Door de plotselinge, geheimzinnige dood van haar vader, tegen wie ze een heimelijke haat koestert, moeten Emma en haar moeder Beth hun mooie huis in Londen verlaten. In het grauwe noorden van het Victoriaanse Engeland, waar woorden als trots en zelfrespect haast onbekende begrippen zijn geworden, volgt een leven van afmattende armoede.
Jarenlang probeert Beth haar dochter, die naar zij denkt nog volkomen onwetend en naïef is, tegen de harde klappen van het leven te beschermen. Ze put daarbij troost uit de liefdevolle herinneringen aan haar overleden man.

Maar Beth realiseert zich niet dat Emma na haar vaders dood veel beter af is, ook al zijn hun levensomstandigheden na zijn overlijden zo veranderd. Want deze man had een ongezonde, gevaarlijke relatie met zijn dochter, een relatie die tot een grote catastrofe heeft geleid. Emma draagt dit vreselijke geheim jarenlang met zich mee zonder er met iemand over te kunnen praten. En hoewel ze zich weinig meer kan herinneren van de afschuwelijke gebeurtenissen uit haar jeugdjaren, blijft ze onderbewust de gevolgen ervan ondervinden.

Maar in Schotland leert ze ten slotte de sympathieke Ewan kennen, die haar leert om te accepteren wat haar als klein meisje is overkomen. Zijn liefde en toewijding doen haar langzaam haar vertrouwen in de mensheid hervinden. Met hem zal ze uiteindelijk gelukkig worden en een nieuw leven durven beginnen in Canada, ver van de demonische herinneringen aan haar verleden. Emma’s groei van angstig, misbruikt kind tot volwassen vrouw die liefde durft te geven en te ontvangen, wordt in deze ontroerende roman op indringende wijze beschreven. ( )