StartGroepenDiscussieMeerTijdgeest
Doorzoek de site
Onze site gebruikt cookies om diensten te leveren, prestaties te verbeteren, voor analyse en (indien je niet ingelogd bent) voor advertenties. Door LibraryThing te gebruiken erken je dat je onze Servicevoorwaarden en Privacybeleid gelezen en begrepen hebt. Je gebruik van de site en diensten is onderhevig aan dit beleid en deze voorwaarden.

Resultaten uit Google Boeken

Klik op een omslag om naar Google Boeken te gaan.

Bezig met laden...

Een beroerde affaire

door F.M. Dostojewski

Andere auteurs: Zie de sectie andere auteurs.

LedenBesprekingenPopulariteitGemiddelde beoordelingDiscussies
1182231,206 (4.08)Geen
Geen
Bezig met laden...

Meld je aan bij LibraryThing om erachter te komen of je dit boek goed zult vinden.

Op dit moment geen Discussie gesprekken over dit boek.

Om het maar meteen uit de weg te hebben: op de flap van voorliggend Een onaangename geschiedenis staat als auteursnaam “F.M. Dostojewski”. Die “M.” wordt hoogstzelden vervolledigd tot “Michajlovitsj”, de “F.” doorgaans wel tot “Fjodor”, maar over de familienaam kan gediscussieerd worden: de een schrijft “Dostojewski”, de ander “Dostojevski”. Ongeacht wat de gronden daarvoor zijn: ik schrijf “Dostojevski”.

En ja, Dostojevski was een Rus (geboren in Moskou, overleden in Sint-Petersburg), dus ik ben er niét zo eentje die boeken van Russische auteurs weggooit of naar brandstapels brengt omdat dat toevallig past in de door de belanghebbende partijen opgeklopte woede van de dag. Maar, als u dit leest en er wél zo eentje bent: laat me dan gerust wat weten als u nog boeken van Russische auteurs liggen hebt: ik haal die graag af. Het bespaart u een ritje naar het containerpark en bij mij zijn boeken van Russen altijd welkom.

En in het geval van Een onaangename geschiedenis (daterend uit 1862 en ook wel eens vertaald als Een nare geschiedenis): sarcastische boeken zijn bij mij altijd welkom. Ik lees – omdat ik een zevental van zijn boeken heb, maar helaas nog niet aan lezing daarvan toe gekomen ben, moet ik het wel met bronnen daarbuiten doen - op Wikipedia dat zijn werk “een sterke nadruk op het Russisch-orthodoxe christendom [kent], en zijn boodschap van absolute liefde, vergeving en liefdadigheid voor ieder mens, gericht op het leven van het individu in een wereld waar veel verdriet is, maar ook veel schoonheid”, maar in Een onaangename geschiedenis gaat die “absolute liefde, vergeving en liefdadigheid voor ieder mens” toch wel voortdurend vergezeld van minstens een monkellachje en doorgaans het er glimlachend door sleuren van het hoofdpersonage Iwan Iljitsch Pralinski. Iets waartoe de stijl van Dostojevski zich ook uitmuntend leent, al moet ik wat dat betreft afgaan op wat vertaler H.W. Sandberg van de Nederlandse versie, in 1948 ergens rond Pasen (want er zit een houtgravure met “Paasgroet” in het boekje) uitgegeven bij Wereldbibliotheek, heeft gemaakt.

