Afbeelding van de auteur.

Louise ErdrichBesprekingen

Auteur van The Round House

69+ Werken 37,781 Leden 1,296 Besprekingen Favoriet van 130 leden

Besprekingen

Engels (1,248)  Spaans (13)  Nederlands (10)  Frans (9)  Duits (5)  Italiaans (1)  Deens (1)  Alle talen (1,287)
Toon 10 van 10
Wie op zoek gaat naar romans over de oorspronkelijke bevolking van de Verenigde Staten, de Native Americans, zal vroeg of laat uitkomen bij het werk van Louise Erdrich (1954). Al 18 romans heeft zij op haar naam staan, naast een aantal kinderboeken en non-fictie werken. In 2019 won ze de Pulitzer Prize voor haar roman ‘The Night Watchmen’. ‘The Sentence’ is (vooralsnog) haar nieuwste roman. Het boek is in het Nederlands vertaald als ‘Sleutelwoorden’.

Het verhaal in ‘The Sentence’ volgt Tookie, een Native American vrouw van een jaar of 50, die na jaren in de gevangenis in een boekwinkel is gaan werken en probeert een kalm leven te leiden na al haar uitspattingen van vroeger. Die kalmte wordt helaas verstoord door Flora, een klant van de boekwinkel, die weliswaar is overleden, maar toch als een soort poltergeist terug blijft keren naar de winkel. Erdrich draait hier bewust een bekend (Amerikaans) horror-cliché om, want hier zijn het niet de uitgemoorde ‘indianen’ die wraak komen nemen op de moderne Amerikaan, maar is het juist een Amerikaanse vrouw die haar intense verlangen om ook een ‘indiaan’ te zijn zelfs na haar dood niet los kan laten en bezit wil nemen van Tookie.

Nu klinkt dat bijna als een klassiek horror-scenario, maar dit boek valt zeker niet in de categorie horror en is ook niet eng. The Sentence is eerder een kalm boek, af en toe zelfs wat traag voortkabbelend. Tookie doet buiten haar werk in de boekwinkel ook andere dingen: ze is getrouwd en probeert een goede relatie op te bouwen met haar man en haar wispelturige stiefdochter, ze ontmoet vrienden. Wat het verhaal zo intrigerend maakt, naast de bespiegelingen over het leven van Native Americans in het moderne Amerika, is de setting.

‘The Sentence’ speelt zich namelijk af in het heel recente verleden, tijdens de corona-pandemie. De schrijfster heeft het boek ook in die periode geschreven, wat het af en toe wat dagboekachtig maakt. Dat gevoel wordt versterkt doordat het verhaal zich voor een belangrijk deel afspeelt in een boekwinkel die verdacht veel lijkt op de boekwinkel van Louise Erdrich zelf (Birchbark Books in Minneapolis). De eigenaresse van de fictieve boekwinkel heet zelfs ook Louise. En Minneapolis, dat is de stad waar George Floyd werd vermoord door een politie-agent, in de zomer van 2020. Ook die gebeurtenis en de daaropvolgende protesten spelen een belangrijke rol in het verhaal.

Hoewel de setting dus doorspekt is met actualiteit en realiteit, is het verhaal verder volledig fictief. Is het een aanrader? Waarschijnlijk niet voor iedereen, je moet zeker tegen wat traagheid kunnen. Wat het de moeite waard maakt is dat het een tijdsbeeld geeft van een periode die we nu hard proberen te vergeten, maar die heel wat spokende wonden heeft achtergelaten. Daarnaast maakt de setting in de boekwinkel ‘The Sentence’ tot een echt een echt boeken-boek. Het wemelt van de leestips en laat je zeker achter met een langere wil-ik-lezen-lijst dan je had voordat je aan het lezen begon.
1 stem
Gemarkeerd
Tinwara | 100 andere besprekingen | Jan 15, 2024 |
De Amerikaanse staat North Dakota was een nogal blanco plek in mijn kennis van de wereld. Ik moest zelfs opzoeken waar het precies ligt. Schrijfster Louise Erdrich heeft die blanco plek nu voor mij ingekleurd met prachtige beelden van onherbergzame, besneeuwde prairies en droge zomerlandschappen waarover roze en groene wolken zich dreigend opstuwen. Het oproepen van zulke beelden is duidelijk haar talent.

