Klik op een omslag om naar Google Boeken te gaan.
Bezig met laden... The Proper Study of Mankind: An Anthology of Essays (1997)door Isaiah Berlin
Bezig met laden...
Meld je aan bij LibraryThing om erachter te komen of je dit boek goed zult vinden. Op dit moment geen Discussie gesprekken over dit boek. geen besprekingen | voeg een bespreking toe
'He becomes everyman's guide to everything exciting in the history of ideas' New York Review of Books Isaiah Berlin was one of the leading thinkers of the twentieth century, and one of the finest writers. The Proper Study Of Mankindselects some of his best essays in which his insights both illuminate the past and offer a key to the burning issues of today. The full (and enormous) range of his work is represented here, from the exposition of his most distinctive doctrine - pluralism - to studies of Machiavelli, Tolstoy, Churchill and Roosevelt. In these pages he encapsulates the principal movements that characterise the modern age- romanticism, historicism, Fascism, relativism, irrationalism and nationalism. His ideas are always tied to the people who conceived them, so that abstractions are brought alive. EDITED BY HENRY HARDY AND ROGER HAUSHEER AND WITH A NEW FOREWORD BY ANDREW MARR Geen bibliotheekbeschrijvingen gevonden. |
Actuele discussiesGeenPopulaire omslagen
Google Books — Bezig met laden... GenresDewey Decimale Classificatie (DDC)192Philosophy and Psychology Modern western philosophy British philosophersLC-classificatieWaarderingGemiddelde:
Ben jij dit?Word een LibraryThing Auteur. |
Wat me meteen opvalt: Berlin was helemaal geen “systeembouwer”, geen filosoof die een heel stelsel ontwikkelde of een nieuwe stroming in denken introduceerde. Integendeel zijn schrijfsels lijken voetnoten bij bepaalde fenomenen, opvallende figuren, en soms ook de actualiteit.
Toch ademt zijn werk een relatief grote homogeniteit: hij lijkt me de held van het verzet tegen het nominalistische denken, de in de westerse wereld al sinds de Grieken ruim verspreide idee dat de werkelijkheid één en ondeelbaar is, en te vatten in een rationeel verantwoord schema. Berlin’s meest heftige proza vind je dan ook in de passages waarin hij uitvaart tegen de pretenties van het sciëntisme, de overtuiging dat op wetenschappelijke wijze de hele werkelijkheid te doorzien en dus ook te grijpen is. Ik volg zijn redenering wel, maar naar mijn gevoelen is hij daarin iets te ver doorgeslagen; ik heb de indruk dat hij iets te radicaal de wetenschappelijke methode beperkt tot het discours dat bij het positivisme aansluit; zijn tegenstelling tussen natuur- en menswetenschappen is daardoor te absoluut; het lijkt wel of hij de evolutie binnen de natuurwetenschappen van de laatste 50 jaar bewust genegeerd heeft, namelijk die waarbij wetenschappers zelf tot het inzicht zijn gekomen dat hun handelingen en denken zich niet helemaal in een “objectiveerbaar” veld afspeelt, en dat ook in wetenschap subjectiviteit en intuïtie een plaats hebben.
Berlin is het meest radicaal in zijn verdediging van de geschiedschrijving als een geheel eigen discipline waar wetenschappelijke methoden hooguit als hulpwetenschappen gebruikt kunnen worden. Hij verkettert bijna alle pogingen om in de geschiedenis te kunnen spreken van patronen of wetten, en ook daarin lijkt hij me iets te radicaal. Ik begrijp wel waar zijn opstelling vandaan komt: in de jaren ’60 en ’70 werd heel denigrerend gedaan over geschiedenis, en bezondigden veel historici zich aan de obsessie om hun vak een (natuur)wetenschappelijk cachet te geven.
Tenslotte: herhaaldelijk komt Berlin terug op de vaststelling dat het rationele (en dus ook wetenschappelijke) denken te “mager” is om de “rijke” werkelijkheid te vatten. Hij grijpt terug op concepten als gezond verstand, of intuïtief aanvoelen om de werkelijkheid tot zijn recht te laten komen. Ook hier volg ik hem wel, maar ik heb zo mijn twijfels of deze vage concepten veel zoden aan de dijk zetten.
Kortom: Berlin is een uitdagend en waardevol denker die veel van onze nog altijd impliciet veronderstelde visies op de wereld en het leven in vraag stelt. Maar ik blijf toch wel op mijn honger als ik me afvraag wat hij dan daarvoor in de plaats stelt. ( )