Enfin, te veel uit de biecht klappen over een verhaal van amper 98 bladzijden, ook nog ‘verlucht’ met een zestal houtsneden van R. Snapper (telkens één bladzijde met de achterzijde daarvan niet bedrukt – de druktechniek liet kennelijk enigszins te wensen over of het stak niet op een paar lege bladzijden), zou niet goed zijn, maar Iwan Iljitsch Pralinski is wat we tegenwoordig een wereldverbeteraar zouden noemen en wel een wereldverbeteraar die geconfronteerd wordt met de realiteit: de mensen die hij zo graag wil ‘helpen’ bevallen hem bij nader inzicht helemaal niet (omgekeerd geldt hetzelfde) en hij heeft vervolgens alle moeite van de wereld om zich niet aan het… verslechteren van die wereld te zetten. Én om zijn gezicht niet te verliezen tegenover de buitenwereld. Want om die buitenwereld is het hem natuurlijk te doen: “(…) toen kwam plotseling het liberale Rusland en wekte bij hem weer groote verwachtingen op. En het ‘Excellentie’ droeg daar nog het zijne toe bij. Zijn zelfvertrouwen kwam terug en hij wierp het hoofd in den nek. Hij sprak plotseling mooi en veel, en natuurlijk alleen over de moderne opvattingen, die hij zich verbazend vlug en bijna met hartstocht had eigen gemaakt. Hij benutte elke gelegenheid om te spreken, zocht bekende persoonlijkheden en stond dan ook spoedig als een verwoed liberaal bekend, waardoor hij zich ten zeerste gevleid voelde. Op dien avond echter kwam hij na zijn vierde glas bijzonder op dreef. Hij wilde plotseling den heer des huizes volkomen bekeeren. Hij had hem den laatsten tijd in lang niet meer ontmoet, hem steeds zeer hoog geschat en anders altijd naar zijn raad geluisterd. Ineens hield hij hem echter voor uiterst conservatief en viel hem daarom met ongewonen ijver aan.”

Dat vierde glas, een koetsier die niet ter plekke blijkt te zijn, en het toeval dat hij vervolgens op zijn woedende wandeltocht door de stad (“Wacht maar, schoelje, daar zal je berouw van hebben! Ik ga nu expres te voet om je den angst op het lijf te jagen! Als hij terugkomt, hoort hij natuurlijk direct dat zijn heer en meester naar huis is gaan loopen… Het tuig!”) langs het huis komt waar een van zijn bedienden, Pseldonimoff (een “armoedige ambtenaar” met “zoo’n doodgewoon alledaagsch gezicht (…), als honderd andere en zijn blik bepaald erg onsympathiek”, die hij eerder, tegen zijn voornemens in, niet eens een geschenk had gegeven) die avond zijn huwelijksfeest viert, brengen hem er vervolgens toe te denken dat hij die “conservatief” wel eens zal overtuigen door zelf het goede voorbeeld te geven: “‘Ja, ja, mijn waarde Nikiforoff! Zooeven kon u mij niet begrijpen, maar hier heeft u nu een uitstekend voorbeeld. Hm – ja. Wij praten allemaal over humaniteit, maar tot heroïsme, tot heldendaden, daar zijn we nog altijd niet toe in staat. Wat voor een heldendaad? Nu, oordeelt u dan zelf: bij de bestaande inrichting van de maatschappij zou ik, ik, om twaalf uur ‘s nachts naar mijn registrator, die maar tien roebel in de maand verdient, toegaan! - Dat is toch immers je reinste waanzin, dat is toch een omwenteling in de opvattingen der beschaving, het einde van Sodom en de ondergang van Pompeiï! Niemand zou dat begrijpen. Nikiforoff zal sterven, zonder dat te begrijpen. Hij zei toch immers: wij zullen het niet volhouden. Ja, maar die ‘wij’ zijt gij, mijne heeren, niet ik; d.w.z. menschen, die elke vooruitgang verlammen en tot stilstand brengen, maar ik, ik zal het wel kunnen volhouden! Ik zal den laatsten dag van Pompeiï in den heerlijksten dag van glorie voor mijn ondergeschikten veranderen en deze ongehoorde daad zal tot een normale, patriarchale, een verhevene, een moreele handeling worden.”

