John le Carré (1931–2020)
Auteur van Spion aan de muur
Over de Auteur
David John Moore Cornwell was born in Poole, Dorsetshire, England in 1931. He attended Bern University in Switzerland from 1948-49 and later completed a B.A. at Lincoln College, Oxford. He taught at Eton from 1956-58 and was a member of the British Foreign Service from 1959 to 1964. He writes toon meer espionage thrillers under the pseudonym John le Carré. The pseudonym was necessary when he began writing, in the early 1960s because, at that time, he held a diplomatic position with the British Foreign Office and was not allowed to publish under his own name. When his third book, The Spy Who Came in from the Cold, became a worldwide bestseller in 1964, he left the foreign service to write full time. His other works include Call for the Dead; A Murder of Quality; Tinker, Tailor, Soldier, Spy; The Honourable Schoolboy; and Smiley's People. He has received numerous awards for his writing, including the Grand Master Award from the Mystery Writers of America in 1986 and the Diamond Dagger from the Crime Writers Association in 1988. In 2011 he accepted the Goethe Medal. And in 2020, he accepted the Olof Palme Prize. Ten of his books have been adapted for television and motion pictures including The Spy Who Came in from the Cold, The Russia House, The Constant Gardener, A Most Wanted Man, and Our Kind of Traitor. Le Carré's memoir, The Pigeon Tunnel: Stories from my Life, became a New York Times bestseller in 2016. In 2019, he published a spy thriller, Agent Running in the Field. John Le Carré died on December 12, 2020 from pneumonia at the age of 89. (Bowker Author Biography) John le Carre was born in 1931. After attending the univesities of Berne and Oxford, he spent five years in the British Foreign Service. He's the author of eighteen novels, translated into twenty-five languages. He lives in England. (Publisher Provided) toon minder
Ontwarringsbericht:
(eng) John le Carré is a pen name of David John Moore Cornwell.
Fotografie: John le carré le 29 novembre 1989 lors de l'émission littéraire TV "Apostrophes" à l'occasion de la sortie de son livre "La maison Russie"
Reeksen
Werken van John le Carré
Smiley's wereld : Edelman, bedelman, schutter, spion / Spion van nobel bloed / Smiley's prooi (1982) 478 exemplaren
John Le Carre Omnibus (The Spy Who Came in from the Cold, Call for the Dead, A Murder of Quality, The Looking-Glass War… (1961) 192 exemplaren
Three Complete Novels: Call for the Dead / A Murder of Quality / The Spy Who Came in from the Cold (1961) 125 exemplaren
Three Complete Novels: The Spy Who Came in from the Cold / A Small Town in Germany / The Looking Glass War (1983) 100 exemplaren
John Le Carré Omnibus (The Russia House, The Secret Pilgrim, A Murder of Quality) (1993) 19 exemplaren
Penguin Readers Level 6: The Spy Who Came in from the Cold (Penguin Readers (graded readers)) (2019) 7 exemplaren
The Best of George Smiley: The Spy Who Came In from the Cold & Tinker, Tailor, Soldier, Spy (Two BBC Radio Dramas) (BBC… (2012) 4 exemplaren
No Title 3 exemplaren
Penguin Readers Level 5: The Night Manager (ELT Graded Reader) (Penguin Readers Level 6) (2020) 3 exemplaren
Schatten von Gestern; Der Spion der aus der Kälte kam; Krieg im Spiegel; Ein Mord erster Klasse (1980) 2 exemplaren
The Looking Glass, A Murder of Quality, Call For The Dead, The Spy Who Came In From The Cold (1990) 2 exemplaren
The Russia House / The Secret Pilgrim 2 exemplaren
The George Smiley Reader 2 exemplaren
O venerável espião (I) 2 exemplaren
Header-Le Carre Generic 2 exemplaren
Spionen Som Km In Från Kylan 2 exemplaren
Die Libelle. Roman 1 exemplaar
מלחמת המראות 1 exemplaar
L’onorevole scolaro 1978 1 exemplaar
Das Rußlandhaus : Roman. 1 exemplaar
Little Drummer Girl, The 1 exemplaar
El todo 1 exemplaar
Retour de service: Livre audio 1 CD MP3 1 exemplaar
