Mag de titel van het boek wat ‘gezocht’ aandoen, de inhoud is dat zeker niet. Aan de hand van een aantal (23) stellingen gaat de schrijver uitvoerig in op de uiterst wankele basis waarop veel kapitalistische theorieën gebaseerd zijn. Met name de rol van de alom terugtredende overheid wordt kritisch gevolgd en wordt aan de hand van voldoende voorbeelden aangetoond dat een zich sterk profilerende overheid wel degelijk in staat is om op economisch terrein succesvol te opereren. Buitengewoon prikkelend is het hoofdstuk waarin de thans breed aangeprezen kenniseconomie het aflegt tegen de ‘oude’ industriepolitiek; ‘we moeten dingen maken, serieuzer nemen’ !

Samengevoegd vormen uiteindelijk alle hoofdstukken, een warm pleidooi voor een betere aanpak van het mondiale verdelingsvraagstuk.

Gezien de samenstelling is het misschien handig om het boek gefaseerd -dus ‘ding voor ding’- te lezen, de behandelde stof kan zodoende even ‘uitademen’ en stimuleert om er wat langer over na te denken. Het komt het boek ten goede.

Conclusie: rijk gedocumenteerd, en goed geschreven. ( )