Afbeelding van de auteur.

Jean Ray (1887–1964)

Auteur van Malpertuis

316+ Werken 1,474 Leden 34 Besprekingen Favoriet van 13 leden
There is 1 open discussion about this author. See now.

Over de Auteur

Ontwarringsbericht:

(eng) Jean Ray and John Flanders are pseudonyms of the Belgian writer, Raymond Jean De Kremer.  Because there is at least one other author represented on LibraryThing whose real name is John Flanders, do not combine the two pages.

Reeksen

Werken van Jean Ray

Malpertuis (1943) 371 exemplaren
Whiskey Tales (1965) 71 exemplaren
Ghouls in My Grave (1965) 39 exemplaren
Circles of Dread (2020) 28 exemplaren
La cité de l'indicible peur (1943) 24 exemplaren
My Own Private Spectres (1999) 18 exemplaren
Harry Dickson 1 (1966) 17 exemplaren
Le carrousel des maléfices (1964) 14 exemplaren
Les contes noirs du golf (1964) 13 exemplaren
La Terrible Nuit du zoo, suivi de "Messire" (1999) — Auteur — 12 exemplaren
Les derniers contes de canterbury (1963) 12 exemplaren
Les étoiles de la mort (1999) 10 exemplaren
Le livre des fantômes (1952) 10 exemplaren
Le Monstre de Borough (1974) 8 exemplaren
Relatos de hombres lobos y otra (1997) — Medewerker — 8 exemplaren
Harry Dickson 3 (1980) 8 exemplaren
Das Storchenhaus (1989) 8 exemplaren
Harry Dickson 5 (1967) 7 exemplaren
Spoken op de ruwe heide (1978) 7 exemplaren
Contes d'horreur et d'aventures (1972) 7 exemplaren
Le lit du diable (1972) 7 exemplaren
Le Fauteuil 27 (1999) 7 exemplaren
El camino de los dioses (1934) 7 exemplaren
The Mainz Psalter (1997) 6 exemplaren
La resurrección de la Gorgona (2007) 6 exemplaren
The Shadowy Street (1972) 6 exemplaren
Les cercles de l'épouvante (1978) 6 exemplaren
El canto del vampiro (1934) 5 exemplaren
La terrible noche del zoo (1937) 5 exemplaren
Over folklore (1984) 5 exemplaren
Han matado a Parkinson (1938) 5 exemplaren
Los enigmas de la inscripción (1937) 5 exemplaren
De avonturen van Edmund Bell (1983) 5 exemplaren
Dat was een tijd ! 5 exemplaren
Los espectros verdugos (1933) 4 exemplaren
La venganza de las siete siglas (1936) 4 exemplaren
La Gerbe noire (1984) 4 exemplaren
Les contes du whisky (2019) 4 exemplaren
La malédiction de Machrood (1984) 4 exemplaren
Griezelen 4 exemplaren
Los vengadores del diablo (1973) 4 exemplaren
Fabricas De Muerte (1938) 4 exemplaren
Oeuvres choisies (2001) 4 exemplaren
EL JARDIN DE LAS FURIAS (1933) 4 exemplaren
Speurders in actie (1978) 4 exemplaren
Carland, 01: De golem (1991) 4 exemplaren
La cabeza de dos centavos (1937) 3 exemplaren
Harry Dickson 4 (2007) 3 exemplaren
El pulpo negro (1933) 3 exemplaren
L'Île de la terreur (1973) 3 exemplaren
Geierstein (1987) 3 exemplaren
LA CASA DE LAS ALUCINACIONES (1934) 3 exemplaren
Harry Dickson 2 (1999) 3 exemplaren
Geheimen van het Noorden (1987) 3 exemplaren
La ametralladora Musgrave (1936) 3 exemplaren
Gejaagd door de angst 3 exemplaren
Le Carrousel des maléfices (2020) 3 exemplaren
OBRAS ESCOGIDAS 3 exemplaren
El vampiro de los ojos rojos (1933) 3 exemplaren
La Vallée du sommeil 2 exemplaren
Het slot van de havik 2 exemplaren
De weerwolf in de sneeuw (1993) 2 exemplaren
LA BRUME VERTE. (1985) 2 exemplaren
La bataille d'Angleterre (1986) 2 exemplaren
De vijf blauwe huizen 2 exemplaren
VISIONS NOCTURNES. (1984) 2 exemplaren
La neuvaine d'épouvante (1970) 2 exemplaren
Detours from Muleshoe (2005) 2 exemplaren
Harry Dickson 6 (1968) 2 exemplaren
La isla del señor Rocamir (1934) 2 exemplaren
EL MISTERIO DE LOS SIETE LOCOS (1933) 2 exemplaren
El castigo de los Foyle (1973) 2 exemplaren
La nef des bourreaux (1987) 2 exemplaren
Jack de minuit (1996) 2 exemplaren
L'oasis du rêve (1963) 2 exemplaren
Harry dickson intégrale 5 (2001) 2 exemplaren
Het zwarte eiland 1 exemplaar
Het vervloekte land 1 exemplaar
Het slapende dal 1 exemplaar
Sint-Ambrosiusnacht 1 exemplaar
Oeuvres completes tome 3. (1964) 1 exemplaar
Fiction spécial Jean Ray. (1964) 1 exemplaar
La griffe du diable 1 exemplaar
Omnibus (1983) 1 exemplaar
L'OMBRE ROUGE (1992) 1 exemplaar
Het monster van Borough (1984) 1 exemplaar
L'Île noire (2005) 1 exemplaar
Visions infernales (1984) 1 exemplaar
Op bange wegen 1 exemplaar
De zingende vallei 1 exemplaar
Harry Dickson 1 exemplaar
Harry dickson t. 3 (1967) 1 exemplaar
Le secret des sargasses — Auteur — 1 exemplaar
Harry Dickson 7 1 exemplaar
Harry Dickson 9 1 exemplaar
Harry Dickson 13 1 exemplaar
Harry Dickson 12 (1971) 1 exemplaar
Los terroríficos (1973) 1 exemplaar
El sabio invisible (1973) 1 exemplaar
Le Gardien du cimetière (2018) 1 exemplaar
Harry Dickson 1 (1966) 1 exemplaar
Harry dickson. tome 6 (1968) 1 exemplaar
El baile de los horrores (1973) 1 exemplaar
La piedra lunar (1933) 1 exemplaar
EL ASIENTO NÚMERO 27 (1973) 1 exemplaar
Estrella de siete puntas, la (1973) 1 exemplaar
LOS OJOS DE LA LUNA 1 exemplaar
El templo de hierro (1973) 1 exemplaar
Pánico sobre Londres (1973) 1 exemplaar
Las aguas infernales (1972) 1 exemplaar
El fantasma del judío errante (1934) 1 exemplaar
Bizarre verhalen (2023) 1 exemplaar
Bonne soirée 1 exemplaar
2: I racconti del whisky (2013) 1 exemplaar
La resurreccion de la Gorgona (1937) 1 exemplaar