U ziet de figuur voor u? Goed zo, die figuur, die enorme ballon, wordt in de zestig bladzijden die daarop volgen volkomen lek geprikt. Hij loopt vol met drank, terwijl alle lucht er uit ontsnapt. “(…) onze held voelde zich niets op zijn gemak, hij voelde, dat hij zich ergens in verstrikt had, waar hij niet meer uit kon geraken.” “De heer Pralinski, bij wien de champagne begon te werken, verwaardigde zich zoowaar te glimlachen, maar langzaam aan sloop een eenigszins vreemde ontgoocheling zijn gemoed binnen: o, het spreekt vanzelf, dat hij van ongedwongenheid en natuurlijkheid hield; hoe had hij daar naar verlangd, toen de gasten nog verlegen teruggetreden waren! Maar plotseling waren de opgeroepen geesten niet meer te bezweren.” “Het was hem alsof hij van een berg naar beneden stortte, alsof hij viel, viel, viel, en hij had het gevoel, dat hij zich aan iets vast moest houden, moest vastklampen, maar hij wist niet en hij ontdekte niet, wat dat zou hebben moeten zijn.” “Deze toestand ging echter spoedig voorbij na een nieuw glas champagne, dat hij wel zelf had ingeschonken, maar dat hij eigenlijk niet had willen opdrinken, en dat hij toch plotseling geheel bij vergissing leegdronk. Daarna had hij het liefst een deuntje geschreid. Hij voelde, dat de meest excentrieke sentimentaliteit weer over hem kwam, dat hij weer bereid was allen lief te hebben, allen, zelfs Pseldonimoff (…)”. “Menschelijkheid”, nietwaar? “Humaniteit”, dus, “de humaniteit ten opzichte van de ondergeschikten, van den beambte tot den schrijver, van den schrijver tot den huisknecht en van den huisknecht tot den boer – dat de humaniteit, zeg ik, laten wij zeggen, als hoeksteen van de aanstaande hervormingen en heelemaal als hoeksteen van de vernieuwing der dingen dienen kan.” Een hoeksteen die Pralinski helaas zélf mist…

Björn Roose ( )
  Bjorn_Roose | Nov 2, 2023 |
geen besprekingen | voeg een bespreking toe

» Andere auteurs toevoegen (6 mogelijk)

AuteursnaamRolType auteurWerk?Status
Dostojewski, F.M.primaire auteuralle editiesbevestigd
Lindgren, StefanVertalerSecundaire auteursommige editiesbevestigd
Sandberg, H.W.VertalerSecundaire auteursommige editiesbevestigd
Snapper, R.IllustratorSecundaire auteursommige editiesbevestigd
Je moet ingelogd zijn om Algemene Kennis te mogen bewerken.
Voor meer hulp zie de helppagina Algemene Kennis .
Gangbare titel
Oorspronkelijke titel
Alternatieve titels
Oorspronkelijk jaar van uitgave
Mensen/Personages
Belangrijke plaatsen
Belangrijke gebeurtenissen
Verwante films
Motto
Opdracht
Eerste woorden
Citaten
Laatste woorden
Ontwarringsbericht
Uitgevers redacteuren
Auteur van flaptekst/aanprijzing
Oorspronkelijke taal
Gangbare DDC/MDS
Canonieke LCC

Verwijzingen naar dit werk in externe bronnen.

Wikipedia in het Engels

Geen

Geen bibliotheekbeschrijvingen gevonden.

Boekbeschrijving
Haiku samenvatting

Nagelaten Bibliotheek: Fyodor Dostoevsky

Fyodor Dostoevsky heeft een Nagelaten Bibliotheek. Nagelaten Bibliotheken zijn de persoonlijke bibliotheken van beroemde lezers, ingevoerd door LibraryThing leden uit de Nagelaten Bibliotheken groep.

Bekijk Fyodor Dostoevskys biografische profiel.

Zie Fyodor Dostoevsky's auteurspagina.

Actuele discussies

Geen

Populaire omslagen

Snelkoppelingen

Waardering

Gemiddelde: (4.08)
0.5
1
1.5 1
2 1
2.5
3 1
3.5
4 3
4.5 1
5 6

 

Over | Contact | LibraryThing.com | Privacy/Voorwaarden | Help/Veelgestelde vragen | Blog | Winkel | APIs | TinyCat | Nagelaten Bibliotheken | Vroege Recensenten | Algemene kennis | 204,803,053 boeken! | Bovenbalk: Altijd zichtbaar