Louise Erdrich schrijft al sinds de jaren ‘80 en heeft inmiddels een omvangrijk oeuvre opgebouwd dat bestaat uit 12 romans, een aantal kinderboeken en ook non-fictie. Een terugkerend thema in haar werk is de relatie tussen de Native Americans en andere bevolkingsgroepen. Zelf is zij ook van gemengde afkomst: haar vader heeft wortels in Duitsland, haar moeder is Chippewa, wat een bevolkingsgroep is die is ontstaan uit een vroege vermenging van Franse kolonisten en een oorspronkelijk Amerikaans volk, de Ojibwe. Wie op zoek gaat naar hedendaagse Native American schrijvers zal al snel bij Erdrich uitkomen.

Ook in ‘The plague of doves’ is de interactie tussen Native Americans en Europese migranten een centraal thema. Het verhaal speelt zich af in en om het plaatsje Pluto, aan de grens van een indianenreservaat in Noord Dakota, tussen grofweg 1880 en 1980. Een centrale gebeurtenis: de moord op een blanke familie in 1911, en de daaropvolgende moord op drie Native Americans, die in een soort volksgericht schuldig werden bevonden aan de eerste moord, maar daar niks mee te maken bleken te hebben. Over deze gebeurtenissen zwijgt men, maar ondertussen wonen de afstammelingen en familieleden van alle betrokkenen nog wel steeds in hetzelfde gebied en is niemand vergeten wat er is gebeurd. En om het nog wat ingewikkelder te maken: omdat de families in de loop van de tijd met elkaar vermengd zijn geraakt bevindt bijna iedereen zich in de vreemde situatie zowel af te stammen van slachtoffers als van daders.

Als lezer vorm je je een beeld van de geschiedenis van Pluto aan de hand vier vertellers. Hun verhalen lopen door elkaar, bevatten verhalen die ze van anderen hebben gehoord en springen elk ook nog eens heen en weer in de tijd, waardoor het bepaald geen rechttoe rechtaan geschiedenis is. Je moet als lezer echt aan het werk en overzicht zien te scheppen in de enorme hoeveelheid namen, dwarsverbanden en familierelaties. (Tip: online zijn deze stambomen terug te vinden https://www.readerguidetolouiseerdrich.com/index.php/the-plague-of-doves/ ) Waarbij ook nog eens een deel van die verhalen en personages eigenlijk niet zo relevant is voor het grotere verhaal. Geen simpel boek dus.

Mooi vond ik de taal, en de beelden die Erdrich oproept, bijvoorbeeld van de landschappen en het klimaat. Dat gebeurt vooral sterk in de eerste helft van het boek. De hoofdpersonen zijn goed uitgewerkt, ook al lijken de vier vertellers op een bepaalde manier wel erg op elkaar, vooral in de manier waarop ze met een zekere afstandelijkheid de wereld om zich heen observeren. Doordat ze verschillende leeftijden hebben en verschillende posities in de samenleving innemen, hebben ze wel echt verschillende verhalen te vertellen. Het is ook fijn dat dramatische scènes afgewisseld worden met meer humoristische passages.

