C. S. FriedmanBesprekingen

Op de middeleeuwse wereld Erna is na twaalf eeuwen strijd tussen de mens en de faege, een verschrikkelijke kracht die de hele wereld omspant en die zich manifesteert in de dromen en de nachtmerries van de mens, een wankele balans ontstaan. Vier mensen, reisgezellen tegen wil en dank, onder wie de priester-krijger Damien Vryce en de tovenaar Gerald Tarrant, vermoeden een heftig offensief van de faege en proberen daar iets aan te doen.

Nu, na de avonturen in Rakhland, is duidelijk dat een nog grotere boze macht dan de faege, een onbenoembare entiteit met de kracht van een godheid, zich ophoudt op het oostelijk continent, aan de overzijde van Novatlantis. Eerder vertrokken daarheen vijf reisgezelschappen waarvan nooit meer iets werd vernomen.

Op zoek naar de oorsprong van het nieuwe onbekende kwaad wagen Damien Vryce en Gerald Tarrant de oversteek in gezelschap van de Rakhvrouw Hesseth, die beresterk is en, letterlijk, klauwen heeft.

Het drietal, dat door het noodlot tot elkaar is veroordeeld, weet het oostelijk continent te bereiken en komt aan in een land waar de Kerk van de Ene God, de religie die Vryce aanhangt, oppermachtig is. Daar ontdekken ze waarom geen van de eerder vertrokken reisgezelschappen ooit terugkeerde...

Het verhaal van de Koudvuur-trilogie opent op de wereld Erna, waar na twaalf eeuwen vruchteloze strijd tussen de mensheid en de faege - een verschrikkelijke natuurkracht die zich voedt met meer dan alleen de dromen en de nachtmerries van mensen - een wankel evenwicht is ontstaan. Dat wil zeggen, dat lijkt zo.

Vier mensen, toekomstige reisgezellen tegen wil en dank, vermoeden anders en beginnen aan een uiterst hachelijke onderneming, een queeste waarvan het voortbestaan van de mens op Erna afhangt.

De reisgenoten zijn de priester-krijger Damien Vryce, een rebelse krijger die van mening is dat tovenarij een potent wapen is in de strijd tegen het kwaad. Ciani van Faraday is een van die zeldzame mensen die in staat zijn de geheimzinnige faege te zien. Senzei Reese is haar trouwe vriend en tegelijk manusje-van-alles. De laatste van het viertal is de tovenaar Gerald Tarrant. Zijn innemende uitstraling verhult een uiterst kille geest. Is hij wel de goedbedoelende man die hij zegt te zijn?

Gezamenlijk nemen zij het op tegen het kwaad dat de mens bedreigt, tegen de meedogenloze voornemens van de faege.½