StartGroepenDiscussieMeerTijdgeest
Doorzoek de site
Onze site gebruikt cookies om diensten te leveren, prestaties te verbeteren, voor analyse en (indien je niet ingelogd bent) voor advertenties. Door LibraryThing te gebruiken erken je dat je onze Servicevoorwaarden en Privacybeleid gelezen en begrepen hebt. Je gebruik van de site en diensten is onderhevig aan dit beleid en deze voorwaarden.

Resultaten uit Google Boeken

Klik op een omslag om naar Google Boeken te gaan.

Bezig met laden...

Dialectiek van de Verlichting filosofische fragmenten (1944)

door Max Horkheimer, Theodor W. Adorno

Andere auteurs: Zie de sectie andere auteurs.

LedenBesprekingenPopulariteitGemiddelde beoordelingAanhalingen
2,113207,592 (4.11)11
Dialectic of Enlightenment is undoubtedly the most influential publication of the Frankfurt School of Critical Theory. Written during the Second World War and circulated privately, it appeared in a printed edition in Amsterdam in 1947. "What we had set out to do," the authors write in the Preface, "was nothing less than to explain why humanity, instead of entering a truly human state, is sinking into a new kind of barbarism." Yet the work goes far beyond a mere critique of contemporary events. Historically remote developments, indeed, the birth of Western history and of subjectivity itself out of the struggle against natural forces, as represented in myths, are connected in a wide arch to the most threatening experiences of the present. The book consists in five chapters, at first glance unconnected, together with a number of shorter notes. The various analyses concern such phenomena as the detachment of science from practical life, formalized morality, the manipulative nature of entertainment culture, and a paranoid behavioral structure, expressed in aggressive anti-Semitism, that marks the limits of enlightenment. The authors perceive a common element in these phenomena, the tendency toward self-destruction of the guiding criteria inherent in enlightenment thought from the beginning. Using historical analyses to elucidate the present, they show, against the background of a prehistory of subjectivity, why the National Socialist terror was not an aberration of modern history but was rooted deeply in the fundamental characteristics of Western civilization. Adorno and Horkheimer see the self-destruction of Western reason as grounded in a historical and fateful dialectic between the domination of external nature and society. They trace enlightenment, which split these spheres apart, back to its mythical roots. Enlightenment and myth, therefore, are not irreconcilable opposites, but dialectically mediated qualities of both real and intellectual life. "Myth is already enlightenment, and enlightenment reverts to mythology." This paradox is the fundamental thesis of the book. This new translation, based on the text in the complete edition of the works of Max Horkheimer, contains textual variants, commentary upon them, and an editorial discussion of the position of this work in the development of Critical Theory.… (meer)
Bezig met laden...

Meld je aan bij LibraryThing om erachter te komen of je dit boek goed zult vinden.

Op dit moment geen Discussie gesprekken over dit boek.

» Zie ook 11 vermeldingen

Engels (16)  Catalaans (1)  Nederlands (1)  Spaans (1)  Frans (1)  Alle talen (20)
Horkheimer en Adorno schreven de Dialectiek van de Verlichting tijdens en na de Tweede Wereldoorlog en stellen zich de vraag waarom de verlichte mensheid, in plaats van een waarlijk menselijke of humanistische toestand binnen te treden, terugvalt in barbarij. Het is een duister boek, maar in de overdrijving schuilt waarheid.