Gerelateerde werken

The Weird: A Compendium of Strange and Dark Stories (2011) — Medewerker — 825 exemplaren
Ghosts: A Treasury of Chilling Tales Old & New (1981) — Medewerker — 336 exemplaren
Witches & Warlocks: Tales of Black Magic, Old & New (1991) — Medewerker — 284 exemplaren
Don't Open This Book! (1998) — Medewerker — 204 exemplaren
100 Wild Little Weird Tales (1994) — Medewerker — 187 exemplaren
Foundations of Fear (1992) — Medewerker — 98 exemplaren
The Century's Best Horror Fiction: Volume 2 (2011) — Medewerker — 46 exemplaren
Shadows of Fear (1994) — Medewerker — 43 exemplaren
Les cent ans de dracula - 8 histoires de vampires de goethe a (1999) — Medewerker — 37 exemplaren
Vestenfor måne : 56 fantastiske fortellinger fra hele verden (1972) — Medewerker — 16 exemplaren
Bifrost n°87 - Special Jean Ray (2017) — Medewerker — 5 exemplaren
Das Lächeln am Abgrund. Phantastische Geschichten aus Frankreich. (1982) — Medewerker, sommige edities4 exemplaren
夢見る妖虫たち―妖異繚乱 (1994) — Medewerker — 1 exemplaar
架空の町 (書物の王国) (1997) — Medewerker — 1 exemplaar
幻想の坩堝 — Medewerker — 1 exemplaar

