StartGroepenDiscussieMeerTijdgeest
Doorzoek de site
Onze site gebruikt cookies om diensten te leveren, prestaties te verbeteren, voor analyse en (indien je niet ingelogd bent) voor advertenties. Door LibraryThing te gebruiken erken je dat je onze Servicevoorwaarden en Privacybeleid gelezen en begrepen hebt. Je gebruik van de site en diensten is onderhevig aan dit beleid en deze voorwaarden.

Resultaten uit Google Boeken

Klik op een omslag om naar Google Boeken te gaan.

Bezig met laden...

Drie kameraden

door Erich Maria Remarque

Andere auteurs: Zie de sectie andere auteurs.

LedenBesprekingenPopulariteitGemiddelde beoordelingAanhalingen
8401125,910 (4.14)56
From the acclaimed author of All Quiet on the Western Front comes Three Comrades, a harrowing novel that follows a group of friends as they cope with upheaval in Germany between World Wars I and II.   The year is 1928. On the outskirts of a large German city, three young men are earning a thin and precarious living. Fully armed young storm troopers swagger in the streets. Restlessness, poverty, and violence are everywhere. For these three, friendship is the only refuge from the chaos around them. Then the youngest of them falls in love, and brings into the group a young woman who will become a comrade as well, as they are all tested in ways they can have never imagined.   Written with the same overwhelming simplicity and directness that made All Quiet on the Western Front a classic, Three Comrades portrays the greatness of the human spirit, manifested through characters who must find the inner resources to live in a world they did not make, but must endure.   "The world has a great writer in Erich Maria Remarque. He is a craftsman of unquestionably first rank, a man who can bend language to his will. Whether he writes of men or of inanimate nature, his touch is sensitive, firm, and sure."--The New York Times Book Review… (meer)
Bezig met laden...

Meld je aan bij LibraryThing om erachter te komen of je dit boek goed zult vinden.

Op dit moment geen Discussie gesprekken over dit boek.

» Zie ook 56 vermeldingen

Engels (8)  Nederlands (1)  Frans (1)  Duits (1)  Alle talen (11)
Boeken lijken bij mij altijd in “series” uit mijn kasten te komen. Niet omdat ze naast elkaar zouden staan of van dezelfde auteur zouden zijn of iets dergelijks, nee: omdat ze, ondanks het feit dat ik ze niet op die manier uitzoek, vaak op de een of andere manier te maken hebben met het vorige dat ik las.

Toen ik De andere oorlog van Willy Spillebeen van tussen de rijen haalde, dacht ik dat ik het boek wellicht niet zo interessant zou vinden en dat ik het dus uit mijn kast zou kunnen ruimen na het gelezen te hebben (om zo wat plaats te maken voor de stapels boeken die intussen horizontaal óp andere boeken liggen). Niks bleek minder waar – zie daarvoor mijn bespreking https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2023/05/de-andere-oorlog-willy-spillebe... van dat boek -, maar het werd wel het eerste boek in een “serie” die over oorlog handelde of daar toch naar verwees. De Russische Krim – Geschiedenis van een betwist schiereiland van Emmanuel Waegemans volgde (zie déze bespreking: https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2023/06/de-russische-krim-geschiedenis-...; uitleggen hoe dat boek met oorlog te maken heeft, hoef ik allicht niet. Heer der vliegen https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2023/06/heer-der-vliegen-william-goldin... van Nobelprijswinnaar William Golding sprong vervolgens in mijn handen: een atoomoorlog als achtergrond en een oorlog van allen tegen allen in de voorgrond. De Diaspora van de hand van Marnix Gijsen, volgt na voorliggende bespreking, en ook dáárin speelt oorlog – de Tweede Wereldoorlog – een niet onbelangrijke rol. De Vrijwilligers is het recentste boek dat ik gelezen heb en, ja, dat boek van Saint-Loup gaat over de Fransen die vrijwillig naar het Oostfront trokken (en vervolgens helemaal terug tot ze in Berlijn de Führerbunker konden gaan beschermen. Ook van dat boek dacht ik overigens dat ik het niet bijzonder interessant zou vinden, maar het mij onbekende stukje geschiedenis daarin, maakte mijn verre van onbekende afkeer van oorlog weer goed. En vóór die laatste twee las ik dus Drie kameraden van Erich Maria Remarque over het leven van drie Duitse kameraden kort na de Eerste Wereldoorlog, drie kameraden die mekaar leren kennen hebben aan het front. Ik heb mezelf ten slotte gedwongen om een boek ter hand te nemen dat moeilijk veel met oorlog te maken kon hebben, tenzij eventueel de zogenaamde oorlog tussen de seksen, maar daarover hebben we het later nog wel.