Perfect Spy by John Le Carre (1986-06-03) 1 exemplaar
Absolute Freunde : Roman 1 exemplaar
Městečko v Německu 1 exemplaar
Llamada para el muerto = (Call for the dead) 1 exemplaar
Tinker, Tailor, Solider, Spy 1 exemplaar
la constance du jardinier. tome 1, [edition en gros caractères] : Tome 1, [Edition en gros caractères] (2003) 1 exemplaar
Una pequeña ciudad en Alemania 1 exemplaar
La Casa Rusia [2003 film] 1 exemplaar
Quella talpa è figlia mia 1 exemplaar
Abide with me 1 exemplaar
Der Taubentunnel: Geschichten aus meinem Leben 1 exemplaar
Het Rusland Huis 1 exemplaar
Der wachsame Traeumer 1 exemplaar
In Place of Nations [article] 1 exemplaar
Smiley's People and The Honourable Schoolboy 1 exemplaar
Taylor's Run 1 exemplaar
tweede carre omnibus 1 exemplaar
spionage-omnibus 1 exemplaar
Seelord 1 exemplaar
Un espía privado. Las cartas de John le Carré 1 exemplaar
O venerável espião (II) 1 exemplaar
ΣΙΝΓΚΛ & ΣΙΝΓΚΛ 1 exemplaar
5 maal: Spion aan de muur, Nachtmerrie, Spion verspeeld, Marie-Louise en Scenario (1982) 1 exemplaar
The Tailor of Panama [abridged cassette] 1 exemplaar
John Le Carré : Notre jeu - Le Tailleur de Panama - Single & Single, coffret de 3 volumes (2000) 1 exemplaar
Œuvres, tome 2 1 exemplaar
Una pequeña ciudad en Alemania 1 exemplaar
Federball: Roman 1 exemplaar
Le Directeur de nuit (Roman) (French Edition) 1 exemplaar
The Spy Who Came in from The Cold 1 exemplaar
The Pigeon Tunnel hd 2 1 exemplaar
Constant Gardener and Other Stories 1 exemplaar
chandelles noires 1 exemplaar
Little Drummer Girl and Other Stories 1 exemplaar
La spia perfetta 1 exemplaar
La spia che venne dal freddo 1 exemplaar
NUEVAS PINCELADAS 1 exemplaar
Gerelateerde werken
Een spion onder vrienden Kim Philby, de grootste dubbelagent aller tijden (2014) — Nawoord, sommige edities — 1,513 exemplaren
The New Annotated Sherlock Holmes: The Short Stories, Volume 1 (2005) — Introductie — 215 exemplaren
Reader's Digest Best Sellers: Captain Newman, M.D. | When the Cheering Stopped | Spy Who Came in From the Cold | Song… (1965) 11 exemplaren
Reader's Digest Condensed Books: The Island / Wolfpack / Joy in the Morning / The Spy Who Came in From the Cold (1965) 3 exemplaren
Reader's Digest Auswahlbücher: Die Libelle / Mein Leben, mein Dorf / Tollkühn / Begegnung am Bussardhügel (1986) 3 exemplaren
Livros Condensados: O Inverno do Nosso Descontentamento | O Pequeno John Willie | O Espião Que Veio do Frio | Entre os… — Auteur; Auteur — 2 exemplaren
A Perfect Spy by John le Carré {notes} — Auteur — 1 exemplaar
The Russia House (Screenplay) 1 exemplaar
De overwinning op de Dru; Spion aan de muur; De stille strijd; Erfgenaam van Kirkland — Auteur — 1 exemplaar
Livros Condensados (Unknown Condensed Books) — Auteur — 1 exemplaar
Tagged
Algemene kennis
- Gangbare naam
- le Carré, John
- Officiële naam
- Cornwell, David John Moore
- Pseudoniemen en naamsvarianten
- le Carré, John
- Geboortedatum
- 1931-10-19
- Overlijdensdatum
- 2020-12-12
- Geslacht
- male
- Nationaliteit
- UK
Ireland (naturalized, and via maternal grandmother) - Land (voor op de kaart)
- UK
- Geboorteplaats
- Poole, Dorset, England, UK
- Plaats van overlijden
- Truro, Cornwall, England, UK
- Oorzaak van overlijden
- pneumonia
- Woonplaatsen
- St. Buryan, Cornwall, England, UK
Bern, Switzerland
Oxford, Oxfordshire, England, UK
Eton, Berkshire, England, UK
Bonn, Germany
Hamburg, Germany - Opleiding
- University of Bern (German)
University of Oxford (BA|1956 - Lincoln College) - Beroepen
- language teacher
novelist - Relaties
- Harkaway, Nick (son)
Green, V. H. H. (tutor - Oxford)
Cornwell, Jessica (granddaughter)
Cornwell, Rupert (half-brother) - Organisaties
- British Intelligence Service
Eton College - Prijzen en onderscheidingen
- Cartier Diamond Dagger 1988
- Agent
- William Loverd
- Ontwarringsbericht
- John le Carré is a pen name of David John Moore Cornwell.
