Klik op een omslag om naar Google Boeken te gaan.
Bezig met laden... Het einde van het spel (1951)door Graham Greene
» 39 meer 20th Century Literature (180) Books Read in 2016 (553) War Literature (22) Readable Classics (39) 1,001 BYMRBYD Concensus (137) Short and Sweet (79) 1950s (76) A Novel Cure (164) Top Five Books of 2018 (393) Books Read in 2018 (422) Best First Lines (38) Top Five Books of 2019 (190) Books Read in 2017 (1,257) Religious Fiction (27) Favourite Books (1,212) United Kingdom (18) Books Read in 2019 (1,416) Books Read in 2023 (2,477) Nifty Fifties (35) My TBR (62) Five star books (1,538) Unread books (614) Bezig met laden...
Meld je aan bij LibraryThing om erachter te komen of je dit boek goed zult vinden. Op dit moment geen Discussie gesprekken over dit boek. Morele en religieuze dilemma’s zijn nooit ver weg in het oeuvre van Graham Greene. De Britse schrijver (1904-1991) schreef enkele boeken die expliciet als ‘katholieke’ romans worden beschouwd. En deze ‘Einde van de affaire’ (1951) is de meest bekende daarvan. Maar verwacht geen vrome of devote schrijfsels, Greene werd vooral aangetrokken door de noties van menselijke zwakheid en zondigheid en zijn protagonisten zijn dus bijna altijd figuren van bedenkelijk moreel allooi, tenminste als je hen bekijkt vanuit een strikte ethiek. De hoofdrolspelers in dit verhaal, de schrijver-verteller Maurice Bendrix en Sarah Miles staan nogal cynisch in het leven, geloven in niks en hebben er dan ook geen probleem mee de ene na de andere relatie aan te gaan, ook al zijn ze – in het geval van Sarah – netjes getrouwd. De sterkte van deze roman is het vertelperspectief, namelijk dat van Bendrix. Hij is de cynische nihilist bij uitstek, die zelfs met kwaadwillig sarcasme omgaat met de echtgenote van zijn minnares. Maar Greene heeft van Bendrix tegelijk een ambivalent figuur gemaakt, die voortdurend peilt wat er omgaat in Sarah zelf, haar zelfs wantrouwt, en haar vervolgens ronduit gaat haten omdat ze hem van de ene op de andere dag heeft laten vallen. Maar blijkbaar heeft Sarah bij hem tegelijk een gevoelige snaar geraakt, want zelf twee jaar later laat ze hem niet koud en is hij ronduit jaloers als hij hoort dat ze een nieuwe minnaar zou hebben. Tot dusver, alles goed, meer zelfs: het is ronduit knap hoe gelaagd en rijk Greene zijn protaganisten op papier zet. Zowel Bendrix als Sarah zijn duidelijk figuren die gedreven worden door een permanente onrust, en heel ambigu in het leven staan. Maar dan tilt Greene zijn verhaal naar een heel ander niveau en komt de religieuze kwestie centraal te staan, met name worsteling met het geloof in God. Schrijftechnisch brengt Greene dat knap aan door inzicht te geven in het dagboek van Sarah en de evolutie die ze heeft doorgemaakt. Vervolgens schetst hij hoe Bendrix daar furieus op reageert, maar uiteindelijk op zijn eigen manier ook overstag gaat. In beide gevallen speelt een doodservaring een bepalende rol. Dat het verhaal zich afspeelt tegen de achtergrond van de tweede wereldoorlog, met London onder de Blitz en later ook onder de V1’s, zet dat extra op scherp. Nog eens: compositorisch is dit knap gedaan van Greene, met een opvallende parallelle evolutie bij Sarah en bij Bendrix. Maar waar ik moeite mee heb, is hoe existentieel die religieuze worsteling van de protagonisten wordt ingevuld. Greene suggereert dat zowel Sarah als Bendrix zo verrast zijn door de totale liefde die ze – tot hun beider verrassing – voor elkaar blijken te voelen, dat ze die niet anders kunnen koppelen dan aan de uitzonderlijke liefde voor God, ook al geloven ze daar niet echt in: “The words of human love have been used by the saints to describe their vision of God, and so, I suppose, we might use the terms of prayer, meditation, contemplation to explain the intensity of the love we feel for a woman”. Nu zijn gevoelens van intense liefde – hoe kort ook – van een bijzondere aard, ze maken het leven tot zoveel meer dan een grijze opeenvolging van gebeurtenissen. Maar Greene maakt van de religieuze ervaring een absoluut gegeven, een obsessie die staat of valt met het geloof in een persoonlijke God, een geloof dat wel degelijk een wereld van verschil maakt, zowel in zijn berustende (Sarah) als in zijn strijdbare (Bendrix) vorm. Wellicht is die absolute obsessie een afspiegeling van Greenes persoonlijk gevecht, die zich onder invloed van zijn echtgenote wel bekeerde tot het katholicisme, maar er tegelijk fel is mee blijven worstelen. Maar om eerlijk te zijn ik heb daar persoonlijk weinig boodschap aan. Greene’s relieuze thema weerspiegelt een godsbeeld dat 70 jaar geleden in Europa nog relevant was, maar nu al lang niet, of toch niet meer in die vorm. Dat maakt dat deze roman voor een lezer van vandaag erg geforceerd aandoet, en in die zin achterhaald. In het kort: ik ben absoluut onder de indruk van het schrijverschap van Green, maar desondanks is dat niet helemaal een geslaagde roman.