Tegelijk zijn er ook wat onbevredigende aspecten aan dit boek. Het is in feite een mozaiekvertelling, en één van de problemen die ik vaak heb met die vertelvorm is dat hoofdpersonen nogal abrupt uit het verhaal kunnen verdwijnen. Zo ook hier. De vertellers zijn mooie ronde karakters, waar je je als lezer aan hecht, maar die wreed uit het verhaal gesneden worden, waardoor je met vragen achterblijft. En hoewel je aan het eind een vrij goed beeld hebt van wat zich in die eeuw zoals heeft afgespeeld in Pluto, blijven er ook verhaallijnen over, die los staan van het grotere verhaal en daardoor niet lekker afgerond worden. The plague of doves is het eerste deel is van een trilogie en het zou dus kunnen dat die losse eindjes in latere delen nog een vervolg krijgen. Met de indruk die ik nu heb van Louise Erdrich en haar schrijfstijl zou ik me best aan nog eens die vervolgdelen willen wagen.½
 
Gemarkeerd
Tinwara | 90 andere besprekingen | Jan 10, 2023 |
Ik las al tamelijk wat van Louise Erdrich en was altijd erg gecharmeerd door haar authentieke inkijk in het leven van de Native Americans in Noord-Dakota, meer bepaald de Chippewa-stam waar ze zelf toe behoort. Erdrich weet zowel de eigen identiteit van die stam in de verf te zetten, als de problemen van achterstelling binnen de nog altijd erg racistische Amerikaanse samenleving. De laatste romans die ik van haar las speelden naar mijn smaak iets teveel het magisch-realistische element uit, met dolende geesten en voorspellende dromen, waardoor haar verhaallijnen iets teveel in het ijle bleven hangen.
In deze, intussen met een Pulitzer bekroonde roman, vindt Erdrich weer de juiste balans. Ze focust op de poging van een Amerikaans Congreslid, in de jaren 1950, om de bescherming die de Chippewa-stam geniet ongedaan te maken, door hun reservaat-status te ontnemen en hen te integreren in de ‘gewone’ maatschappij. Terecht werd en wordt dat de ‘Termination Bill’ genoemd. Het verzet tegen dat wetsontwerp werd geleid door Erdrich’s grootvader, die mee aan de kost kwam als nachtwachter in een fabriek nabij het reservaat. Erdrich voert hem als één van de hoofdpersonages op, in de persoon van de wat oudere, vertwijfelde Thomas, de sympathieke underdog die het opneemt tegen de reus in het ver af gelegen Washington. Ik begrijp wel waarom deze roman daarom de titel de nachtwachter kreeg, want het verhaal van dat verzet tegen de Termination Bill vormt zeker de maatschappelijke ruggengraat van dit boek. Maar eerlijk gezegd, is het het verhaal van de erg jonge Patrice/Pixie, een Indiaanse arbeidster in de fabriek, dat het meest aanspreekt. Met Patrice voert Erdrich een coming of age verhaal op, van een jonge indiaanse die met veel zelfbewustzijn haar weg zoekt in het leven (met onder meer een seksuele initiatie) maar ook in de ‘witte’ wereld, die vol gevaren zit. Patrice is heerlijk nonconformistisch, en via haar worden we ook geconnecteerd met die vreemde wereld van de Native Americans voor wie tijd en realiteit in zekere mate anders verlopen.
De twee verhaallijnen, lopen voor een stuk naast en deels ook door elkaar, en vullen elkaar goed aan. Dit is zonder twijfel de rijpste en rijkste roman van Erdrich, tot nu toe.½
1 stem
Gemarkeerd
bookomaniac | 88 andere besprekingen | Mar 19, 2022 |
Ik ben niet de eerste die het zegt, ik weet het, maar de dystopische roman lijkt een echte hype te worden. In het spoor van Margaret Atwood’s Handsmaid Tale (1985) en vooral de verfilming ervan, wagen tal van auteurs zich aan het genre. Nu ook Louise Erdrich dus, en binnen haar oeuvre neemt dit boek een heel aparte plaats in.
Natuurlijk zijn er ook in dit boek verschillende links met de Indiaanse cultuur (Native American): de protagoniste, de 26-jarige Cedar (Mary) Hawk Songmaker is verwant met de Ojibwe-stam, in de buurt van Minnesota; in de loop van het verhaal zoekt ze haar oorspronkelijke familie op en dat levert, net als in de vorige romans van Erdrich een zowel ontluisterende als intrigerende inkijk op in het leven en de magie van de Native American wereld.