Leden
Discussies
Tinker Tailor Soldier Spy LE??! in Folio Society Devotees (oktober 2023)
John e Carre - Smiley novels in British & Irish Crime Fiction (juli 2011)
Besprekingen
Lijsten
Favourite Books (1)
A Novel Cure (1)
Which house? (1)
Finished in 2021 (1)
Next in Series (1)
1970s (1)
First Novels (1)
Best Spy Fiction (13)
100 New Classics (1)
Read in 2014 (1)
Edgar Award (1)
1980s (1)
stories at work (2)
Five star books (2)
Folio Society (3)
Book wishlist (3)
Europe (1)
discontinued (1)
Fiction For Men (1)
MysteryCAT 2014 (1)
Big Jubilee List (1)
Overdue Podcast (1)
Unread books (1)
Finished in 2019 (1)
Prijzen
Misschien vindt je deze ook leuk
Gerelateerde auteurs
Statistieken
- Werken
- 174
- Ook door
- 37
- Leden
- 86,646
- Populariteit
- #126
- Waardering
- 3.8
- Besprekingen
- 1,883
- ISBNs
- 3,004
- Talen
- 38
- Favoriet
- 232
Soit, nu ik dat gezegd heb, kan ik voor de rest van deze bespreking positief blijven. En dat nog wel tegen mijn verwachting in ook. Ik ‘kende’ David John Moore Cornwell (overleden in 2020), zoals John Le Carré echt heette, namelijk alleen maar als ‘een van die schrijvers’ van spionageverhalen, zoals ook Frederick Forsyth er een is, en ik lees dat soort verhalen zelden. Spannend en zo, daar niet van, maar aan het einde van zo’n verhaal vraag ik me – als ik dan toch de moeite doe het te lezen – doorgaans af waarin hem nu precies het verschil zat met de honderdduizend andere verhalen in dat genre. Wat niet belet dat ik van Forsyth ooit De dag van de Jakhals (The Day of the Jackal) gelezen heb plus (zonder me er nog wat dan ook bij voor de geest te kunnen halen) De honden van de oorlog (The Dogs of War), en, met enige tegenzin, ook aan Het Rusland Huis begonnen ben. Met enige tegenzin, maar in de verwachting dit boek na lezing richting zolder te kunnen verhuizen: het is er immers eentje (nummer vijf) uit de serie die vele jaren geleden verscheen bij Het Laatste Nieuws (en waaruit ik eerder al Tien kleine negertjes https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2023/12/tien-kleine-negertjes-agatha-ch..., De pest https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2023/12/de-pest-albert-camus-boekbespre..., De trein der traagheid https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2024/01/de-trein-der-traagheid-johan-da..., Jurassic Park https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2024/02/jurassic-park-michael-crichton...., De postbode belt altijd tweemaal https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2024/03/de-postbode-belt-altijd-tweemaa..., De drie musketiers https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2024/03/de-drie-musketiers-alexandre-du..., Vrijdag https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2024/03/vrijdag-hugo-claus-boekbespreki..., Veel geluk, professor https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2024/04/veel-geluk-professor-aster-berk..., en De grote Gatsby https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2024/05/de-grote-gatsby-f-scott-fitzger... besprak), die ik – nadat ik die oorspronkelijk gekocht had, maar er afscheid van had moeten nemen – gratis op de kop heb getikt, en waarvan ik al verschillende andere nummers die richting uit gestuurd heb. En boeken richting zolder sturen, is plaats maken voor andere boeken, uiteraard. Wat nu dus met Het Rusland Huis niét zal gebeuren.