Nu dus het vijfde boek van de auteur die toch nog steeds het bekendst is van zijn tweede werk, Im Westen nichts Neues, ofte Van het westelijk front geen nieuws, een anti-oorlogsroman die binnen de elf weken na publicatie een oplage van 450.000 exemplaren bereikte, nog in hetzelfde jaar (1929) in zesentwintig talen werd vertaald, en tegenwoordig op zo’n twintig miljoen exemplaren in vijftig talen over de hele wereld te vinden zou zijn. Dat zou anders gelopen zijn als het aan de nationaal-socialisten had gelegen, want bij hen maakte Erich Maria Remarque geen vrienden met het boek en vele exemplaren ervan kwamen in – een tijdens de woke-golven van de jongste jaren ook weer opduikende praktijk – boekverbrandingen terecht. Eigenaardig overigens, want Remarque werd éérder verweten dat hij… niet zo heel ver van de nationaal-socialistische ideologie af stond. Zijn eerste werk, Die Traumbude, werd namelijk gepubliceerd door Verlag Die Schönheit en veel van zijn publicaties verschenen in het gelijknamige tijdschrift (waar onder andere ook de belgische architect Henry Van de Velde in publiceerde) dat behalve voor onder andere “Lebensreform”, schoonheidscultuur, dans en kunst, ook aandacht had voor thema’s als “rassenhygiëne” en “rassenverjonging” en waaraan nogal wat latere nationaal-socialisten meewerkten. Genoeg voor een portie guilt by association, maar ook in de roman Die Traumbude zelf zou de “völkische” ideologie sterk doorgeklonken hebben, genoeg om van linkse kant het verwijt te laten ontstaan dat Remarque zich ter “rechtsradicale” en “antisemitische” zijde zou bevonden hebben.

Het gebrek aan succes van Die Traumbude (het zou tot 1998 duren vooraleer er een eerste heruitgave kwam) maakte het Remarque echter makkelijk de roman te “vergeten” en te doén vergeten: in een vraaggesprek in 1963 zei hij erover dat hij “in einer jugendlichen Orientierungsphase entstanden [war], in der er ausprobiert und zuweilen auch ‘preziös’ geschrieben habe”, maar al in het begin van de jaren 1920, kort na de publicatie van Die Traumbude, deed hij iets anders om zich te “distantiëren” van dat werk: hij veranderde zijn naam. De auteur die oorspronkelijk Erich Paul Remark geheten had werd geleidelijk Erich Maria Remarque (die “Maria” trouwens vanwege zijn grenzeloze bewondering voor Rainer Maria Rilke) en tegen dat hij Im Westen nichts Neues publiceerde, was dát de naam geworden waaronder hij bekend stond.

