Italie, 1534. De arme boer Ugo DiFonte woont samen met zijn dochter Miranda op een boerderijtje vlak bij de stad Corsoli. Op een dag worden ze samen weggevoerd, door de despotische hertog van Corsoli, Federico Basillione DiVincelli. Ugo moet de voorproever van de hertog worden. Gevaarlijk werk, omdat de hertog veel vijanden heeft. Ugo leert zijn vak snel kennen: vergif, tegengif en de werking van allerlei soorten kruiden. Door zijn vindingrijkheid, sluwheid en verbeeldingskracht weet hij een reeks dodelijke intriges te overleven, en kan hij zijn dochter beschermen tegen haar ontluikende verlangens en de lusten van machtige mannen. Ugo's verhaal geeft een gedetailleerd portret van de renaissance vanuit het perspectief van de arme boer. Het toont de weinig bekende onderbuik van het zestiende eeuwse Italie, waar armoede, ziekte en wreedheid aan de orde van de dag zijn ( )

Knap historisch verhaal over iemand die noodgedwongen voorproever wordt van zijn heer (Italië, 1534); beschrijft smaken zoals Süskind geuren! ( )