Klik op een omslag om naar Google Boeken te gaan.
Bezig met laden... Doppelleben: Zwei Selbstdarstellungen (editie 2005)door Gottfried Benn (Auteur)
Informatie over het werkDubbelleven door Gottfried Benn
Geen Bezig met laden...
Meld je aan bij LibraryThing om erachter te komen of je dit boek goed zult vinden. Op dit moment geen Discussie gesprekken over dit boek. geen besprekingen | voeg een bespreking toe
Erelijsten
Geen bibliotheekbeschrijvingen gevonden. |
Actuele discussiesGeenPopulaire omslagen
Google Books — Bezig met laden... GenresDewey Decimale Classificatie (DDC)831Literature German and related languages German poetryLC-classificatieWaarderingGemiddelde:
Ben jij dit?Word een LibraryThing Auteur. |
Gottfried Benn (1886-1956) werd geboren in Mansfeld (Brandenburg) als zoon van een dominee uit een groot gezin. In 1910 beëindigde hij zijn studie als arts. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was hij militair geneesheer in Brussel. Vanaf 1917 installeerde hij zich als dokter in huid- en geslachtsziekten te Berlijn. Sinds 1928 was hij lid van de Berlijnse PEN-club. Vanaf 1912 publiceerde hij onafgebroken gedichten en novelles in onverholen expressionistische stijl en later schreef hij ook nog essays.
Klaus Siegel schreef voor deze autobiografie een zeer gedegen en gestructureerd 'Nawoord vooraf', waar de lezer best bij begint en dat zeer verhelderend is om lezen, zodat je Gottfried Benn beter kunt plaatsen in het toenmalige literaire landschap. Als het expressionisme van het Interbellum je maar weinig zegt moet je beslist eens een houtskooltekening van Georg Grosz of een schilderij van Otto Dix aandachtig bekijken, die het groezelige, quasi-criminele stadsleven van het Berlijn uit die tijd zo treffend in hun essentie vatten. Benn hield er merkwaardige en tot nadenken stemmende gedachten op na. Wat inzicht biedt in het schrijverschap van Gottfried Benn is zijn mening over het ontstaansproces van de scheppingskracht van de mens. Als arts duidde hij het belang aan van de onder de grote hersenen liggende fylogenetische (*) oudere kleine hersenen en de hersenstam zelf, die hij tot aan zijn dood superieur achtte, gestimuleerd als ze waren door de impulsen die vanuit 'die Rinde'(**) voortkwamen, de schors van de grote hersenen, dat vermoedelijk het logisch-pragmatisch denken stimuleerde. U merkt het, Gottfried Benn was een hoogst cerebrale schrijver. Creatieve impulsen ontstonden volgens hem vanuit een soort trance, veroorzaakt door een al dan niet freudiaanse regressie naar de kindertijd van de menselijke geest.
In 1932 werd Benn opgenomen als lid van de Pruisische Akademie der Kunsten in Berlijn, en in het prille begin van het NS-regime bezondigde hij zich aan een verkeerde beoordeling van het nieuwe regime, net zoals ook Martin Heidegger dat deed en zoals ook de cultuuraristocraat en ‘ijzervreter’ Ernst Jünger zich enige tijd op sleeptouw liet nemen. Hierin betoonden ze zich allen kinderen van hun tijd. Reeds in het emigrantentijdschrift 'Exil' kon men de vraag lezen of Benn nu werkelijk zijn verstand had verloren. De brief die Klaus Mann vanuit Zuid-Frankrijk aan Benn schreef wordt integraal afgedrukt in deze literaire autobiografie en spreekt diepe bezorgdheid uit over Benns houding tegenover de nazi's. In een repliek ‘pro domo sua’ beargumenteerde de dichter zijn keuze om in Duitsland te blijven, ondanks alles. Vanaf 1934 onthield Benn zich volledig van elke politieke uitspraak. Ondanks het feit dat hij zich gedeisd hield, werd hem vanaf 1938 een totaal publicatieverbod opgelegd en werd hij geroyeerd uit al zijn publieke en literaire functies.
Er restte hem slechts een soort innerlijke emigratie, buiten zijn beroep als militair arts in de Wehrmacht, een functie die hij tijdens de Tweede Wereldoorlog plichtsgetrouw vervulde. De kazernesfeer werd bijzonder goed geëvoceerd in het stuk 'Blok II, kamer 66'. Tijdens de denazificatie werd hem tot 1948 een schrijfverbod opgelegd, en het was Alfred Döblin die de geallieerde bezetters eraan herinnerde dat hij al sinds 1934 het nazigedachtengoed de rug had toegekeerd. In de herfst van 1948 kon hij terug publiceren en verschenen zijn belangrijke 'Statische Gedichte'.
Alles welbeschouwd kan men besluiten dat Gottfried Benn de belangrijkste Duitse dichter van het literaire Modernisme was uit de eerste helft van de vorige eeuw. Bovendien blijkt na lezen van deze literaire autobiografie dat hij een rasintellectueel was. Hij beschikte over een enorme culturele bagage en niets van Griekse mythologie, filosofie of diepte-psychologie was hem vreemd. Zijn eruditie en oorspronkelijk denken over ongeëffende paden is dan ook indrukwekkend. En dit in het luttele bestek van slechts 153 bladzijden!
Ik heb ontzag voor deze man, voor zijn volslagen authentieke en compromisloze dichterstem, maar een gemakkelijke lectuur was dit boek toch niet. Een empatisch ingestelde natuur kun je Gottfried Benn nauwelijks toedichten, hij was veeleer een nauwgezet klinisch observator.... Of wat zou je van een dichtende medicus anders mogen verwachten?
(*) heeft betrekking op de leer van de afstamming van organismen.
(**) de boomschors ( )