Eerst zien Horkheimer en Adorno dat met de Verlichting het denken is geïnstrumentaliseerd en in het teken staat van productie, organisatie, een betere toerusting en meer gerief in het leven. Het ideaal van de Verlichting is het systeem, waaruit alles en elk ding volgt, met daarbij objectivering, kwantificering en ordening. Zo wordt de geschiedenis gereduceerd tot feiten, het leven tot materie, kwaliteiten tot functies en de taal tot tekens. De onuitgesproken doelen van de Verlichting zijn natuurbeheersing en machtsuitoefening en in die hoedanigheid bestaat de Verlichting al sinds de oudheid en al in de mythen. De hedendaagse machtsuitoefening gaat niet meer als mythen of als tovenarij verkleed, maar gaat als productie verkleed en ontvouwt zich in de arbeidsdeling. Hierin wordt de mens geobjectiveerd, gereduceerd tot productiefactor en consument, en tot uniformiteit en conformiteit gedwongen. Deze dwang en macht zijn geen directe en bewuste beïnvloeding of machtsuitoefening door een despoot, maar zijn de consequenties van de collectieve en industriële maatschappij. De macht van het collectief is een indirecte, ongrijpbare, transcendentale macht, die bestaat vanwege het collectief. Het denken wordt hierin door het individu nog vooral benut voor kwalificatie op de arbeidsmarkt en vergroting van de eigen marktwaarde. De heersenden hangen de ingenieurs van de geschiedenis uit, maar ze zijn ook functies van het apparaat. De maatschappij leidt de maatschappij.

De reductie van de mensen tot objecten, distantieert en vervreemdt de mensen van elkaar. En de vervreemding van elkaar neemt toe naarmate de macht van het collectief vermeerdert. De enkeling schrompelt ineen tot een vervangbaar exemplaar, een knooppunt van conventionele en voorspelbare reacties en functies, men definieert zich nog alleen als zaak, als statistisch element, als succes of teleurstelling, als zijn vermogen, zijn inkomen, zijn positie, zijn kansen, zijn afkomst, en als vriend of vijand. Het subject is verzakelijkt en de mens is 'vrij' van de veelzinnigheid van het mythisch en metafysisch denken en van welke betekenis dan ook, omdat de rede louter hulpmiddel is geworden van de alomvattende maatschappelijke en economische apparatuur.

Het verlichte denken liquideert mythen, geloof en de metafysica. De metafysica is het denken over bijvoorbeeld substantie en kwaliteit, handelen en lijdzaamheid, zijn en bestaan. Het verlichte denken vertegenwoordigt het geloof in de allesomvattende, logische, neutrale, betekenisloze en daarmee nihilistische en allesvernietigende rede. Maar dit is geen verlossing, het is verarming, en de wereld als systeem, als één reusachtig analytisch oordeel, is weer zelf een mythe. En de poging om alles in een logisch systeem te vatten, is reeds mislukt. Zie Wittgenstein. Met onzin lijkt hij in zijn Tractatus de metafysica te bedoelen. Maar de werkelijke onzin is de 'kennis' die men genereert als men de logica of de wetenschap los laat op de metafysica. Bijvoorbeeld de geest, de vrije wil, kwaliteit van leven en het denken zijn hoogst persoonlijke en rijke begrippen, met oneindig veel betekenissen en toepassingen, maar in de logica en de wetenschap worden ze verabsoluteerd en veralgemeniseerd tot een eenduidig begrip of 'ding' en wordt elke andere betekenis om zeep geholpen. Maar het algemene mag niet worden verward met waarheid. En ik ontken niet het nut van wetenschappelijk onderzoek inzake deze kwesties, bijvoorbeeld in de rechtspraak, de marketing of de zorg. Maar verwar ook nut niet met waarheid.

Het centrale probleem is: de Verlichting is geheel en al opgegaan in haar positivistisch moment en het ontbreekt het verlichte denken aan reflectie en geweten. En het niet-reflecterende denken bereidt de voedingsbodem voor de gretige aanvaarding van charlatanerie, bijgeloof, mythe en politieke waan, zoals de Joodse samenzwering, de KdF en de Volkswagen, en hun moderne equivalenten. En door directe machtsuitoefening en propaganda, zoals die van de nazi's, raken de van hun subjectiviteit, reflectie en weerstand beroofde mensen in de ban van charlatanerie, bijgeloof, mythe en waan. Zo is het antisemitisme het oordeel dat niet door het denken wordt bemiddeld, ofwel blinde subsumptie en het vooroordeel dat waarheid wordt. Helaas lijkt deze hallucinatie dwingender dan de bezinning, de uitleg en uiteindelijk de waarheid. Ook zo valt de Verlichting weer terug in mythe. Het daaropvolgende geweld zien Horkheimer en Adorno mede als gevolg van rebellie jegens de fixatie van de instincten en het onuitgesproken verbod op de terugval in de natuur, waarvoor het antisemitisme slechts als voorwendsel diende.

