Emilio Calderón

Martín Niboli is een Spaanse arts die betrokken raakt bij de grote groep joden die vlak voor de Tweede Wereldoorlog vanuit heel Europa naar China vluchten. Tijdens de bootreis raakt hij halsoverkop verliefd op Norah Revesz en besluit zich ook in Sjanghai te vestigen, waar hij consul van Spanje wordt, dat een bijzondere relatie onderhield met de Japanse bezetters. Als haar echtgenoot op mysterieuze wijze overlijdt, ziet Martín zijn kans schoon om Norah uit het getto te redden en met haar te trouwen. Maar de Japanse commandant heeft daar andere ideeën over, waardoor Martín verwikkeld raakt met de Chinese verzetsbeweging van Mao met alle gevolgen van dien. Als historische roman biedt dit boek een zeer interessante blik op een vergeten stukje geschiedenis. Helaas zijn de karakters nogal eendimensionaal, waardoor het verhaal aan kracht inboet en van toevalligheden aan elkaar hangt. Maar voor iedereen die geïnteresseerd is in de Tweede Wereldoorlog is dit een zeer lezenswaardig boek. Calderón (Spanje, 1960) schreef eerder ‘De kaart van God’.… (meer)

In dit boek raakt een jonge architect bij toeval verstrikt in een groots spionagecomplot en in de liefde tegelijkertijd. De Nazi's zoeken in Rome naar een mythische kaart die onwaarschijnlijke krachten zou vrijmaken, en worden tegengewerkt door antifascistische groeperingen uit heel Europa. In dit verhaal komen fantasie en werkelijkheid van de periode 1935-1955 samen in een onwaarschijnlijke plot, maar wel gelardeerd met veel historische feiten en figuren en prachtige beschrijvingen van Rome. De hoeveelheid feiten staat echter een spannend verhaal in de weg en deze roman in de sfeer van een constructrieroman als de Da Vinci-code, komt daaraan tekort. De schrijver heeft zich uitgebreid in de geschiedenis van die periode verdiept, maar geeft daar iets te veel blijk van om een echt spannend boek te schrijven. Bovendien is het gegeven te fantastisch om echt in mee te kunnen gaan.… (meer)