Waarom? Wel, niet omdat Het Rusland Huis géén spionageroman zou zijn, want dat is het wel, wat overigens ook niet zo heel hard mag verbazen wetende dat Le Carré zelf van 1958 tot 1960 voor MI5 werkte (Military Intelligence, Section 5 ofte de Security Service) en vervolgens, van 1960 tot 1964 (het jaar waarin onder andere zijn cover door de dubbelagent Kim Philby verraden werd aan de KGB), voor MI6 (Military Intelligence, Section 6 ofte de Secret Intelligence Service). Tegen het gedwongen einde van zijn carrière aldaar had hij al een drietal (spionage)thrillers geschreven – de schuilnaam dateert uit die tijd: medewerkers van de Military Intelligence werden niet geacht onder hun eigen naam te schrijven -, maar na de derde, The Spy Who Came in from the Cold, kreeg hij dus volop tijd en werd voltijds schrijver. Schrijver van, ook verder, vooral spionageverhalen, zij het kennelijk met een kritische toon. In latere werken ging die ‘lichtelijk’ doorslaan in het grove – met vulgaire aanvallen op, pakweg, Donald Trump, Boris Johnson en Vladimir Poetin -, maar in, onder andere, Het Rusland Huis (in het Engels verschenen in 1989; de verwijzingen naar Gorbatsjovs https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2019/10/perestrojka-een-nieuwe-visie-vo... glasnost en perestrojka zijn dan ook veelvuldig) had hij ook al aandacht voor het gegeven dat spionnen in werkelijkheid verre van heldhaftige politieke functionarissen zijn, zich bewust van de morele ambiguïteit van hun werk en eerder psychologisch dan fysisch bezig. Le Carré had het dan ook helemaal niet voor James Bond, vond zelfs dat die uit de ‘canon’ van de spionagelectuur moest verwijderd worden, en het hoofdpersonage in Het Rusland Huis, Bartholomew ‘Barley’ Scott Blair, is dan ook clever genoeg, een romanticus ook, maar heeft niks van de klassieke held. Tenzij dan de klassieke held tegen wil en dank, want hij wordt er eigenlijk toe gedwongen spion te worden (al is hij niet precies van hetzelfde kaliber als zijn collega boekenverkoper Niki Landau, die van oordeel is dat “een held de eerste was die er door de achterdeur vandoor ging als ze om vrijwilligers begonnen te schreeuwen”).
In wat aan die dwang vooraf gaat en alles wat daarop volgt, maakt Le Carré, middels Barley, ook duidelijk dat hij meent wat hij in zijn Voorwoord schrijft: “Ik hoop dat mijn Russische vrienden in deze fabel iets van de warmte die ik in hun gezelschap voelde en iets van de hoop die wij deelden op een evenwichtigere en kameraadschappelijkere toekomst zullen kunnen terugvinden.” Een idee dat ook de verteller, Horatio ‘Harry’ Benedict dePalfrey, en de meeste van de Engelse ‘collega’s’ van Barley min of meer delen, maar waar ze niet mee te koop kunnen lopen, want zij ‘spioneren’ voor hun broodwinning. Een broodwinning die ze niet graag vaarwel zeggen, zelfs al loopt de hele zaak in de soep (“vrolijk de mist in”, heet het bij Le Carré), een resultaat dat de lezer trouwens al van in het begin kent: “Heel Whitehall was het erover eens dat geen verhaal ooit meer zo hoorde te beginnen. Geïndoctrineerde ministers waren er woedend over. Zij riepen een verschrikkelijk geheime commissie van onderzoek in het leven om uit te vinden wat er mis was gegaan, getuigen te horen, namen te noemen, niemand te ontzien, met vingers te wijzen, gaten te dichten, herhalingen te voorkomen, mij [Harry dus, noot van mij] tot voorzitter uit te roepen en een rapport op te stellen. Tot welke conclusies onze commissie kwam, als zij überhaupt tot een conclusie kwam, blijft het meest verheven geheim van alle, vooral voor degenen van ons die er zitting in hadden. Want de taak van zo’n commissie is, zoals wij allemaal heel goed weten, ernstig te spreken tot het stof is neergedaald en dan zelf tot stof weder te keren. Hetgeen onze commissie prompt, als een humeurige Cheshire kat, deed, zonder iets anders achter te laten dan onze angstaanjagend geheimzinnige frons, een waardeloos tussentijds interimrapport en een stel geheime bijlagen in de archieven van het ministerie van Financiën.”
