Mirjam Mous

Irene Dral
0937256
Klas 1A

2C – Mirjam Mous

Plot en elementen
Verhaal gaat over de gijzeling van klas 2C in een tourbus op weg voor een werkweek naar de Ardennen. Iemand heeft in de bus een bom geplaatst. Niemand kan de bus in of uit en de dader geeft instructies via Whatsapp. Herkomst berichten is niet te herleiden; telefoonnummer is generiek aangemaakt via een website. In het boek wordt het mysterie, waar is de bom, waarom is er een bom en wie is de dader, ontrafeld.
Spannende elementen/motieven:
- wijze van opsporen van de bom (acties van de politie)
- gat zagen in bagageruimte, klokje horen tikken in een van de tassen (reiswekker van Ben)
- het ‘ontmantelen’ van de bom (pakje in Fleurs’ tas)
- angst over het afgaan van de bom, onzekerheid
- de ontploffing op het gebouwencomplex Minervum waar de bus naartoe moest van de bommenlegger
- de verdachtmakingen door hypothetische gedachten van Valentijn
- de risico’s die de klas loopt door beslissingen van volwassenen, op basis van inschattingen van Valentijn
- communicatie per telefoon, inzet techniek, mediacircus

De school van deze klas staat in Breda en iedereen in de klas woont daar ook. Klas 2C staat overigens bekend als een ‘rotklas’ bij de leraren. De voortvarende en mevrouw Meike Vos stelt daarom voor om ipv cultuur te kiezen voor een survivalweek en met tegenzin (hij zou zo graag cultuur opsnuiven in Europa) gaat mijnheer van Piere van scheikunde mee.

Door de bommenlegger is het survivallen eerder begonnen dan gedacht..;)

Verhaallijn:
Van een aantal leerlingen uit deze klas en een leraar (van Piere) kunnen we hun privélevens en gedachten volgen. Verhaal is geschreven vanuit het zgn. meervoudig personaal perspectief.
Hoofdpersoon is de slimme nerdy Valentijn Aafjes, ook wel ‘de professor’ genoemd. Hij wordt regelmatig gepest door zijn klasgenoten, maar wordt steeds belangrijker voor iedereen omdat zijn moeder bij de politie werkt en zij en hij ook samenwerken in het ontrafelen van het mysterie; waar bevindt zich de bom en wie zit erachter. Valentijn wordt daarmee de regisseur in ‘hoe te handelen’ en de volwassenen, Vos, van Piere en buschauffeur Jan blijven op de achtergrond. De stoere, pesterige Driss wordt zijn ‘assistent’.
Ook daarom stijgt Valentijn in ‘aanzien’ bij de klas.

Valentijn heeft verschillende theorieën over wie de dader kan zijn en wie er in de bus mede in het complot zit. Zijn redenaties zijn goed te volgen en plausibel.
In aparte hoofdstukken neemt de lezer een kijkje in het leven van een aantal klasgenoten en een leraar scheikunde (mijnheer van Piere) voorafgaand aan de gijzeling in de bus. Elk relaas ondersteunt de verdachtmaking maar geeft ook diepgang aan de karakters van de hoofdrolspelers. Ook op deze manier wordt gezinspeeld op een mogelijke dader.

Bijvoorbeeld:
Mo, de broer van Driss die geheimzinnig is over geld binnenhalen voor de behandeling van hun zieke vader en een achteloze opmerking maakt over het overvallen van een bus
Of: de psychisch gestoorde Herman, de vader van Mila. Mila heeft hij ziekgemeld en wellicht om haar buiten schot te houden? Wraak op de klasgenoten die haar zo pesten?
Of de steeds conservatiever wordende en zich terugtrekkende broer Erdem; de broer van Irmak
Of de gefrustreerde Van Piere die weg wil vluchten van alles (zijn nare vrouw en de rotklas 2C) en een plan maakt om ‘te verdwijnen’ in de Ardennen
De chauffeur die niet de chauffeur blijkt te zijn die de bus zou besturen.
Fleur die door Lo, het nichtje van haar beste vriendin Inkie wordt afgeperst en een pakketje moet meesmokkelen.

