Het leven van de tienjarige Arthur gaat niet over rozen. Een gemene projectontwikkelaar wil niets liever dan zich meester maken van het huis van zijn grootmoeder, waarin Arthur net de zomervakantie doorbrengt. Op zijn ouders hoeft hij niet te rekenen, want die hebben hem achtergelaten zonder zich verder om hem te bekommeren. De situatie lijkt hopeloos, tot Arthur in de bibliotheek van zijn grootvader een geheimzinnige kaart vindt, met daarop de weg naar het land van de Minimoys, een klein volk uit het rijk der fabelen dat in harmonie leeft met de natuur. Samen met zijn hond Alfred gaat Arthur op zoek naar de schat van de Minimoys om zo het huis van de sloop te redden.