Klinkt allemaal zeer sarcastisch, is het ook, en qua humor veelbelovend voor wat er nog na komt (deze passage staat op pagina achtentwintig, een pagina die nog gevolgd wordt door zo’n driehonderdtwintig andere), maar hoewel de humor regelmatig blíjft aan de oppervlakte komen, is niet het hele boek van dien aard. Of de humor is zo bijtend dat ze bloedernstig wordt: “Sommige mensen, overdacht ik terwijl ik naar hem keek, zijn behept met te veel trouw, want er zou een dag kunnen komen dat er niets meer te dienen overbleef voor hen”. Of: “Jij komt uit een vrije samenleving. Jij hebt geen keuze”. Of nog: “Onze leiders zijn dol op crises. Onze leiders verlustigen zich in crises. Onze leiders doorkruisen hun leven lang de wereld op zoek naar crises om hun verslappende libido’s op te vijzelen!” Of, ten slotte, kwestie dat u niet zou denken dat Le Carré een cryptocommunist was: “Ze haastte zich naar het grijze gebouw dat voor haar oprees. Een ziekenhuis ontworpen door Dante en gebouwd door Franz Kafka, herinnerde ze zich. Het personeel gaat erheen om medicijnen te stelen en op de zwarte markt te verkopen, de artsen schnabbelen er allemaal wat bij om hun gezinnen te eten te geven, herinnerde ze zich. Een pleisterplaats voor het schorem en het uitschot van ons rijk, voor het onfortuinlijke proletariaat dat de invloed en de connecties van de ‘happy few’ mist”.
En dan zijn er natuurlijk ook nog de dingen die je zelf zo’n beetje mist: “Clive Zonder India” betekent duidelijk wel iets, maar wie gaat zich tijdens het lezen van een spionageroman bezig houden met het opzoeken van de Clive waarnaar duidelijk verwezen wordt, de ‘Clive Mét India’, Robert Clive, eerste baron Clive of Plassey, de militair en kolonialist die aan de basis stond van de Britse heerschappij over India? Ik niet, in ieder geval, al had ik het wél aangeduid en ben ik het nu even gaan opzoeken voor deze boekbespreking. Wie weet wat Le Carré bedoelt met zijn verwijzing naar Joseph Conrad, u allicht nog bekend van mijn bespreking van Hart der duisternis https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2021/11/hart-der-duisternis-joseph-conr..., als hij Barley laat bedenken dat “sommige mannen (…) nooit helden [worden], sommige helden (…) nooit mannen”? Welke lezer van spionageromans heeft ook, pakweg, Vaders en zonen https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2023/04/vaders-en-zonen-ivan-s-toergenj... van Iwan Toergenjew gelezen en weet dus dat die laatste niet alleen zorgde voor het ‘citaat’ “Een nihilist is iemand die niets zomaar aanneemt, hoezeer dat beginsel ook wordt gehuldigd”, maar ook een hekel had aan diegenen die hij zelf die benaming gegeven had? Wie van m’n eigen lezers weet nog dat het Akademgorodok waar de potentiële Russische overloper als wetenschapper aan verbonden is ook een niet onbelangrijke rol speelde in De façade https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2023/09/de-facade-libuse-monikova.html van Libuše Moníková, een rol waarin het inderdaad ook uitgebreid ging over de vrijheden die lokaal veel groter waren dan elders in de Sovjet-Unie? Wie kent de Mitford-zusters (tenzij dan, bijvoorbeeld, die oude kameraad van me, voor wie ik vorig jaar het boek van Filip Feyten over “Zes zussen. Twee oorlogen. Eén roemruchte familie” kocht)? Wie is oud genoeg om zich nog de uit 1960 daterende film À bout de souffle van Jean-Luc Godard te herinneren (ik niet, dank u, ik moest toen nog een jaar of twaalf op mijn conceptie wachten)? Wie kent E.M. Forster nog, ondanks het feit dat hij tweeëntwintig keer genomineerd werd voor de Nobelprijs voor Literatuur (en hem nooit kreeg), tenzij dan van de latere verfilming van A room with a view, Howards