Maar de dystopie dan? Aanvankelijk blijft die relatief beperkt. De zwangere Cedar begint brieven aan haar nog ongeboren kind te schrijven, omdat er vage indicaties zijn van dingen die mislopen in de wereld, vooral in de natuur. Er zijn verwijzingen naar klimaatverschuivingen, maar vooral naar eigenaardige natuurfenomenen, zoals de terugkeer van verdwenen diersoorten (de sabeltandtijger, en zelfs een dynosaurus-soort). Terwijl het centraal gezag instort (waarom is niet duidelijk), gaan er geruchten dat de natuurlijk evolutie tot stilstand is gekomen, en zich in omgekeerde richting beweegt. En zo komen we uiteraard rechtstreeks bij Cedar en haar ongeboren kind terecht.
In het lange eerste deel blijven die dystopische elementen erg op de achtergrond en focust het verhaal zich bijna volledig op de herontdekking van Cedar’s oorspronkelijke familie. Maar
vooral in het tweede deel is er een snelle opeenvolging van dramatische wendingen, die een gevolg zijn van de jacht op zwangere vrouwen door fundamentalistische christelijke milities die intussen de plak zwaaien. Uiteraard kan je hier niet anders dan aan Atwood denken. En zeker het slot van de roman lijkt bijna een doorslagje van de Handsmaid Tale.
In vergelijking met Atwood legt Erdrich veel sterkere ecologisch accenten en haar protagoniste is ook veel aardiger, optimistischer. Ook de magisch-realistische elementen uit de Native American cultuur geven een eigen karakter aan deze roman. Maar toch blijf je met de vraag zitten wat nu precies de boodschap was van Erdrich, en in welke mate die al of niet afwijkt van die van Atwood. Komt daarbij dat sommige wendingen in het verhaal wel erg onwaarschijnlijk zijn, dat enkele interessante karakters (zoals surrogaat-vader Eddy) onderbelicht blijven, dat andere karakters heel erg van bordkarton lijken en dat de stijl varieert tussen Young Adult en filosofisch traktaat over de plaats van de mens in de evolutie. Enkele passages zijn weergaloos en herinneren aan de betere Erdrich-romans, maar op het eind van dit boek blijf je met de ongemakkelijke vraag zitten waar dit nu echt op sloeg.½
1 stem
Gemarkeerd
bookomaniac | 79 andere besprekingen | Mar 16, 2020 |
This was not really a success for me: except in the beginning the novel simply did not resonate. That start is of course spectacular: a man accidentally shoots down the son of his neighbor and good friend; in exchange, he gives his youngest son, the 5-year-old LaRose, to the affected family. "It's the old way". This fact is of course dramatic and surprising, but a little less if you know that the novel, like all Erdrich's stories, is set in and around an Indian reservation in North Dakota, and that traditions and especially magical-realistic elements are an integral part of the story material. That worked out well, I thought, in other novels I read from her, "The Round House" and especially "Plague of Doves", but here it goes a bit over the edge.
The boy LaRose appears to be gifted with the magical powers that family members of previous generations (with the same name by the way) all had: the ability to step out of the body, float above the earth, talk to the dead and to dogs, in short seeing the other side of reality. In this novel, Erdrich exaggerates these elements, to the extent that the credibility of the story is lost. At times LaRose himself is painted too saint-like, and the other main characters, the 'fathers' Landreaux and Peter, who are linked by the drama, remain somewhat superficial. Only the marginal Romeo, a very complex and somewhat macabre figure, is captivating.
Of course, the main themes - the grieving process, reconciliation and redemption - are very interesting facts that Erdrich regularly and sensitively elaborates on. But the story meanders in too many directions, so that the effect is lost.½
 