Tagged

Algemene kennis

Officiële naam
De Kremer, Raymond Jean-Marie
Pseudoniemen en naamsvarianten
Flanders, John
Geboortedatum
1887-07-08
Overlijdensdatum
1964-09-17
Graflocatie
Westerbegraafplaats, Ghent, Belgium
Geslacht
male
Nationaliteit
België
Geboorteplaats
Gent, Oost-Vlaanderen, België
Plaats van overlijden
Gent, Oost-Vlaanderen, België
Woonplaatsen
Ghent, Belgium (birthplace)
Beroepen
writer
Relaties
Anseele, Edward (oom)
Korte biografie
Overgenomen uit:

Bernauw, Patrick, (1995) De Mythe van de Rechtvaardige Rechters

Raymond Jean-Marie De Kremer werd op 8 juli 1887 geboren te Gent, als de zoon van een spoorbeambte, werkzaam in de Gentse haven, en van een onderwijzeres. Zijn moeder was niemand minder dan Marie-Thérèse Anseele, de zuster van de beroemde socialistische voorman Edward Anseele. Het gezin betrok een herenhuis in de Ham, een lange donkere straat in de wijk Sint Jacob. De opvoeding van Raymond en zijn drie jaar oudere zus Elvire werd toevertrouwd aan het bijgelovige dienstmeisje Elodie, die de kwajongen allerlei spannende en fascinerende verhalen vertelde, over de Duivel, om maar iemand te noemen.
De belhamel Raymond wordt de schrik van alle leerkrachten, tot hij in de klas van Michel Thiery terechtkomt - zijn zoon zal later bekendheid verwerven als schrijver onder het pseudoniem Johan Daisne -, waar hij diep getroffen wordt door de zachtmoedigheid en eruditie van deze 'meester'. Via zijn onderwijzers leert de kleine Raymond de bibliotheek van het Willemsfonds kennen en de werken van Karl May en Hendrik Conscience. Na schooltijd zwerft hij met zijn kameraden door de donkere en sinistere stegen van de Ham, die door hun verbeelding bevolkt worden met heksen en watergeesten. Het speelterrein van de wilde bende strekt zich uit van de Vrijdagmarkt tot de dokken, waar ze naar de namen van aangemeerde schepen raden. Ze luisteren naar de spookverhalen die van mond tot mond gaan, bezoeken het marionettentheater van Tone Antroes of verslinden 'zantjeswale', de vroege voorlopers van de stripverhalen.
In 1901 wordt Raymond door zijn ouders naar de Rijksmiddelbare School in het Waalse Pecq gestuurd, om er zijn kennis van het Frans bij te spijkeren. Heimwee, eenzaamheid en verveling doen hem vluchten in zijn eigen verbeelding. Twee jaar later behaalt hij het getuigschrift voor het derde jaar middelbaar onderwijs en in 1903 volgt hij de lessen aan het Koninklijk Atheneum van de Ottogracht te Gent, waar hij een eerste prijs Nederlands en lichamelijke opvoeding behaalt. Op zeventienjarige leeftijd publiceert hij zijn eerste griezelverhalen in een Vlaams studententijdschrift, maar op aandringen van zijn omgeving geeft hij het studeren aan de Rijksnormaalschool voorrang op het schrijven. Daar zakt hij echter tot twee maal toe, zodat hij weer tijd krijgt om te schrijven. In de almanak van de Gentse vrijzinnige studentenvereniging 't Zal wel gaan publiceert hij gedichten en een verhaal. Als het grote succes uitblijft, besluit hij zijn geluk te beproeven in Parijs, maar ook de lichtstad zal hij ontgoocheld de rug toekeren.
Dan komt Raymond De Kremer in contact met het Gentse theatermilieu, begint hij liedjesteksten te schrijven en leert hij tijdens de première van een revue de Brusselse actrice Nini Balta kennen, alias Virginie Bal. Zij sterkt hem in de overtuiging dat een schrijver in hem woont, maar de familie Anseele - zijn oom Edward zetelt in de Gentse gemeenteraad - dringt hem een baan bij het stadsbestuur op. Telkens Raymond De Kremer een doktersattest aflevert op kantoor, mag je er donder op zeggen dat één van de revues van Jean Ray in première gaat, het pseudoniem van de jonge Gentenaar heeft gekozen.