Ach wat, een mens moet al eens van gedacht kunnen veranderen, en wat Remark/Remarque verder in de jaren tussen de Eerste Wereldoorlog (waarin hij onder andere in Houthulst diende) en 1938, het jaar waarin Drei Kameraden gepubliceerd werd, meemaakte, zou ook weer zijn invloed op dit boek (en andere) hebben. Na de lauwe ontvangst van Die Traumbude ging hij namelijk onder andere als verkoper van grafstenen en organist in een krankzinnigengesticht aan de slag alvorens tijdschriftredacteur te worden van onder andere het bedrijfsblad van bandenfabrikant Continental AG: het hoofdpersonage – en er ís ondanks het feit dat dit boek Drie kameraden heet wel degelijk een hoofdpersonage – woont naast een kerkhof, speelt bij gelegenheid (en soms om den brode) piano in een café, en werkt in een garage (samen met zijn twee kameraden). Het hoofdpersonage zuipt ook als een Zwitser (de auteur leefde na zijn vlucht uit nationaal-socialistisch Duitsland in Zwitserland), de stijl van het boek is Amerikaans (al zou Remarque pas in 1939 officieel in de Verenigde Staten gaan wonen), en een mooie vrouw is hetgene waarrond het leven van het hoofdpersonage én uiteindelijk dat van zijn kameraden gaat draaien. Geen vreemd thema voor een man die twee keer met de danseres Ilse Jutta Zambona getrouwd was, een romance met toneelspeelster Ruth Albu had, even Fritz von Opel (onder andere autocoureur, ook al een thema dat belangrijk is in Drie kameraden) bedroog met diens vrouw Margot, Hedy Lamarr inwisselde voor Marlene Dietrich, en verder de ene actrice na de andere versleet, waarbij onder andere Natalie Paley, Greta Garbo, Maureen O’Sullivan, Claire Luce, Lupe Vélez, Dolores del Rio en de voormalige echtgenote van Charlie Chaplin, Paulette Goddard zijn revue passeerden. “Je moet altijd één ding goed onthouden”, zegt een van de drie kameraden op een zeker moment, “men maakt zich bij een vrouw nooit belachelijk, als men het voor haar doet. Al doe je het nog zo dwaas. Doe wat je wilt – ga op je kop staan, zeg de domste dingen, wees trots als een pauw, zing voor haar raam, maar doe één ding niet: wees niet zakelijk, wees niet verstandig!” Mogelijk was dat ook het Leitmotiv van Remarque, met dat verschil dat zijn laatste vrouw, Paulette Goddard, hém overleefde, in tegenstelling tot wat het geval is met de vriendin van hoofdpersonage Robby, Patrice Hollmann. Daarmee geef ik het einde van het boek weg, maar u zou al zéér sloom moeten wezen om zo ongeveer halverwege het boek, als haar dokter Robby inlicht dat ze al een tijdje tuberculose heeft, niet door te hebben dat dat niet goed zal aflopen.

Maar ondanks die voorspelbaarheid, en ondanks mezelf, werd dit boek voor mij iets waar ik niet echt naar op zoek was: een tearjerker. Een tearjerker in – zoals al gezegd – Amerikaanse stijl (ondanks de achtergrond die, met onder andere politieke vergaderingen van communisten en protofascisten, “militaire marsen” en “lange, zwijgende optochten met transparanten, waarop Brood en Arbeid geëist werd”, min of meer uit de televisieserie Babylon Berlin weggelopen zou kunnen zijn), met veel zuipen, veel roken, hard rijden in snelle wagens, spitse dialogen, vechtpartijen en een man, drie mannen zelfs, die alles doet/doen om het één schoonheid naar de zin te maken, terwijl ze zelf langzamerhand aan lager wal geraken: “Je moet veel van me houden, Robert. Heel erg. Ik heb veel liefde nodig. Ik weet niet wat ik zonder liefde zou moeten beginnen (…) Je moet me vasthouden (…) ik heb iemand nodig, die me vasthoudt, anders val ik. Ik ben bang.” “Mocht komen wat wil, voor mijn part werd ik krankzinnig van verdriet als ik haar verloor, nu was ze er, en was al het andere me onverschillig en kon naar de bliksem lopen.” En ondanks dát tussendoor toch een kijkje op die jaren in Duitsland: “(…) een politieke optocht met gezang. Allemaal jonge mensen in rijen van vier, in dezelfde uniform en een man met een gezicht van een energieke zeehond aan het hoofd van de stoet. Ze stapten over het asfalt, alsof het een veld met granaattrechters was. Allemaal veel te jong om ooit granaattrechters te hebben gezien – maar juist daarom demonstreerden ze immers.” Of: “Het waren zegels uit de oorlog. Zes miljoen doden – voor deze oude man in elkaar gekrompen tot een handjevol postzegels.” Of, nog schrijnender, deze passage over de hongerende werklozen die even de warmte van het gratis opengestelde museum opzoeken: “Met bleke gezichten en totaal versleten kleren, de handen op de rug, wat schuw, wandelden ze door de zalen met ogen, die iets heel anders zagen dan de schilderijen uit de renaissance en de stille marmeren beelden der oudheid. Velen zaten op de roodfluwelen banken, die in het rond stonden. Ze zaten er moe bij, bereid om dadelijk op te staan, als iemand hen zou komen wegjagen. Men kon aan ze zien, dat ze het onbegrijpelijk vonden op fluwelen banken te kunnen zitten, zonder daar iets voor te moeten betalen. Ze waren er aan gewend niets voor niets te krijgen. Het was erg stil in al die zalen en men hoorde ondanks de vele bezoekers bijna geen woord; maar het leek mij, dat ik toeschouwer was van een hevige strijd, van een geluidloze strijd van mensen, die terneergeslagen waren maar zich nog niet wilden overgeven. Ze waren weggerukt uit hun werk, uit hun beroep en kwamen nu in de stille zalen van de kunst, om de wanhoop te ontvluchten. Ze dachten aan brood, steeds weer aan brood en aan werk, maar kwamen hier om een paar uur aan iets anders te denken en wandelden tussen de bustes der Romeinen en de onvergankelijke gratie van Griekse marmeren vrouwenfiguren met een slepende tred, met de voorover gebogen schouders van mensen die doelloos ronddwalen – een geweldig contrast, een troosteloos beeld van hetgeen de mensheid in duizenden jaren wel en niet kan bereiken: geniale kunstwerken, maar niet eens brood genoeg voor elk harer kinderen.”

