Tine van Buul (1919–2009)

Meerdere gedichten (4)
De orrekiedor
In het land van de orrekiedorren daar zijn ze allemaal gek.
daar hebben ze groene snorren en vlaggetjes in hun nek.
daar hebben ze koperen tenen en veren op hun hoofd
ze eten er kiezelstenen met boter en suiker gestoofd
als je iemand ziet flaneren met een grote groene snor
en een hoofd vol wuivende veren
dan is het orrekiedor
(Annie M.G. Schmidt)

Waar is je pop?
in de spiegelzaal
hoe kom je daaR?
met een trap
waar os d etrap?
in de zevende hemel
hoe kom je daaR?
met een stap
hoeveel stappen?
zoveel als de treden
die zijn gesmolten en naar beneden gegleden
waar is beneden?
naar boven en andersom
waar is je pop?
in zijn heiligdom.
(Ienne Biemans)

Visite
Pippeloentje heeft vanmorgen zoveel zorgen, zoveel zorgen
pippeloentje krijgt visite,
moet de bloemtjes begieten
en hij moet de kamer stoffen
en hij loopt nog op z'n sloffen
kijk, hij veegt in alle hoekjes
en hij legt de ronde koekjes
netjes op het witte bordje
pippeloentje met zijn schortje
nu is 't zeven uur precies
en hij zelfs is nog zov ies
wat ziet Pippeloen eruit!
even spuiten met een spuit
O, de tijd is omgevlogen
nu nog even laten drogen
end at hele vieze beertje is ineens een keurig heertje
kijk, daar komen alle beertjes met hun mooie nieuwe kleertjes
Pippeloentje met de pet roept"
de thee is al gezet!
ieder beertje op het plaatje krijgt een koekje met een gaatje.
(Annie M.G. Schmidt)

Hans kan klimmen
Een, twee
tree voor tree
stapje, stapje, stapje,
klimt hans langs het trapje
opgepast, Hans, val maar niet
anders krijg je groot verdriet!
een twee
tree voor tree
hansepans, je valt me mee
kijk je bent al boven
't is niet te geloven
nu zie 'k pas hoe veel jij kan
knap gedaan, hoor Hanseman.
(P. van Renssen)… (meer)

Een prachtige verzameling gedichten voor alle leeftijden. De gedichten zijn geordend naar thema, zodat je gemakkelijk geschikte gedichten kunt uitzoeken om te gebruiken in een les. De gedichten zijn niet altijd voor kinderen geschreven; het gaat erom of ze door kinderen gelezen kunnen worden. En wie dit boek als kind heeft leren kennen, kan er zijn hele leven van blijven genieten.
Het voorwoord van Kees Fens verwoordt treffend wat het verschil is tussen gedichten voor kinderen en voor volwassenen:

"Is dit een boek voor kinderen? Ja en nee. Is dit een boek voor volwassenen? Nee en ja. Het is een boek dat een leven lang mee kan. Je kunt er als kind in lezen, maar ook alle jaren die daarna komen. Als je zestig bent en bijna alle dichters uit dit boek dood zijn en ik erbij, zijn de gedichten nog levend. En geen jaar ouder geworden."… (meer)