Luitenant Ramage wordt gewekt nadat hij bewusteloos is geraakt door een klap van een stuk hout. Hij blijkt de enige officier aan boord die het treffen met het franse linieschip heeft overleefd. Hun schip, het fregat Sibella heeft ernstige schade opgelopen en het is slechts een kwestie van tijd of het schip zal zinken. Hij besluit het schip met alle overlevende die nog kunnen lopen te verlaten en de gewonden over te laten aan de zorg van de franse chirurgijn. Na een gewaagde manoevre gaat iedereen van boord en wordt de vlag gestreken door een van de gewonden. In de boten verdwijnen ze in de vallende duisternis. Uit de scheepspapieren en de orders van de kapitein blijkt dat ze een missie hadden om een aantal belangrijke mensen op te halen die op de vlucht zijn voor het oprukkende leger van Napoleon in Italie. Het blijkt om de markiezin van Volterra en haar neven te gaan. Een van de neven komt echter om het leven door een aanval van de voorhoede van Napoleons leger en hij blijft achter op het strand. De andere neef beschuldigt Ramage er echter van hem levend achtergelaten te hebben om zichzelf te redden. Deze beschuldiging van lafheid en de overgave van de Sibella brengen hem voor de krijgsraad. Ramage moet zichzelf verdedigen tegen een aantal officieren die ook zijn vader in een krijgsraad ten gronde gericht hebben. De krijgsraad word onderbroken door de komst van Nelson en Ramage krijgt het bevel over de "Kathleen", een kleine kotter. Zijn eerste taak is om de bemanning van een gestrand fregat te ontzetten die belegerd worden door de franse troepen. Dit is tevens een test om aan te tonen dat hij niet laf is. Met een gewaagde actie en zonder veel verliezen krijgt hij ze aan boord. Uiteindelijk krijgt hij orders om de markiezin naar Gibralter te brengen