Zeer mooi verwoord, zeer mooi verbeeld, voor even niet in het staccato dat grote delen van de rest van dit boek kenmerkt, maar bij momenten – en dat is wat mij betreft het werkelijke minpunt van deze roman – wordt de filosofie ook véél te expliciet. En – in tegenstelling tot wat geldt voor de voorgaande frase, die sowieso in de setting van een museum speelt en dus rustiger is - nefast voor het doorheen de roman opgebouwde ritme: “Ik wist, dat Pat me niet vergeten was. Maar ik wist ook dat het samen beleven het beleefde au fond degradeert tot een soort amusement. Men kon wel met elkaar beleven maar niet samen iets beleven. Om werkelijk iets te kunnen beleven, moest men alleen zijn. Alleen wie steeds opnieuw alleen is, kent het geluk van het bij elkaar zijn. In het andere geval is men met zijn tweeën alleen. Dat vernietigt het geheim van de spanning. Wat doorlekt eerder de magische ban der eenzaamheid dan de opstand der gevoelens; het zich overgeven aan een hevige emotie, de kracht der elementen, de storm, de nacht, de muziek – en de Liefde…?”

Maar dat soort gedram wordt dan af en toe weer goedgemaakt door mooie zinnen als deze: “Buiten tierde de straat met het roofvogelgekrijs van de auto’s. Ze bulderde naar binnen, zodra iemand de deur open deed. Ze schreeuwde als een nijdig, oud wijf, dat ruzie maakte.” Of: “Kleine huizen sliepen rondom in kleine tuintjes. Diep waren de daken over de vensters getrokken.” Of, ten slotte: Een oude slaperige kelner bediende ons. Op zijn jacquet kon men het menu van de hele week lezen.”

En filosofie kan natuurlijk ook zónder drammen neergeschreven worden, tégen drammen zelfs: “(…) laten we het eerste glas drinken op de gezondheid van moeder Zalowski. Ze is vegetariër, maar gunt andere mensen kip en ham. Dat noem ik loyaliteit, een eigenschap, die men tegenwoordig in deze tijd van fanatisme hoogst zelden ontmoet.” Of: “Dat is met elke waarheid zo. Ze kloppen altijd maar half. Verder komen we nooit. Daarvoor zijn we mensen. En we stichten met onze halve waarheden al onheil genoeg. Met hele waarheden zouden we helemaal niet kunnen leven.”

Samengevat: Drie kameraden van Erich Maria Remarque wordt geen blijvertje in mijn bibliotheek (ik zei al dat ik plaats nodig heb en ik heb ook nog het al eerder genoemde Van het westelijk front geen nieuws staan), maar onaangenaam om lezen is het boek zeker niet. Voor wie eens een paar avonden van een rechttoe rechtaan verhaal over camaraderie en liefde wil genieten, zou ik het zeker durven aanraden.