Verder analyseren Horkheimer en Adorno de cultuurindustrie - "Verlichting als massabedrog". Cultuur is daarin verworden tot vermaak en de producten van de cultuurindustrie nemen het denken over en leggen het voorstellingsvermogen van de mensen lam. Cultuur is verworden tot bureauwerk en serieproductie en de cultuurindustrie bevordert uniformiteit, alle differentiatie is oppervlakkig, benadrukt en gepland. De ideologie van de cultuurindustrie is de commercie en de commercie en de reclame zijn alomvattend. En het blindelings en pijlsnel herhalen van woorden met een bepaalde bedoeling maakt de reclame nauw verwant aan de propaganda. De zelfstandigheid en de onafhankelijkheid van de kunst leggen het af tegen 'het bevel' van vraag en aanbod. Door de nadruk op vermaak en reclame ontwennen de mensen aan hun subjectiviteit, en uiteindelijk leven ze zoals dat voor hen wordt gepland en aan hen wordt voorgespiegeld.

Al met al is het mogelijk dat, terwijl de behendigheid en 'pure kennis' van de mensheid zich verder uitbreiden en differentiëren, de mensheid tegelijkertijd naar anderszins primitievere niveaus wordt teruggedrongen, ofwel dat de mensheid terugvalt in barbarij. En Horkheimer en Adorno voorspelden dat, als de oorlog voorbij is, zich nog geen vrijheidlievende gestemdheid over Europa hoeft te verbreiden. Want de Verlichting plaatst elk detail onder haar discipline en laat het geheel, en het belangrijke, onbegrepen. Dit kortademige denken is verdomming of halfbeschaafdheid en dit ontstaat door een gebrek aan individuele vrijheid en een hopeloze dwang, als een leeuw die eindeloos in zijn kooi heen en weer loopt. Alleen de zich van zichzelf bewuste arbeid van het denken, ofwel de filosofie, bevrijdt van de heerschappij van het collectief en het industrieel apparaat, waartoe ook de wetenschap behoort, kan zich van de verdomming losmaken. Filosofie is volgens Horkheimer en Adorno geen basis- of overkoepelende wetenschap, zeker geen systeem, maar de inspanning om aan die suggestie weerstand te bieden, en het resoluut instaan voor intellectuele en werkelijke vrijheid.

Zo beschrijven Horkheimer en Adorno een ideologie van het individualisme en de filosofie. En volgens hen overleeft een ideologie door de omzetting van idee in macht. Maar het denken van de intellectueel zou zich volgens hen bij geen effectieve historische macht aansluiten. De ideologie van het individualisme en de filosofie lijkt zo een altijd noodzakelijk tegenwicht voor de blinde en onderdrukkende collectieve macht. Het is een verantwoordelijkheid. Helaas lijkt volgens Horkheimer en Adorno de macht van het collectief nu zo sterk dat men zich aan bijna niets erger schuldig kan maken dan aan een outsider te zijn. Men lijkt vrij, zolang men zich voegt. En filosofie is als een ouderwetse luxe verdacht gemaakt, het wekt soms zelfs woede op. Intellectuele rebellie, in de richting van een meer vrije en minder gecontroleerde wereld, en tegen de onderbuikgevoelens, vooroordelen, normen, plichten en regels die nu voor waarheid doorgaan, lijkt de noodzakelijke uitkomst. ( )
  aitastaes | Apr 17, 2018 |
geen besprekingen | voeg een bespreking toe

» Andere auteurs toevoegen (15 mogelijk)