Perspectief: meervoudig personaal
Gebruik van flashbacks en flashforwards, duidelijk in de tijd geplaatst (aantal dagen, uren voor ‘de bom’) We krijgen ook zicht op wat een ieder zoal bezighoudt: Iedereen heeft zn eigen passies: Driss-sport, Fleur-hockey, Valentijn-wetenschap en techniek, Inkie-shoppen, Ben: dier en natuur

Elk hoofdstuk is eigenlijk een miniverhaaltje eindigend met een cliffhanger en is teruggeplaatst op verschillende tijdsstippen voorafgaand aan de bommelding.

Onderliggende boodschap:
Wat je in eerste instantie denkt over een ander hoeft niet te kloppen (wellicht maakte de schrijfster daarom gebruik van (cliché-personages)
Iedereen heeft gevoelens van onzekerheid, angst, zorgen over dingen, voelt zich gevangen:
Driss: zieke vader, claustrofobie
Fleur: moet bezuinigen, dreigt van hockey af te moeten, onder de plak van Inkie omdat ze zich schaamt hiervoor, chantage door lo (cocaïnesmokkel)
Mila: wordt gepest, is arm, zorg voor gestoorde vader en moeder afwezig (zit met vriend in Sjanghai)
Shakti:
Irmak: braaf, modern, geëmancipeerd, trouw aan familie, bezorgd over broer Erdam die extremistisch lijkt te worden
Ben; dierenvriend, activistisch
Tygo: extreem-rechtse vader, anti-moslims en tegen asielzoekerscentrum. Hij geeft aanvankelijk de schuld aan ‘de moslims’.
Walter van Piere: onder de plak van zijn vrouw die nergens naartoe wil, voelt zich afgestompt, wordt belaagd door 2C, wil vluchten uit zijn dagelijks bestaan

Voorspelbaarheid: niet voorspelbaar, eerder nieuwsgierigmakend naar ‘hoe het zit’. De ontknoping vind ik tegenvallen want ongeloofwaardig tov de rest van het verhaal waarbij ik mij kan voorstellen dat een lezer (lees scholier) dit echt meebeleeft.

Ontknoping:
Het verhaal neemt achterin het boek een snelle wending naar de ontknoping aan;
de vader van Inkie, Philip de Ridder, wordt ontvoerd en afgeperst door Herman van Kesteren, de manische vader van Mila.
Herman voelt zich bedrogen door financieel adviseur Philip en geeft hem de schuld van zijn misère; schulden, scheiding.
Daarom moet hij zich voordoen als de bommenlegger en een miljoen eisen in ruil voor de vrijlating van de inzittenden.
Zowel de politie als Valentijn gelooft niet dat de vader van Inkie de echte dader is.
Uiteindelijk wordt de bus verplaatst naar de Maasvlakte waar een containerscanner uitwijst dat er geen bom aan de boord is van de bus.
Ook heeft daarvoor huiszoeking/ondervraging plaatsgevonden bij Mila thuis en zijn er bewijsstukken gevonden die leiden naar de dader; Herman van Kesteren.

Hoofdpersonen:
Valentijn aafjes
Fleur Dumonceau
Ben van Poppel
Driss Amrani
Tygo van Dongen
Walter van Piere
Irmak Yildiz
Mila van Kesteren
Philip de Ridder

Vlot geschreven
Modern
Meeslepend
Spannend
Verhaallijnen met logische verbanden
Karakters zijn schetsen van persoonlijkheden… (meer)

Bloedstollende thriller van de auteur van Boy 7
Klas 2C gaat met een touringcar voor een werkweek naar de Ardennen. Amper vertrokken, ontvangen de leerlingen een bericht via de telefoon. In de bus ligt een dvd die afgespeeld moet worden. De chauffeur laat het filmpje zien: er is een bom aan boord! Niemand mag de bus in of uit. Zolang er geluisterd wordt, loopt niemand gevaar. De vraag is wie, hoe en waarom? En is er echt een bom aan boord of is het een grap of een afleidingsmanoeuvre?
Dit superspannende verhaal wordt vanuit verschillende personages verteld. Vanuit het heden – wat er in de bus gebeurt. En in flashbacks – zodat je steeds meer te weten komt over iedereen. En er blijken heel wat leerlingen én mensen van buitenaf motieven en geheime agenda's te hebben.
Als lezer word je steeds op een dwaalspoor gebracht. Want… hoe zit het nu echt?… (meer)