Gemarkeerd
bookomaniac | 75 andere besprekingen | Jan 8, 2020 |
Net als het vorige boek dat ik las van Erdrich (the Plague of Doves) staat de etnische problematiek hier weer centraal: het verschil dat het maakt in de Verenigde Staten om indiaan te zijn, en dus in alle mogelijke opzichten gediscrimineerd te worden. Opnieuw speelt het verhaalt zich af in North Dakota, en verschillende figuren uit de vorige romans keren terug. Erdrich zoomt niet alleen in op de exotische aspecten van de indianencultuur (de geesten en visioenen, de bijzondere verhalen van grootvader Mooshum, de feesten, enzovoort), maar vooral op de maatschappelijke situatie van de indianen: hun structurele discriminatie, het wijdverspreide seksueel misbruik, en het gekortwiekte tribaal recht. Dat recht is zogezegd het tastbare bewijs van hun soevereiniteit binnen hun reservaat, maar in de praktijk zijn indianen gedwongen om misdaden die door blanken in hun reservaat worden begaan, grotendeels ongestraft te laten. Voor een buitenstaander als ik, is het schokkend te vernemen dat dit nog altijd de realiteit van vandaag is (uit het Nawoord van Edrich maak ik wel op dat een wet uit 2010 dit euvel gedeeltelijk rechtgezet heeft). Het is dus dat etnisch gegeven dat andermaal de aantrekkingskracht van deze roman maakt.
In tegenstelling tot Erdrich’s vorige boeken is dit voor een keer een rechtlijnig verteld verhaal. Geen Faulkneriaanse toestanden dus. Maar wat het boek gaande houdt is de thriller-intrige. Centraal staat immers de brutale verkrachting van de moeder van de vertellende stem, de 13-jarige Joe, de zoektocht naar de dader en de ontknoping. Erdrich besteedt veel aandacht aan de traumaverwerking door de moeder en haar omgeving, en dat levert harde, schrijnende scenes op. Maar tussendoor brengt Erdrich ook een klassiek, maar heel erg uitgesponnen coming-of-age-verhaal. We zien alles immers door de bril van de 13-jarige Joe. Dat perspectief charmeert omdat het ons vanuit kinderogen introduceert in de harde wereld die volwassenen liever afschermen (inclusief het klassieke seksuele taboe), maar tegelijk overtuigt het ook niet helemaal: Joe’s reacties en handelingen corresponderen naar mijn aanvoelen niet helemaal met die van een 13-jarige. En de auteur besteedt wel heel veel pagina’s aan Joe’s jongensavonturen met zijn vrienden; die passages remmen het verhaal en zijn geregeld aan de langdradige kant. Nog een minpunt: de dader van de verkrachting is erg karikaturaal getekend, als een kwade demon die je alleen in slechte B-films vindt.
Die minpunten worden wel gecompenseerd door een paar kleurrijke personages die leiden tot een paar bijzonder hilarische passages: de stokoude indiaanse mannen en vrouwen bijvoorbeeld die onder elkaar voortdurend ongeneerd pikante gesprekken voeren, de katholieke dorpspastoor die een ex-marinier is en brutaal-direct voor de dag komt, en tenslotte Cappy, het aandoenlijk zacht-stoere vriendje van Joe, die vooral op het einde een bepalende rol speelt.
Maar zoals gezegd, het is het etnische gegeven dat deze roman overeind houdt, en dan vooral de schrijnende vaststelling dat het Amerikaans recht de indianen een fatsoenlijke rechtsbedeling onmogelijk maakt. De indianen in deze roman compenseren dat op hun manier. In die zin zijn de droomverhalen die de stokoude Mooshum in zijn halfslaap vertelt over de bizonvrouw Akii sleutelpassages die deze roman een apart cachet geven.
Kortom, een heel interessante roman, met een spannende intrige, maar soms wat langdradig en in sommige passages net iets te jongensachtig. In tegenstelling tot The Plague of Doves, is dit boek dus wat minder evenwichtig.½
 
