Afbeelding van de auteur.

Matt Thorne

Auteur van Prince

13+ Werken 260 Leden 8 Besprekingen

Over de Auteur

Fotografie: Courtesy of Serpent's Tail Press

Werken van Matt Thorne

Prince (2012) 96 exemplaren
Eight Minutes Idle (1999) 33 exemplaren
Cherry (2004) 25 exemplaren
Child Star (2003) 24 exemplaren
Dreaming of Strangers (2000) 22 exemplaren
Pictures of You (1999) 16 exemplaren
Greengrove Castle (39 Castles) (2004) 16 exemplaren
Croatian Nights (2005) — Redacteur — 11 exemplaren
Tourist (1998) 6 exemplaren
Kingmaker's Castle (39 Castles) (2005) 5 exemplaren
White Castle 3 (39 Castles) (2005) 4 exemplaren

Gerelateerde werken

Perverted by Language: Fiction Inspired by The Fall (2007) — Medewerker — 39 exemplaren
Noise: Fiction Inspired by Sonic Youth (2008) — Medewerker — 37 exemplaren
New Writing 13 (2005) — Medewerker — 17 exemplaren
Piece of Flesh (2001) — Medewerker — 11 exemplaren
Vox 'n' Roll: Fiction for the 21st Century (2000) — Medewerker — 5 exemplaren

Tagged

Algemene kennis

Geslacht
male
Nationaliteit
UK
Woonplaatsen
Bristol, Gloucestershire, England, UK

Leden

Besprekingen

Omdat Prince een artiest is die ik hoog heb zitten kon ik de biografie die Matt Thorne over hem heeft geschreven niet laten liggen. Nu stuiten we direct op een probleem met dit boek. Het is een heruitgave uit 2016 en het sterfjaar van Prince, 2016, staat ook achterop afgedrukt. Dan hoop je toch dat dit een herziene uitgave is van de biografie die oorspronkelijk in 2012 uitkwam en in de Nederlandse vertaling in 2014. Niets daarvan dus. We stuiten geregeld op zinnen als ‘speelt hij tot op de dag van vandaag’. Dat is jammer, na zijn overlijden is er waarschijnlijk zonder verdere redactie een nieuwe druk verschenen.

Is het dan nog de moeite waard? Jazeker wel, zeker als u voornamelijk in de muziek van Prince geïnteresseerd bent. Deze biografie focust zich met name op zijn muziek en niet zozeer op zijn privéleven. In die zin (en omdat het verhaal niet tot zijn overlijden doorloopt) is het zeker de definitieve biografie niet, maar wel een boek om orde te scheppen in zijn oeuvre.

Thorne geeft aan dat er vier componenten te onderscheiden zijn in de muziek van Prince. Om te beginnen natuurlijk de officieel uitgebrachte albums, van zijn debuut For You uit 1978 tot 20Ten (inderdaad, uit 2010). Het gaat dan niet alleen om albums en singles, maar ook om eindeloos veel remixen en maxisingles met soms wel zes of zeven versies van hetzelfde nummer.

Ten tweede zijn er de niet uitgebrachte nummers waar verschillende bootlegbedrijven al decennialang veel geld mee verdienen. In de derde plaats zijn er de concertopnamen: twee officiële releases – de boxset One Nite Alone en Indigo Nights – en letterlijk duizenden bootlegs, waaronder vaak verschillende versies van hetzelfde optreden in uiteenlopende geluidskwaliteiten. Ten vierde zijn er nog de liedjes die hij heeft weggegeven aan andere artiesten, waarvan Nothing Compares 2 U gezongen door Sinéad O’Connor waarschijnlijk de bekendste is.

Dit boek is volgens Thorne een poging om orde te scheppen in Prince’ output in de loop van zijn hele carrière, van de allerleerste demo’s tot de laatste nummers die stiekem via een radiostation zijn uitgebracht. Hij analyseert de muziek, beelden en de concerten en kijkt naar trends, invloeden en thematische verbanden. Dat maakt het tot een boek bij uitstek voor muziekliefhebbers dus in die zin ben ik enthousiast.

Prince is een multi-instrumentalist en was behoorlijk overtuigd van zijn eigen kunnen. Hij zocht muzikant Todd Rundgren eens backstage op na een concert;

Todd zei: “Hallo jochie,” en Prince zei iets van: “Ik bespeel alle instrumenten en ik ben een enorm talent.”