In 1912 trouwt de vierentwintigjarige auteur met de vier jaar oudere revuester en gaan zij wonen aan de Zondernaamstraat te Gent. Jean Ray krijgt enkele vaste kronieken in een maandblad en wanneer Gent in 1913 internationale belangstelling geniet voor de organisatie van de wereldtentoonstelling en de daarmee gepaard gaande financiële kater, is dat een dankbaar onderwerp voor weer een nieuwe revue. In dat jaar krijgen Raymond en Virginie ook een dochtertje: Lucienne, die Lulu zal genoemd worden.
Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog wordt Raymond opgeroepen als korporaal bij de Burgerwacht en raakt hij gewond. Tijdens de bezetting wordt hij tewerkgesteld in het Expeditiebureau van de stad en bij de Dienst Opeisingen, waar hij logies moet zoeken voor Duitse officieren. Zijn vader sterft na een langdurige ziekte en wegens de oorlogsomstandigheden schrijft hij slechts twee revues, die allebei worden opgevoerd in de Minardschouwburg. Na de Wapenstilstand kent Pinnen af!, waarvoor Henri Van Daele de muziek schrijft, een enorm succes: verscheidene vertoningen in de Minard, meer dan 500 voorstellingen in de belangrijkste Belgische steden.
Het tweetal, soms bijgestaan door Nini Balta, gaat nog een tijdje op hetzelfde élan door, maar dan meent Raymond De Kremer - niet geheel ten onrechte - dat de nog jonge filmkunst het medium van de toekomst is en gaat hij een tweetalig filmtijdschrift uitgeven. Hij zegt zijn baan bij het Gentse stadsbestuur op, gebruikt de advertentieruimte van zijn filmblad om publiciteit te maken voor zijn theaterstukken en publiceert enige verhalen in zijn eigen Ciné en in een paar andere bladen. Na nauwelijks een half jaar wordt het filmtijdschrift echter opgedoekt, omdat de publieke belangstelling ondermaats blijkt.
De bekende Gentenaar Jean Ray gaat nu werken bij de Gentse wisselagent August Van den Bogaerde en wordt ook redacteur van het liberale dagblad Journal de Gand - Echo des Flandres, waarin hij benevens een theaterrubriek en een 'chronique fantaisiste' literatuurrecensies pleegt en zijn eigen verhalen publiceert. Wanneer de krant van de markt wordt gehaald, zal hij ongeveer hetzelfde doen in het tweemaandelijks tijdschrift van dezelfde eigenaar, L'Ami du Livre. In 1925 verschijnt zijn eerste verhalenbundel, Les Contes du Whisky, bij een Brusselse uitgeverij. Het boek wordt dadelijk enthousiast ontvangen.
Op literair en financieel gebied gaat het Raymond De Kremer voor de wind. Hij huurt regelmatig een automobiel met chauffeur, organiseert picknicks voor de familie Anseele en jachtpartijen voor de vrienden, verblijft tijdens de weekends bij voorkeur met zijn gezin aan het Noordzeestrand en haalt uit de stoere verhalen van de vissers die hij daar treft inspiratie voor steeds nieuwe verhalen. Maar drie jaar voor de beruchte crach van Wall Street en het begin van de economische recessie, komt er voor Jean Ray een einde aan het sprookje.
Samen met wisselagent Van den Bogaerde wordt hij aangehouden, op verdenking van misbruik van vertrouwen. Zij zouden grote geldsommen van cliënten achterover hebben gedrukt. Gedurende de hele maand maart van het jaar 1926 gonst het in Gent van de geruchten over de omvang van de fraude en de wijze waarop het geld zou zijn beseed. De kranten maken zelfs gewag van alcoholsmokkel, door Jean Ray georganiseerd, van Europa naar de Verenigde Staten, in het kader van de Drooglegging. Het gezin verhuist naar een kleine woning aan de Albertkaai en om de eindjes aan elkaar te knopen, moet de actrice Nini Balta gaan werken als naaister.