PS: waar ik het in mijn bespreking van De andere oorlog nog had over het feit dat die andere oorlog zich in mijn geboortestreek afspeelde, maar het stiekem een beetje spijtig vond dat het dorp waar ik mijn jeugd doorbracht, Handzame, niet vernoemd werd, werd ik in Drie kameraden verrast door volgende frase: “Maar heeft hij Bernhard Wiese geholpen, toen die met een schot in zijn buik in het bos van Houthould [Houthulst, noot van mij] lag te kermen? Heeft hij Katczinsky geholpen, die in Handzaeme sneuvelde en een zieke vrouw naliet met een kind dat hij nog nooit gezien had?”

Björn Roose ( )
  Bjorn_Roose | Jun 1, 2023 |
geen besprekingen | voeg een bespreking toe

» Andere auteurs toevoegen (71 mogelijk)

AuteursnaamRolType auteurWerk?Status
Remarque, Erich MariaAuteurprimaire auteuralle editiesbevestigd
Harbitz, AlfVertalerSecundaire auteursommige editiesbevestigd
hirendrakumar duttaVertalerSecundaire auteursommige editiesbevestigd
Pocar, ErvinoVertalerSecundaire auteursommige editiesbevestigd
Rost, NicoVertalerSecundaire auteursommige editiesbevestigd
Wheen, A. W.VertalerSecundaire auteursommige editiesbevestigd
Je moet ingelogd zijn om Algemene Kennis te mogen bewerken.
Voor meer hulp zie de helppagina Algemene Kennis .
Gangbare titel
Oorspronkelijke titel
Alternatieve titels
Oorspronkelijk jaar van uitgave
Mensen/Personages
Belangrijke plaatsen
Belangrijke gebeurtenissen
Verwante films
Motto
Opdracht
Informatie afkomstig uit de Duitse Algemene Kennis. Bewerk om naar jouw taal over te brengen.
J.R.Z.
Eerste woorden
Informatie afkomstig uit de Duitse Algemene Kennis. Bewerk om naar jouw taal over te brengen.
Der Himmel war gelb wie Messing und noch nicht verqualmt vom Rauch der Schornsteine.
Citaten
Laatste woorden
Informatie afkomstig uit de Duitse Algemene Kennis. Bewerk om naar jouw taal over te brengen.
(Klik om weer te geven. Waarschuwing: kan de inhoud verklappen.)
Ontwarringsbericht
Uitgevers redacteuren
Auteur van flaptekst/aanprijzing
Oorspronkelijke taal
Informatie afkomstig uit de Engelse Algemene Kennis. Bewerk om naar jouw taal over te brengen.
Gangbare DDC/MDS
Canonieke LCC

Verwijzingen naar dit werk in externe bronnen.

Wikipedia in het Engels

Geen

From the acclaimed author of All Quiet on the Western Front comes Three Comrades, a harrowing novel that follows a group of friends as they cope with upheaval in Germany between World Wars I and II.   The year is 1928. On the outskirts of a large German city, three young men are earning a thin and precarious living. Fully armed young storm troopers swagger in the streets. Restlessness, poverty, and violence are everywhere. For these three, friendship is the only refuge from the chaos around them. Then the youngest of them falls in love, and brings into the group a young woman who will become a comrade as well, as they are all tested in ways they can have never imagined.   Written with the same overwhelming simplicity and directness that made All Quiet on the Western Front a classic, Three Comrades portrays the greatness of the human spirit, manifested through characters who must find the inner resources to live in a world they did not make, but must endure.   "The world has a great writer in Erich Maria Remarque. He is a craftsman of unquestionably first rank, a man who can bend language to his will. Whether he writes of men or of inanimate nature, his touch is sensitive, firm, and sure."--The New York Times Book Review

Geen bibliotheekbeschrijvingen gevonden.

Boekbeschrijving
Haiku samenvatting

Actuele discussies

Geen

Populaire omslagen

Snelkoppelingen

Waardering

Gemiddelde: (4.14)
0.5 1
1 4
1.5 2
2 1
2.5 2
3 26
3.5 4
4 58
4.5 2
5 77

Ben jij dit?

Word een LibraryThing Auteur.

 

Over | Contact | LibraryThing.com | Privacy/Voorwaarden | Help/Veelgestelde vragen | Blog | Winkel | APIs | TinyCat | Nagelaten Bibliotheken | Vroege Recensenten | Algemene kennis | 204,660,328 boeken! | Bovenbalk: Altijd zichtbaar