Afbeelding van de auteur.

Anna AhkmatovaBesprekingen

Auteur van Selected Poems

211+ Werken 2,929 Leden 46 Besprekingen Favoriet van 48 leden

Besprekingen

Engels (37)  Nederlands (5)  Duits (1)  Portugees (Brazilië) (1)  Spaans (1)  Italiaans (1)  Alle talen (46)
Toon 5 van 5
Autobiografisch proza van de Russische dichteres (1889-1966)
 
Gemarkeerd
huizenga | 2 andere besprekingen | Oct 29, 2023 |
Dit was mijn eerste kennismaking met Anna Akhamatova: een boekje met een selectie van Nederlandstalige vertalingen van haar werk. De keuze is blijkbaar vooral gevallen op haar vroege werk: meer dan 2/3 van dit boekje beslaat de periode tot 1923. Het laat dan ook heel duidelijk de enorme evolutie zien die het poëtisch werk van Akhamatova heeft doorgemaakt: van nogal klassieke liefdeslyriek, met het accent op gevoelens van teleurstelling en tekort, naar veel meer gedragen en uiteindelijk ook uitgesproken politiek werk. Ik vind haar op haar best wanneer ze in enkele korte, sobere verzen met heel concrete beelden een hele sfeer weet op te roepen, vooral dan die van verbittering, met het bekende ‘Requiem’ als aangrijpend hoogtepunt. Maar bij sommige gedichten vroeg ik me af of de vertalers niet iets teveel aan rijm en metriek hebben opgeofferd, ten nadele van de inhoud. Ik vermoed dat een degelijke biografie en een iets representatiever selectie van haar dichtwerk het grote belang van Akhamatova meer tot hun recht zullen doen komen.
1 stem
Gemarkeerd
bookomaniac | Dec 26, 2021 |
hardback, 496 p. Illustrated by I. Boronova.
 
Gemarkeerd
DirkLemmens | Jul 22, 2019 |
Het portret van Modigliani vond ik het meest indrukwekkend. Het geheel heeft mij nieuwsgierig gemaakt om op zoek te gaan naar een biografie van Achmatova. Maar je voelt in dit boek ook dat proza haar vorm niet is (zij is tenslotte dichter). Het geheel wat onevenwichtig.
 
Gemarkeerd
brusselsbook | 2 andere besprekingen | Apr 16, 2009 |
Mijn eerste honger naar de geschriften van Anna Achmatova (1889-1966) werd aangescherpt door het bezoeken van haar prachtig museum-appartement gedurende mijn Petersburgse reis. De lectuur van dit boek doet alleen maar verlangen naar meer geschriften van haar, en naar kennismaking met het eigenlijke werk van de dichteres, hoe enigmatisch de reputatie ervan ook weze. Er wordt hoog opgelopen met de cycli "Requiem" en vooral met "Epos zonder held", een werk dat in gedachtendiepgang, metaforenrijkdom en tekstdichtheid alvast evenwaardig blijkt te zijn aan "The Waste Land" van T.S. Eliot.
In het bestek van dit 200 blz. tellende boek, gevuld met autobiografische notities, blikt de dichteres gedurende de laatste tien jaar van haar leven terug op de bewogen 20ste eeuw, die voor haar een echte aanvang nam omstreeks 1914. Met oorlog, revolutie en bolsjevisme in het verschiet verdween het 19de eeuwse Petersburgse levensgevoel definitief naar het verleden.
In een eerste deel, "Pro domo sua" (gevleugeld woord naar Cicero, die een apologie houdt "ten voordele van het eigen huis"), doet de dichteres verslag van haar jeugd en eerste publicaties (o.m. over de door haar gekoesterde bundel "Rozenkrans" (1914)), en trekt ze van leer tegen onjuistheden die, al of niet vermeende biografen over haar verspreidden. In dit deel heeft haar prozatekst vaak een sterke zweem van verontwaardiging over de slordigheid of leugenachtigheid in de beschrijvingen en herinneringen van anderen, vooral van de Russische intellectuelen die na hun emigratie "memoires" schreven over de literaire wereld van Petersburg en die wanneer ze zich iets niet konden herinneren, gewoon wat moois erbij verzonnen.
Hoogtepunt van dit boek was voor mij alvast het tweede deel, "Herinneringen aan tijdgenoten", met bijzonder betrokken en boeiende portretten van ondermeer Amedeo Modigliani, Aleksandr Blok en het gezin Mandelstam. De dichteres leerde Modigliani kennen in de periode 1910-1911 toen hij, arm als en kerkrat en verstoken van elke blijk van waardering, werkte aan zijn onsterfelijke roem in Parijs. Met veel empathie beschrijft ze deze periode en geeft ons vele impressies mee van de gemoedsgesteldheid van deze precaire natuur. Daarna volgen schitterende bladzijden over wat weleens de "literaire vriendschap van de eeuw" wordt genoemd, tussen Anna Achmatova en Osip en Nadezna Mandelstam. Net zoals Achmatova behoorde Osip Mandelstam tot de selecte kring van de acmeïsten, die ageerden tegen de hegemonie van de symbolistische beweging en die streefde naar een poëzie van concrete beelden en voorwerpen. Toen Mandelstam er in de jaren dertig in zijn ballingsoord Voronezj naar werd gevraagd, beschreef hij het acmeïsme als "een verlangen naar wereldcultuur". Hoewel Achmatova en Mandelstam elkaar noodgedwongen voor al of niet langere periodes uit het oog verloren in het terreurklimaat van het Rusland anno twintiger en dertiger jaren, hebben ze elkaar altijd gesteund, dikwijls op ontroerende wijze. Na de dood van Osip in 1938 onderhield Achmatova een warme levenslange vriendschap met zijn vrouw Nadezna.
Meer enigmatische en "incrowd-lectuur" volgt in een deel dat commentaar wil leveren op haar cyclus "Epos zonder held". Misschien neem ik dit deel nog wel eens ter hand als ik de cyclus daadwerkelijk ook eens gelezen heb.
Het boek sluit af met dagboeknotities uit de periode 1958 tot haar dood in 1966.
Graag geef ik de kwalificatie over haar poëzie van Joseph Brodsky, die door de oudere Achmatova gepatroneerd werd, nog mee: "Ze was eigenlijk iemand die over menselijke banden dichtte: dierbare, uitgerekte, verbroken banden. Ze toonde die ontwikkelingen eerst door het prisma van het individuele hart, vervolgens door het prisma van de geschiedenis."
Dit boek is prachtig geannoteerd en bevat een zeer degelijk en uitgebreid personenregister.½
 
Gemarkeerd
zerkalo. | 2 andere besprekingen | Jul 24, 2007 |
Toon 5 van 5