End en A Passage to India, verfilmingen die intussen ook al respectievelijk negendertig, tweeëndertig en zelfs veertig jaar achter ons liggen? En wie heeft, zoals Katja, de verbindingspersoon tussen Bluebird, de potentiële overloper, en Barley, “de romans van Stendhal gelezen”? Wie kan zich nog iets inbeelden bij boekenkasten met “Jack London, Hemingway en Joyce, Dreiser en John Fowles, Heine, Remarque en Rilke”? Le Carré las duidelijk ook nog wat anders dan boeken uit het genre dat hij zelf schreef, maar maakt gelukkig nauwelijks gebruik, laat staan misbruik, van de voorsprong die hij daarmee heeft op vele van zijn lezers (mij inbegrepen, voor de duidelijkheid). Waar nodig legt hij het zelfs even uit: “‘Weet u waar we nu zijn?’ vroeg hij zonder de moeite te nemen vast te stellen of Barley wel wakker was. ‘Ik geloof het niet.’ ‘Als Anna Karenina vannacht met ons mee reisde en haar hersens bij elkaar zou hebben gehouden, dan zou dit het punt zijn waar zij de weinig bevredigende Wronski in de steek had gelaten.’ ‘Geweldig,’ zei Barley, geheel in het duister tastend. Zijn whisky was op, maar de droevige man had Georgische cognac bij zich. ‘Het was vroeger een moeras en het is nog een moeras,’ zei de droevige man. ‘Wie de Russische ziekte bestudeert, moet in het Russische moeras wonen.’ Hij had het over Leningrad.” Ofte, uiteraard, Sint-Petersburg.
Wat in ieder geval allemaal nog minder dubbelzinnig is dan het leven van Barley en z’n compagnons in Sovjet-Rusland: “(…) Barley had het gevoel dat hij deel uitmaakte van hun dubbelhartigheid, terwijl hij rondslenterde en om zich heen keek als elke toerist – en de minuten aftelde als elke spion. Hij had de hand geschud van een Amerikaanse magnaat die geen magnaat was en medeleven getoond met zijn zieke vrouw die niet ziek was en waarschijnlijk niet zijn vrouw. Hij had een ondergeschikte die zijn ondergeschikte niet was bevolen hulp te verlenen bij een noodgeval dat niet bestond. Hij was op weg om een afspraak na te komen met een auteur die geen auteur was maar het martelaarschap zocht in een stad waar martelaarschap gratis over de toonbank ging, of je er nu voor in de rij stond of niet. Hij was door angst verlamd en had voor de vierde dag achtereen een kater. Eindelijk was hij een burger van Leningrad.”
Een mooi citaat om deze boekbespreking, van een boek dat u zeker moet lezen als u het ergens op de kop kan tikken, mee te beëindigen (al was het maar omwille van de retoriek van de haviken, die toén kennelijk krek dezelfde ‘argumenten’ gebruikten als nu om, naar gelang het hen zelf uitkwam, ‘de vijand’ te geloven of niet), zou ik zeggen, maar ik wou u ook het volgende niet onthouden. Een citaat over ‘experten’, een soort waar we sinds begin 2020 tot aan onze nek schijnen in te zitten, al worden die dan bij Le Carré “deskundigen” genoemd: “Ik houd niet van deskundigen (…) Dat zijn onze cipiers (…) Deskundigen zijn verslaafden. Zij lossen niets op. Zij zijn de dienaren van elk systeem dat hen inhuurt. Zij bestendigen het. Als wij worden gefolterd, worden wij gefolterd door deskundigen. Als wij worden gehangen, hangen deskundigen ons op (…) Als de wereld wordt vernietigd, dan wordt hij niet vernietigd door zijn gekken maar door het gezond verstand van zijn deskundigen en de superieure onwetendheid van zijn bureaucraten.”
Al is het daar met wie z’n oor één keer te luisteren heeft gelegd bij de ‘experten’ en nu niet kan beslissen daarmee op te houden ongetwijfeld precies zo gesteld als met Katja: “Ze weet het, maar ze weet niet dat ze het weet. Ze heeft de symptomen, een deel van haar heeft de diagnose gesteld. Maar de rest van haar weigert toe te geven dat er iets niet klopt.”
Björn Roose… (meer)