In "The End of the Affair" the splendidly stupid private detective, Alfred Parkis, and his apprentice son, and the maudlin grifter who is the heroine's mother, equal the best of the seedy supernumeraries of his other novels. It is savage and sad, vulgar and ideal, coarse and refined, and a rather accurate image of an era of cunning and glory, of cowardice and heroism, of belief and unbelief. Great romantic novels are about pain and hate, and among the greatest is Graham Greene's searing The End of the Affair. It is one of the most forensic and honest analyses of love you will ever read. Onderdeel van de uitgeversreeks(en)Is opgenomen inHeeft de bewerkingHeeft als studiegids voor studentenPrijzenOnderscheidingenErelijsten
Vertaling van: The end of the affair. - London : Heinemann, 1951. - Oorspronkelijke titel: Het einde van het spel. - Amsterdam : Contact, 1951. - (Contact-boekerij).
2014-23-12 Geen bibliotheekbeschrijvingen gevonden. |
Actuele discussiesGeenPopulaire omslagen
Google Books — Bezig met laden... GenresDewey Decimale Classificatie (DDC)823.912Literature English & Old English literatures English fiction Modern Period 1901-1999 1901-1945LC-classificatieWaarderingGemiddelde:
|
De sterkte van deze roman is het vertelperspectief, namelijk dat van Bendrix. Hij is de cynische nihilist bij uitstek, die zelfs met kwaadwillig sarcasme omgaat met de echtgenote van zijn minnares. Maar Greene heeft van Bendrix tegelijk een ambivalent figuur gemaakt, die voortdurend peilt wat er omgaat in Sarah zelf, haar zelfs wantrouwt, en haar vervolgens ronduit gaat haten omdat ze hem van de ene op de andere dag heeft laten vallen. Maar blijkbaar heeft Sarah bij hem tegelijk een gevoelige snaar geraakt, want zelf twee jaar later laat ze hem niet koud en is hij ronduit jaloers als hij hoort dat ze een nieuwe minnaar zou hebben.
Tot dusver, alles goed, meer zelfs: het is ronduit knap hoe gelaagd en rijk Greene zijn protaganisten op papier zet. Zowel Bendrix als Sarah zijn duidelijk figuren die gedreven worden door een permanente onrust, en heel ambigu in het leven staan.
Maar dan tilt Greene zijn verhaal naar een heel ander niveau en komt de religieuze kwestie centraal te staan, met name worsteling met het geloof in God. Schrijftechnisch brengt Greene dat knap aan door inzicht te geven in het dagboek van Sarah en de evolutie die ze heeft doorgemaakt. Vervolgens schetst hij hoe Bendrix daar furieus op reageert, maar uiteindelijk op zijn eigen manier ook overstag gaat. In beide gevallen speelt een doodservaring een bepalende rol. Dat het verhaal zich afspeelt tegen de achtergrond van de tweede wereldoorlog, met London onder de Blitz en later ook onder de V1’s, zet dat extra op scherp.
Nog eens: compositorisch is dit knap gedaan van Greene, met een opvallende parallelle evolutie bij Sarah en bij Bendrix. Maar waar ik moeite mee heb, is hoe existentieel die religieuze worsteling van de protagonisten wordt ingevuld. Greene suggereert dat zowel Sarah als Bendrix zo verrast zijn door de totale liefde die ze – tot hun beider verrassing – voor elkaar blijken te voelen, dat ze die niet anders kunnen koppelen dan aan de uitzonderlijke liefde voor God, ook al geloven ze daar niet echt in: “The words of human love have been used by the saints to describe their vision of God, and so, I suppose, we might use the terms of prayer, meditation, contemplation to explain the intensity of the love we feel for a woman”.
Nu zijn gevoelens van intense liefde – hoe kort ook – van een bijzondere aard, ze maken het leven tot zoveel meer dan een grijze opeenvolging van gebeurtenissen. Maar Greene maakt van de religieuze ervaring een absoluut gegeven, een obsessie die staat of valt met het geloof in een persoonlijke God, een geloof dat wel degelijk een wereld van verschil maakt, zowel in zijn berustende (Sarah) als in zijn strijdbare (Bendrix) vorm. Wellicht is die absolute obsessie een afspiegeling van Greenes persoonlijk gevecht, die zich onder invloed van zijn echtgenote wel bekeerde tot het katholicisme, maar er tegelijk fel is mee blijven worstelen.
Maar om eerlijk te zijn ik heb daar persoonlijk weinig boodschap aan. Greene’s relieuze thema weerspiegelt een godsbeeld dat 70 jaar geleden in Europa nog relevant was, maar nu al lang niet, of toch niet meer in die vorm. Dat maakt dat deze roman voor een lezer van vandaag erg geforceerd aandoet, en in die zin achterhaald. In het kort: ik ben absoluut onder de indruk van het schrijverschap van Green, maar desondanks is dat niet helemaal een geslaagde roman. ( )