Gemarkeerd
bookomaniac | 221 andere besprekingen | Nov 18, 2018 |
Dit was een aangename en ronduit verrassende kennismaking met een auteur die me tot nog toe volledig onbekend was. Louise Erdrich heeft blijkbaar al een heel oeuvre op haar naam staan en dit boek was haar echte, zij het late, doorbraak (2008). De verwantschap met Faulkner valt onmiddellijk op: net als de Nobelprijswinnaar spelen al haar boeken zich af in een heel beperkt geografisch gebied in de Verenigde Staten; in haar geval in Noord-Dakota, met zijn vele indianenreservaten en een heel gemengde bevolking; Erdrich zelf is trouwens van Indiaans-Duitse afkomst. Nog een overeenkomst met Faulkner: de techniek om verhalen te vertellen vanuit verschillende vertelstandpunten, hetgeen de lectuur geregeld tot een moeilijke uitdaging maakt, maar ook enorm verrijkend werkt. Zelfs nog meer dan bij Faulkner weet Erdrich de verschillende verhaallijnen tot een kluwen te maken dat op het einde ingenieus in elkaar vloeit. Een bloedige massamoord en de daarop volgende lynching van een groepje (onschuldige) indianen is daarbij het telkens terugkerende knooppunt.
De stijl van Erdrich deed me dan weer heel erg aan Toni Morrison denken, vooral als ze op enkele momenten op de magisch-realistische tour gaat, en ook door de zeer diepmenselijke manier waarop ze de verschillende actoren hun eigen verhaal laat vertellen.
Voor alle duidelijkheid: dit is geen simpel boek, je moet er echt wel je hoofd bij houden. Erdrich bedient zich ook van verschillende literaire registers (ze springt geregeld van een ik-vertelling naar een derde verteller-standpunt), en ze wisselt steenharde dramatische scenes af met surreële fragmenten en ook met dolkomische passages af. Wat overblijft is een impressie van hoe complex een mensenleven in elkaar zit, en hoe het verleden onvermijdelijk opduikt in het heden. Louise Erdrich staat voorgoed op mijn radar.
2 stem
Gemarkeerd
bookomaniac | 90 andere besprekingen | Sep 23, 2018 |
Hoofdpersoon is Vivian Twostar, van gemengd Amerikans-Indiaans-Iers-Spaanse afkomst. Gescheiden, pragmaties, veertig jaar en antropologe met een onhandelbare zoon van 16 Noah, een kwaadaardige Indiaanse grootmoeter en een baby Violet op komst. Haar losvaste minnaar Roger is in vele opzichten haar tegenpool: verlegen, erudiet, gevestigd wetenschappper (epies dichtwerk over Columbus), geboren en getogen Nieuw-Zeelander.
Als Vivan een fragment van Christophorus Columbus' (Colon) verloren logboek ontdekt dat verwijst naar 'de grootste schat van Europa', wordt het paar tot een reis naar de Bahama's gedreven, die hun leven eerst bedreigt en uiteindelijk voor altijd verandert.

