Carolijn Visser (1956) debuteerde in 1982 met 'Grijs China' en publiceerde nadien nog vele reisverslagen. In dit boek doet zij verslag van een reis door Tibet, in navolging van de uit Vlissingen afkomstige Samuel van de Putte (1690-1745). Deze Van de Putte (in het boek Van der Putte genoemd) bezocht als eerste Nederlander Lhasa (Tibet) en maakte aan de hand van zijn observaties een kaart van Tibet. Visser heeft een kopie van deze kaart. Behalve enkele kaarten en aantekeningen heeft de Zeeuwse reiziger niets achtergelaten. Testamentair had hij beschikt dat zijn schriftelijke nalatenschap na zijn dood vernietigd moest worden. Voor Visser, die naar Tibet trok in de hoop iets van de informatie op de kaart te ontrafelen, lijkt het gebied waar Van der Putte rondtrok onbereikbaar vanwege de Chinese bezetting. Ze ontmoet een jonge Tibetaanse die uit ballingschap in India is teruggekeerd, bezoekt Tibetaanse monniken in Zuid-India, keert terug naar Tibet en bezoekt Peking, de Chinese stad waar Van der Putte in 1734 arriveerde. Een hoofdstuk is gewijd aan de dood van Van der Putte in Batavia. Een boeiend reisverslag, zoals we van Carolijn Visser gewend zijn. Met enkele paginagrote zwart-witfoto's.