Op 10 januari 1927 komt het proces Van den Bogaerde versus Raymond De Kremer voor de correctionele rechtbank van Gent. Volgens de openbare aanklager is Jean Ray een sluwe zwendelaar die de naam van zijn oom, minister Anseele, heeft misbruikt om het vertrouwen te winnen van goedgelovige, welgestelde burgers, en hun spaarcenten - driekwart miljoen frank - te beleggen in frivole uitstapjes. Op 20 januari 1927 wordt Raymond De Kremer veroordeeld tot een effectieve gevangenisstraf van zes jaar en zes maanden en een boete van 1350 frank; zijn werkgever krijgt een straf van vijf jaar en een boete van 300 frank. De precieze toedracht van de feiten is nooit erg duidelijk geweest, maar één ding staat vast: Jean Ray is een gebroken man.
Zoals weleer in tijden van eenzaamheid, zoekt hij zijn toevlucht in de fantasie en de literatuur. In zijn cel schrijft hij enkele van zijn beste verhalen, die later voor het grootste deel zullen verschijnen in La Revue Belge, onder een ander pseudoniem evenwel, want de naam Jean Ray is voorlopig verbrand. Raymond De Kremer kiest voor John Flanders, naar de heldin Moll Flanders uit de gelijknamige roman van Daniel Defoe. Onder de schuilnaam John Flanders publiceert hij ook in het weekblad Ons Land, dat niet op de hoogte is van de ware identiteit van de auteur.
Op 1 februari 1929 wordt Raymond De Kremer vervroegd vrijgelaten. Zijn losse bijdragen voor beide bladen leveren niet genoeg geld op, zodat hij genoodzaakt wordt contact te zoeken met uitgeverijen die reeksen publiceren. Vanaf 1931 begint John Flanders mee te werken aan de jeugdreeks Vlaamsche Filmkens van de Goede Pers te Averbode; in totaal zal hij in deze serie 'van de paters' 150 verhalen publiceren. Tegelijk begint John Flanders voor een Amsterdamse uitgever de avonturen van Harry Dickson, de Amerikaanse Sherlock Holmes te vertalen in het Frans. Uiteindelijk zal hij de verhalen echter helemaal zelf gaan schrijven, aangezien hij de oorspronkelijke stukken niet zo best vindt. Voor de uitgever is dit in orde, als hij maar rekening houdt met de kaftillustraties van Alfred Raloff. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog wordt deze reeks na 178 nummers stopgezet.
Eind 1931 durft John Flanders het opnieuw aan onder zijn oorspronkelijke pseudoniem een verhalenbundel te publiceren: La Croisière des Ombres bevat enige van zijn beste verhalen, voor het grootste deel ontstaan tijdens zijn verblijf in de cel. Het nieuwe boek van Jean Ray wordt door de pers en het publiek echter straal genegeerd.
Vanaf 1933 begint Raymond De Kremer opnieuw te werken voor een paar kranten. In het Gentse katholieke dagblad Le Bien Public schrijft hij over het dagelijkse leven in de stad, over zijn jeugdherinneringen en over dramatische gebeurtenissen als de dood van koning Albert I, in februari 1934. In dat jaar kan hij ook aan de slag als reporter voor de regio Gent bij het 'onpartijdige morgenblad in woord en beeld', De Dag. Daarin schrijft hij niet alleen nostalgische artikels neer over het Gent van rond de eeuwwisseling, maar wordt hij de specialist van de sensationele berichtgeving, met onder meer zijn verslagen van enkele opzienbarende moordzaken... en zijn reeks reportages over de roof van de Rechtvaardige Rechters uit de Sint Baafs. John Flanders zal aan De Dag verbonden blijven tot 1943, wanneer het blad in een steeds duidelijker collaborerend vaarwater verzeild geraakt.
In de jaren dertig kent John Flanders successen in het buitenland met de publikatie van verhalen in Amerikaanse tijdschriften als Weird Tales en Terror Tales, maar voor het jeugdige publiek in België is hij stilaan een begrip geworden. Hij begint nu ook verhalen te leveren voor de Franstalige tegenhanger van de Vlaamsche Filmkens en publiceert een eerste avonturenroman voor de jeugd: de klassieker Spoken op de ruwe heide uit 1935. Zijn eerste Franstalige jeugdroman verschijnt het jaar nadien.