AuteursnaamRolType auteurWerk?Status
Max Horkheimerprimaire auteuralle editiesberekend
Adorno, Theodor W.primaire auteuralle editiesbevestigd
Ījabs, IvarsVertalerSecundaire auteursommige editiesbevestigd
Buchholz, JanOmslagontwerperSecundaire auteursommige editiesbevestigd
Cumming, JohnVertalerSecundaire auteursommige editiesbevestigd
Hinsch, ReniOmslagontwerperSecundaire auteursommige editiesbevestigd
Jephcott, EdmundVertalerSecundaire auteursommige editiesbevestigd
Noeri, GunzelinRedacteurSecundaire auteursommige editiesbevestigd
Wijkmark, Carl-HenningVertalerSecundaire auteursommige editiesbevestigd
Je moet ingelogd zijn om Algemene Kennis te mogen bewerken.
Voor meer hulp zie de helppagina Algemene Kennis .
Gangbare titel
Oorspronkelijke titel
Alternatieve titels
Oorspronkelijk jaar van uitgave
Mensen/Personages
Belangrijke plaatsen
Belangrijke gebeurtenissen
Verwante films
Motto
Opdracht
Voor Friedrich Pollock
Eerste woorden
Citaten
Laatste woorden
Ontwarringsbericht
Uitgevers redacteuren
Auteur van flaptekst/aanprijzing
Oorspronkelijke taal
Informatie afkomstig uit de Engelse Algemene Kennis. Bewerk om naar jouw taal over te brengen.
Gangbare DDC/MDS
Canonieke LCC

Verwijzingen naar dit werk in externe bronnen.

Wikipedia in het Engels (4)

Dialectic of Enlightenment is undoubtedly the most influential publication of the Frankfurt School of Critical Theory. Written during the Second World War and circulated privately, it appeared in a printed edition in Amsterdam in 1947. "What we had set out to do," the authors write in the Preface, "was nothing less than to explain why humanity, instead of entering a truly human state, is sinking into a new kind of barbarism." Yet the work goes far beyond a mere critique of contemporary events. Historically remote developments, indeed, the birth of Western history and of subjectivity itself out of the struggle against natural forces, as represented in myths, are connected in a wide arch to the most threatening experiences of the present. The book consists in five chapters, at first glance unconnected, together with a number of shorter notes. The various analyses concern such phenomena as the detachment of science from practical life, formalized morality, the manipulative nature of entertainment culture, and a paranoid behavioral structure, expressed in aggressive anti-Semitism, that marks the limits of enlightenment. The authors perceive a common element in these phenomena, the tendency toward self-destruction of the guiding criteria inherent in enlightenment thought from the beginning. Using historical analyses to elucidate the present, they show, against the background of a prehistory of subjectivity, why the National Socialist terror was not an aberration of modern history but was rooted deeply in the fundamental characteristics of Western civilization. Adorno and Horkheimer see the self-destruction of Western reason as grounded in a historical and fateful dialectic between the domination of external nature and society. They trace enlightenment, which split these spheres apart, back to its mythical roots. Enlightenment and myth, therefore, are not irreconcilable opposites, but dialectically mediated qualities of both real and intellectual life. "Myth is already enlightenment, and enlightenment reverts to mythology." This paradox is the fundamental thesis of the book. This new translation, based on the text in the complete edition of the works of Max Horkheimer, contains textual variants, commentary upon them, and an editorial discussion of the position of this work in the development of Critical Theory.

Geen bibliotheekbeschrijvingen gevonden.

Boekbeschrijving
Haiku samenvatting

Actuele discussies

Geen

Populaire omslagen

Snelkoppelingen

Waardering

Gemiddelde: (4.11)
0.5
1 1
1.5 1
2 6
2.5 1
3 25
3.5 10
4 55
4.5 7
5 64

Ben jij dit?

Word een LibraryThing Auteur.

 

Over | Contact | LibraryThing.com | Privacy/Voorwaarden | Help/Veelgestelde vragen | Blog | Winkel | APIs | TinyCat | Nagelaten Bibliotheken | Vroege Recensenten | Algemene kennis | 204,758,215 boeken! | Bovenbalk: Altijd zichtbaar