Josep PlaBesprekingen
Auteur van Het grijze schrift
Besprekingen
Onze site gebruikt cookies om diensten te leveren, prestaties te verbeteren, voor analyse en (indien je niet ingelogd bent) voor advertenties. Door LibraryThing te gebruiken erken je dat je onze Servicevoorwaarden en Privacybeleid gelezen en begrepen hebt. Je gebruik van de site en diensten is onderhevig aan dit beleid en deze voorwaarden.
Ik citeer:
21 maart. In dit land hebben wij een heel rare gewoonte. Wanneer twee personen elkaar op straat tegen het lijf lopen hebben zij elkaar nauwelijks iets te zeggen. Maar eenmaal afscheid genomen komt ons na zeven of acht passen te hebben gedaan een reeks dingen in gedachten waar we degene die we zojuist hebben verlaten dringend van op de hoogte willen stellen. Dan richten we hard schreeuwend, met aanzienlijke stemverheffing, het woord tot hem, daarbij omstandig met de armen zwaaiend. De ander antwoordt ons logischerwijs door ook te schreeuwen en met dezelfde heftigheid te zwaaien. Daar we ondertussen onze weg vervolgen en we dus steeds verder van onze gesprekspartner verwijderd raken, ontaardt de conversatie in een vreselijk geblèr. Ten slotte is de afstand zo groot dat het praktisch onmogelijk is nog iets te verstaan. Dan zegt men met enorme krachtsinspanning: "Nou goed we praten er nog wel over..." De ander antwoordt als een bezetene: "Ja, ja, we praten er nog wel over..." En als we elkaar dan weer ontmoeten, hebben we niets te zeggen.
Toen enkele dagen geleden don Narcis Miquel met een gewicht van honderddertig kilo op het randje van de dood zweefde - don Narcis is een man uit de glorietijd van de stad, uit de tijd van de Franse champagne, Schotse whisky en Münchens bier - zei hij vol angstige smart tegen zijn familie: "Red mij! Doe al het mogelijke! Als ik erbovenop kom beloof ik dat ik nooit meer zoveel zal eten..." Die belofte van senyor Narcis bleef echter louter bij een werkhypothese die door de latere feiten achterhaald werd. Vandaag, nu hij weer gezond en wel is, eet hij zoals voorheen, misschien meer dan voorheen.
Ik kan er niet genoeg van krijgen om in de Essais van Montaigne te lezen. Ik breng er s'nachts uren en uren mee zoet in bed. Zij hebben een aangename, kalmerende uitwerking op mij, zij bezorgen mij een heerlijke rust. Ik vind Montaigne haast doorlopend grappig, hij is een aaneenschakeling van onuitputtelijke verrassingen. Een van die verrassingen komt, geloof ik, voort uit het feit dat Montaigne een zeer scherp besef heeft van de onbeduidende plaats die de mens op aarde inneemt.
Voor wie van dagboeken houdt zijn er vervelender dingen dan een stukje van Pla te lezen.