In 1936 staat hij aan de wieg van het Vlaamse jeugdtijdschrift Bravo!, dat naast Amerikaanse strips als Felix de kat of Stormer Gordon ook ontelbare bijdragen zal brengen van tientallen schuilnamen, waarachter steeds weer Raymond De Kremer verborgen gaat. Samen met de bekende Vlaamse expressionist Frits Van den Berghe verzorgt John Flanders een stipversie van Edmund Bell, de jonge detective. In die periode krijgt hij ook een aantal zware emotionele klappen te verwerken: de dood van zijn moeder, van zijn vriend Frits Van den Berghe en ten slotte ook van zijn zus Elvire, in 1939. Het enige lichtpunt in die dagen is de hereniging met zijn gezin, waarmee hij na zijn arrestatie nog slechts sporadisch contact heeft gehad.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog maakt John Flanders/Jean Ray deel uit van het Brusselse schrijverscollectief annex uitgeverij Les Auteurs Associés. Hij besluit opnieuw zijn oude pseudoniem te hanteren en publiceert bij het collectief de bundels Le Grand Nocturne, Les Cercles de l'épouvante en Les Derniers contes de Canterbury. Bij dezelfde uitgeverij verschijnt ook de roman La Cité de l'indicible peur en zijn meesterwerk, dat algemeen wordt beschouwd als een hoogtepunt in de internationale fantastische literatuur, de roman Malpertuis (1943). Op dat ogenblik blijft erkenning echter nog uit.
Na de oorlog introduceert Averbode de naam John Flanders in de kindertijdschriften Zonneland en Petits Belges, waarvoor hij korte verhalen, feuilletons en stripscenario's schrijft. Tegelijk publiceert hij bij deze uitgeverij enkele jeugdromans, waaronder de klassieker Geheimen van het noorden uit 1948. In die periode werkt John Flanders ook mee aan de jeugdbladen Kuifje (Tintin), Mickey Magazine, 't Kapoentje, Ons Volkske en Pat. De kranten Het Volk en De Nieuwe Gids zijn eveneens gretige afnemers van zijn verhalen en artikels.
Een eerste stap naar internationale erkenning voor zijn werk, wordt gezet door de Franse cineast Roland Stragliati, die na een mislukte poging om La Cité de l'indicible peur te verfilmen, het werk van Jean Ray onder de aandacht brengt van de Franse tijdschriften Mystère Magazine en Fiction. Op die manier belandt de roman Malpertuis ten slotte bij de Parijse uitgever Denoël, die een herdruk van dit meesterwerk brengt in 1955. Het literaire succes wordt overschaduwd door de dood van zijn echtgenote Virginie Bal, maar daarna staat er voor Jean Ray geen maat meer op de roem in Frankrijk.
Het blad Audace bekroont één van zijn verhalen als het beste van het jaar 1956, interviews op radio en televisie volgen elkaar op, in 1961 verschijnt Les 25 meilleures historires noires et fantastiques van Jean Ray bij de Franse uitgeverij Gérard, die onder meer ook Malpertuis opnieuw op de markt brengt. Met de hulp van Jean Ray krijgt zijn vriend, de toneelauteur Michel de Ghelderode, literair eerherstel. In 1963 wordt aan Jean Ray Le Prix des Bouquinistes toegekend te Parijs en enige tijd later verschijnt bij Robert Laffont het eerste deel van zijn Oeuvres complètes. In eigen land wordt Jean Ray nu ook gevierd door diverse verenigingen en door een opvoering van het Ballert van de Twintigste Eeuw, gebaseerd op een verhaal van Jean Ray, in de Koninklijke Muntschouwburg.
Op dat ogenblik is de auteur echter al ernstig ziek. Hij overlijdt op 17 september 1964 te Gent. Zijn omvangrijke werk onder diverse pseudoniemen wordt na zijn dood door verschillende uitgeverijen gepubliceerd, herdrukt en vertaald in het Spaans, Italiaans, Portugees, Duits en Engels. Striptekenaars creëren hun versie van Harry Dickson en Edmund Bell; filmregisseurs laten zich inspireren door zijn boeken: Jean-Pierre Mocky door La Cité de l'indicible peur en Harry Kümel door Malpertuis (1972)...