Fragment:
In het warme, roze goud van en Caribiese middag spoelder er iets fantasties uit de zee aan. Het eilandenmeisje dat het vond, Valerie Clock, stond bekend als een nietsnut, zo iemand die liever luierde als haar moeder haar naar het strand stuurde om dat met haar hark f te zoeken. Weldra zou dit allemaal veranderen. Die middag deed Valerie precies waar ze best in was: niets. De late middagzon stond koel en hoog. Waarom zou ze het tij niet alleen laten aanspoelen wat het wilde om dan pas met haar hark aan de slag te gaan? Ver op zee zag ze een kleine stip, geel, rommel die ze binnen moest halen. De lange deining van een ondoorzichtig turkoois rolde zwaar op het strand af. Valerie had alle tijd van de wereld om erop te wachten zoland de wind maar hardgenoeg blies om de strandvliegen onder het zand te houden. Ze krabde aan haar enkel en haakte met haar teen in iets van plastiek - er kwam een slipper bovendrijven, misschien in Florida of wie weet waar van een voet geschopt. Valerie paste hem aan haar eigen voet, niet gek! De gele stip was nu groter. Eigenlijk ad hij wel iets weg van de vlotten die de vissers op gratenvis aan de andere kanf van het rif verankerden om hun vangst op te deponeren. De afmeting prikkelde Valeries nieuwsgierigheid en ze stond op om wat te gaan harken tot hij dicht genoeg bij zou zijn om hem wadend te bereiken. Het bleek inderdaad een vlot te zijn en ze gooide haar hark ver het strand op en liep ernaartoe tot haar middel door de golfslag lopend. Ze trok de doorgezakte kanten tegen har borst, strekte haar hals om over de rand te kijken en bevroor. Ze was voorzichtig te werk gegaan, voorbereid op de halfverrotte vangst van een sportvisser, maar wat ze zag was zo volslagen verrassend dat het eerst niet goed tot haar doordrong. Vanaf die dag noemden de mensen haar de dochter van de farao.
Valerie keek en keek. Ze kon maar niet ophouden met naar de bodem van het bootje te kijken. Ze stak haar hand uit, raakte de baby aan, maar het rozenwangig kind sliep door in slaag gewiegd door de deining en door het sisgeluid van de golven. p 8-9½
 
Gemarkeerd
Baukis | 7 andere besprekingen | Aug 5, 2010 |
Dramatische gebeurtenissen van bijna honderd jaar geleden blijven doorwerken in een gemeenschap van blanken en indianen in een afgelegen plaatsje in North Dakota. Ik vond personen en verhaal kleurrijk beschreven, belist boeiend. Door perspectiefwisselingen soms lastig om de draad vast te houden. Goed leesbaar naast 'De overgave' van Japin.
 
Gemarkeerd
Monica10 | 90 andere besprekingen | Jun 22, 2010 |
De duivenplaag is een ontzettend knap geconstrueerde roman over een kleine gemeenschap in het denkbeeldige Pluto in North-Dakota (USA), een stadje dat grenst aan een indianenreservaat. De inwoners en hun familiegeschiedenissen zijn met elkaar verweven via een gruwelijke misdaad, die enkele generaties geleden plaatsvond. De relaties tussen de blanke inwoners (vooral Amerikanen met Duitse en Noorse roots) en de indianen zijn heel complex verbonden via huwelijken en clandestiene liefdes. Het verhaal ontrolt zich door de ogen van een viertal personages die afwisselend getuigen over hun leven en de verhalen die zij van hun (voor)ouders meekregen. We komen terecht in een kluwen van kleine gebeurtenissen waarvan de gemeenschappelijke draden langzaam ontward worden. Zo is er Evelina, een jonge half Indiaanse vrouw die met haar verliefdheden worstelt en aan de lippen hangt van haar grootvader Mooshum, die het verleden via zijn fantastisch ingekleurde verhalen doet herleven. Daarnaast is er de rechter Antone Bazil Coutts. Hij heeft weet van verrassende intriges, die zonder dat hij het zelf in de gaten heeft ook hun stempel drukken op zijn eigen leven.
Louise Erdrich brengt dit verhaal meesterlijk, in een adembenemend mooie taal. Hier en daar komt er wat magie aan te pas, die herinnert aan het werk van Isabel Allende of Laura Esquivel. Daarnaast is het hele boek doorspekt met humoristische passages. Dit is echt een roman waarvan je elke zin tot je moet laten doordringen en waarbij ik regelmatig geneigd was om passages te herlezen. De beeldenrijkdom is enorm! Louise Erdrich, zelf de dochter van een Indiaanse moeder en een Duits-Amerikaanse vader heeft een huzarenstuk afgeleverd, voor mij nu al een klassieker!
1 stem
Gemarkeerd
kaliganes | 90 andere besprekingen | Feb 11, 2010 |
Toon 10 van 10