WolfgangVertalerSecundaire auteursommige editiesbevestigd
Je moet ingelogd zijn om Algemene Kennis te mogen bewerken.
Voor meer hulp zie de helppagina Algemene Kennis .
Gangbare titel
Oorspronkelijke titel
Alternatieve titels
Oorspronkelijk jaar van uitgave
Mensen/Personages
Belangrijke plaatsen
Belangrijke gebeurtenissen
Verwante films
Informatie afkomstig uit de Engelse Algemene Kennis. Bewerk om naar jouw taal over te brengen.
Motto
Opdracht
Eerste woorden
Mister Haneda was senior to Mister Omochi, who was senior to Mister Saito, who was senior to Miss Mori, who was senior to me.
Citaten
Laatste woorden
Ontwarringsbericht
Uitgevers redacteuren
Auteur van flaptekst/aanprijzing
Oorspronkelijke taal
Informatie afkomstig uit de Engelse Algemene Kennis. Bewerk om naar jouw taal over te brengen.
Gangbare DDC/MDS
Canonieke LCC

Verwijzingen naar dit werk in externe bronnen.

Wikipedia in het Engels (3)

According to ancient Japanese protocol, foreigners deigning to approach the emperor did so only with fear and trembling. Terror and self-abasement conveyed respect. Amélie, our well-intentioned and eager young Western heroine, goes to Japan to spend a year working at the Yumimoto Corporation. Returning to the land where she was born is the fulfillment of a dream for Amélie; working there turns into comic nightmare. Alternately disturbing and hilarious, unbelievable and shatteringly convincing,Fear and Trembling will keep readers clutching tight to the pages of this taut little novel, caught up in the throes of fear, trembling, and, ultimately, delight.

Geen bibliotheekbeschrijvingen gevonden.

Boekbeschrijving
Haiku samenvatting

Actuele discussies

Geen

Populaire omslagen

Snelkoppelingen

Waardering

Gemiddelde: (3.66)
0.5
1 17
1.5 1
2 52
2.5 23
3 172
3.5 59
4 246
4.5 35
5 126

Ben jij dit?

Word een LibraryThing Auteur.

 

Over | Contact | LibraryThing.com | Privacy/Voorwaarden | Help/Veelgestelde vragen | Blog | Winkel | APIs | TinyCat | Nagelaten Bibliotheken | Vroege Recensenten | Algemene kennis | 204,465,169 boeken! | Bovenbalk: Altijd zichtbaar