---
Ontwarringsbericht
Jean Ray and John Flanders are pseudonyms of the Belgian writer, Raymond Jean De Kremer.  Because there is at least one other author represented on LibraryThing whose real name is John Flanders, do not combine the two pages.

Leden

Discussies

THE DEEP ONES: "The Mainz Psalter" by Jean Ray in The Weird Tradition (juni 2023)

Besprekingen

Ik heb eigenlijk altijd gedacht dat Gentenaar Raymond de Kremer het alias John Flanders gebruikte als hij in het Nederlands schreef en het alias Jean Ray als hij dat in het Frans deed. Maar ik moet toegeven dat ik na in mijn vroege jeugd een Omnibus van John Flanders gelezen te hebben (waarvan ik me alleen nog herinner dat ik de verhalen daarin enórm griezelig vond) en in mijn minder vroege jeugd Malpertuis van Jean Ray (vertaald naar het Nederlands door Hubert Lampo) een hele tijd niks meer van de man gelezen had. Doorheen de jaren kwamen Spoken op de ruwe heide, De avonturen van Edmund Bell (deel 1 en 2) en Speurders in actie, telkens van John Flanders, in mijn boekenkasten terecht, net zoals Malpertuis (deze keer in het Frans) en het voorliggende Griezelen van Jean Ray, maar iets hield me tegen opnieuw de werken van de Kremer/Flanders/Ray ter hand te nemen. De angst om … teleurgesteld te worden, misschien?

Niet geheel onterecht als Griezelen, geschreven onder het pseudoniem Jean Ray maar wel in het Nederlands, voor de rest van het oeuvre van de auteur staat. Niet dat in die bundel kortverhalen geen leuke dingen te vinden zijn, maar griezelen heb ik er echt niet bij gedaan. Het boekje (een pocket van zo’n 170 bladzijden dik) lijkt vooral verhalen te bevatten die kunnen getuigen van de Kremers (veronderstelde?) bevarenheid, doorspekt van zeemanstaal en welvoorzien van vreemde oorden en havens als ze zijn, maar nee, dit is niet het “spul” waar ik slecht van ga slapen. Een portie geheimzinnigheid, spitsvondigheden, een occassionele knokpartij, en rare dingen, ja, maar niks dat aan het niveau van een Malpertuis kan raken (of aan de, misschien door mij ingebeelde, griezeligheid van die Omnibus van lang geleden).

