Rosie Boycott en haar man, allebei met een succesvolle job in Londen, beslissen om mee een boerderij (opnieuw) uit de grond te stampen. Niet gehinderd door enige affiniteit met de boerenstiel, maar met heel veel enthousiasme, zelfrelativeringsvermogen en humor, weten ze zich met vallen en opstaan (en met bloed, zweet en tranen en een heleboel centen) doorheen het eerste jaar te worstelen. Die dagdagelijkse strijd om te overleven als kleine boer wordt nog prangender als blijkt dat de grote supermarktketen Tesco een nieuwe supermarkt plant in het dorp. De lokale gemeenschap is bang dat dat de doodsteek zal betekenen voor het dorp en kleine lokale leveranciers van voedsel, maar vecht een achterhoedegevecht tegen de politiek en de administratie. Rosie Boycott weeft in dit boek haar eigen verhaal, het verhaal van de boerderij en het verhaal van de kleine dorpsgemeenschappen door elkaar tot een boeiend boek dat je doet nadenken over hoe het gesteld is met onze gemeenschap. ( )