Dat klinkt pedant en is het ook, maar hij wist er wel maatschappijen mee te overtuigen tot een platendeal. Al op zijn eerste album vinden we de expliciete sexualiteit waar hij later beroemd mee zou worden. Dat hij nog niet precies weet hoe de hazen lopen in de platenindustrie geeft het volgende verzoek aan dat Prince deed aan Chris Moon van Warner Brothers, zijn platenmaatschappij;

“Ik wil je om een gunst vragen. Ik wil dat je voor mijn vader doet wat je voor mij hebt gedaan. Kun je hem beroemd maken?” Ik zei: “Prince, ik ken je vader niet eens.” Een paar dagen later werd ik weer gebeld: “Hallo, met de vader van Prince. Mijn zoon zegt dat jij me beroemd kunt maken.” Hij kwam langs. Een oudere heer uiteraard, en door de jaren getekend. Hij had een koffer bij zich en haalde een accordeon tevoorschijn. Ik kan niet toveren, dacht ik nog. Hij is onverrichter zake en ontevreden vertrokken en ik heb nooit meer iets van hem gehoord.’

Prince formeert een band, The Revolution en de dames Wendy Melvoin en Lisa Coleman zijn daarin erg belangrijk. Ze laten hem kennismaken met muziek die hij niet kent, waaronder klassieke muziek. Het is de tijd waarin Prince Purple Rain uitbrengt, een nummer dat hij eerst aan Stevie Nicks van Fleetwood Mac aanbood maar die het afsloeg. Hij brengt het zelf uit en koppelt er meteen maar een film aan vast. Ook daarin is hij doortastend en de studio belt zijn manager Bob Cavallo;

“Je zult het niet geloven, maar dat joch zegt dat hij zijn contract alleen wil verlengen als hij een film mag maken.”

Dat mocht hij en het werd een succes. Het is mooi om te lezen hoe Prince zich ontwikkelt en hoe zijn stijl verandert. Ook de muziekpraktijk komt aan de orde en je bent erbij als er wordt gerepeteerd. Lisa vertelt;

‘Je wist nooit wat het ging worden. Hij zei gewoon: “Groove in A. Iedereen grooven in bes majeur.”. Het was een oefening om de radertjes te vinden. Zeker met funkmuziek, als je niet syncopeert en niet over elkaar heen speelt. Ons samenspel en de timing, met twee gitaristen en twee keyboardspelers, waren ongeëvenaard.’

Prince is ook eigenzinnig en zou zijn succesband ontbinden. Hij maakt solowerk zoals zijn hit Kiss en ontdoet zich zelfs van zijn naam als hij vindt dat Warner Brothers zich zijn eigen naam hebben toegeëigend. Voortaan gaat hij verder als een niet uit te spreken symbool (zie de afbeelding hieronder).

Het is mooi om te lezen dat Thorne best ver gaat in zijn analyse van Prince’ muziek, zoals bij het nummer Sexy M.F.;

Prince zingt in een veel dieper register dan normaal op dit jazzy nummer, dat licht beïnvloed lijkt te zijn door het werk van Herbie Hancock (“The Sacrifice of Victor”, het slotnummer van de plaat, maakt de connectie explicieter door te samplen uit ‘God Made Me Funky’ van The Headhunters, Hancocks backing band uit de jaren zeventig).

Dit soort analyses leveren mij veel genoeglijke luisteruren op en daar houd ik van. Thorne schroomt ook niet om nummers volledig af te kraken en ook dat mag ik wel; ieder zijn mening en hij onderbouwt het allemaal. Ook maakt hij duidelijk dat Prince over een kluis beschikte waarin hij nog talloze nummers moet hebben liggen die nooit uit zijn gebracht. Het doet ons hopen op nieuw materiaal dat nog uit te brengen moet zijn maar dat zal de toekomst leren. Wel zijn er in 2014 en 2015 nog twee albums uitgekomen maar die vallen buiten het bestek van dit boek. Dan nog moet er veel meer materiaal zijn om nieuwe albums uit te kunnen brengen. Op de kanttekening na van die snelle heruitgave is dit een prima boek om de muziek van het fenomeen Prince te doorgronden.

Vertaling; Robert Neugarten
… (meer)
 
Gemarkeerd
Koen1 | 3 andere besprekingen | Dec 22, 2023 |

Lijsten

Prijzen

Misschien vindt je deze ook leuk

Gerelateerde auteurs

Statistieken

Werken
13
Ook door
5
Leden
260
Populariteit
#88,386
Waardering
2.9
Besprekingen
8
ISBNs
35
Talen
4

Tabellen & Grafieken