Verhalen die boven de rest uit steken? Horn en de roerdomp (niet vanwege de griezeligheid, maar vanwege de reminiscentie met De oude man en de zee van Hemingway). En Goudkoorts vanwege de mooie plotwending.

En verder een zeer zeldzaam stukje dat het citeren waard is. Dit bijvoorbeeld: “Ik ben dood, dacht ik, en mijn ziel is ergens aan de andere kant van het leven aangeland. Maar ik was toch nieuwsgierig om te weten waarom mijn ziel mijn vuil en gescheurd matrozenpak had aangehouden, in plaats van een zuiver wit laken om te hebben, zoals het met fatsoenlijke spoken toch steeds het geval is.” (uit De Kipper)

En ja, die zeemanstaal, die mag er bij momenten wezen. “Och ja, die halve gare … die citroenmuil van een passagier!” “Goed betaald voor zo’n halve gare met een geel bakkes, had Trigert bij zichzelf gezegd.” “Dan heb ik nog een passagier, een halve gare van een Chinck, maar die is dood.” “Daar is geen vraag naar, zei hij, maar als je ooit te Londen komt, probeer het eens bij een Chinese pekelharing!” “Zulke woorden laat ik me niet graag aanleunen, vooral niet van een vieze kanarie.” Klinkt nu sowieso als een parodie, als het taaltje in het eerste Buck Danny-stripverhaal, De Jappen vallen aan, maar het is in zijn variaties wel interessant. Waarom één scheldwoord voor Chinezen gebruiken als je er massa’s hebt, nietwaar?

Om van keerzijdes van medailles nog maar te zwijgen (of er van te spreken, zoals in Jungle-Drums): “Och, zei de ander ontwijkend, elke medaille heeft een keerzijde: Londen heeft zijn achterbuurten, New York zijn negerwijk Harlem, op de schoonste eilanden der Stille Zuidzee heerst melaatsheid. Het zal dus niet onwaarschijnlijk klinken wanneer er iets hapert aan een aards paradijs.”

Maar al bij al is dit zeker niet genoeg om dit boek in collectie te houden. En ook niet meteen een aanzet om in de eerste maanden weer een boek van de Kremer in handen te nemen. Nu ja, wéér wat extra ruimte in de boekenkasten.
… (meer)
 
Gemarkeerd
Bjorn_Roose | Nov 6, 2020 |
John Flanders schreef smakelijke stukjes over het Gentse volksleven omstreeks 1900 in en rond de Waterwijk. Die werden prachtig uitgegeven en gecommentarieerd door André Verbeke ('Dat was een Tijd. John Flanders', Gent, 1996)
 
Gemarkeerd
gentcat | Oct 19, 2013 |
In een groot oud huis gebeuren vreemde, bloedstollende dingen. Heel langzaam wordt de oorzaak van deze vreemde zaken duidelijk: gevangen oude goden, tovenarij, en gelukkig ook nog een goede god, die zijn best doet een van de personages op wie de oude goden het vooral voorzien hebben, te redden.
In het boek van Sjón, "De fluisterende muze" vond ik een verwant thema.
 
Gemarkeerd
wannabook08 | 8 andere besprekingen | Jun 18, 2009 |
Journalistieke bijdragen over de oude stad Gent en over jaarfeesten.
 
Gemarkeerd
gentcat | May 17, 2009 |

Lijsten

Prijzen

Misschien vindt je deze ook leuk

Gerelateerde auteurs

Statistieken

Werken
316
Ook door
19
Leden
1,474
Populariteit
#17,429
Waardering
3.8
Besprekingen
34
ISBNs
213
Talen
8
Favoriet
13

Tabellen & Grafieken