Nadezhda Mandelstam (1899–1980)
Auteur van Memoires
Over de Auteur
Reeksen
Werken van Nadezhda Mandelstam
Spomini 1 exemplaar
Gerelateerde werken
Tagged
Algemene kennis
- Gangbare naam
- Mandelstam, Nadezhda
- Officiële naam
- Мандельштам, Надежда Яковлевна
Mandelstam, Nadezhda Yakovlevna - Pseudoniemen en naamsvarianten
- Хазина, Надежда Яковлевна
Khazina, Nadezhda Yakovlevna (birth) - Geboortedatum
- 1899-10-31
- Overlijdensdatum
- 1980-12-29
- Graflocatie
- Kuntsevo Cemetery, Moscow, Russia
- Geslacht
- female
- Nationaliteit
- Russian Empire
USSR - Land (voor op de kaart)
- Russia
- Geboorteplaats
- Saratov, Russia
- Plaats van overlijden
- Moscow, Russia
- Woonplaatsen
- Saratov, Soviet Union
Kiev, Ukrainian SSR, Soviet Union
Moscow, Russian SFSR, Soviet Union
Cherdyn, Perm Oblast, Soviet Union
Voronezh, Soviet Union
Kalinin Region, Soviet Union (toon alle 9)
Tashkent, Uzbek SSR, Soviet Union
Cheboksar, Chuvashiya, Soviet Union
St. Petersburg, Russia - Beroepen
- writer
memoirist
autobiographer
Teacher of English - Relaties
- Mandelstam, Osip (spouse)
Akhmatova, Anna (friend)
Pasternak, Boris (friend)
Gumilev, Lev (friend) - Organisaties
- Chuvash Teacher's Training College
- Korte biografie
- Nadezhda Khazina, born to a Russian Jewish family, studied art as a young woman. In 1921, she married poet Osip Mandelstam. After Osip was arrested during Stalin's purges and sent to the Gulag, where he died in 1938, Nadezhda Mandelstam was forced to move about the country constantly, changing jobs, in order to avoid being arrested herself. Having made it her mission in life to preserve and publish her husband's works, she had to memorize them to keep them safe from destruction. Years after Stalin's death, she was permitted to return to Moscow. During the years of her nomadic existence, Nadezhda Mandelstam earned a college degree and taught English in various provincial towns. She originally published her memoirs in the underground press or samizdat, and they were smuggled into the West. She finally received recognition for her own writing when she was in her sixties.
Leden
Besprekingen
Lijsten
Prijzen
Misschien vindt je deze ook leuk
Gerelateerde auteurs
Statistieken
- Werken
- 17
- Ook door
- 4
- Leden
- 833
- Populariteit
- #30,661
- Waardering
- 4.2
- Besprekingen
- 16
- ISBNs
- 56
- Talen
- 7
- Favoriet
- 4
Dus, geen groter eerbetoon mogelijk dan de schrijfster zelf aan het woord te laten in een paar uittreksels:
Over Joseph Brodsky:"In de menigte die Achmatova ten grave droeg bevond zich nog een werkelijk verweesd man: Joseph Brodsky. Van de vrienden van de "laatste lichting", die Achmatova's laatste levensjaren hebben verlicht, ging hij het intensiefst, eerlijkst en onbaatzuchtigst met haar om. Ik denk dat Achmatova hem als dichter heeft overschat - ze was er als de dood voor, dat het draadje van de poëtische traditie zou worden verbroken..." (N.M. pag. 99).
- "Ik heb wel eens gehoord hoe Joseph gedichten voordroeg. Aan het vormen van de klanken neemt zijn neus actief deel. Zoiets had ik nog nooit bij iemand anders geobserveerd: de neusgaten worden samengetrokken, verwijden zich, de neusvleugels bewegen op allerlei manieren, iedere klinker of medeklinker krijgt een bepaalde neusklank mee. Dat is geen mens, maar een blaasorkest, maar afgezien daarvan is hij een heel lieve jongen, voor wie ik bang ben dat het slecht met hem zal aflopen. Dichter zijn, en bovendien Jood, is in onze tijd niet aanbevelenswaardig." (N.M. pag. 99)
" ....In die periode herhaalde Achmatova, die zich erover verwonderde dat men in het buitenland, speciaal de russische emigranten, niets van ons leven begrijpt, dikwijls een zin die mij razend maakte: "Ze zijn jaloers op ons lijden". De oorzaak van het wanbegrip is volstrekt geen afgunst, maar onvermogen zich voor te stellen wat wij hebben doorgemaakt, en de stromen leugens die de werkelijkheid tot onherkenbaar toe hebben verdraaid. Er dient nog aan te worden toegevoegd: en beslist niet diep over de dingen willen nadenken. Ik kan bij geestelijk trage en onverschillige mensen niet alleen geen afgunst, maar zelfs geen normaal medegevoel, geen ziertje medelijden veronderstellen. Ze spuwden er eenvoudig op en wendden zich af. De hoofdzaak is evenwel dat er niets viel te benijden. In ons lijden zat totaal niets verlichtends. Zoekt u er geen enkele zaligheid in: het was niets anders dan dierlijke angst en pijn. Ik ben niet jaloers op een hond die onder een vrachtwagen is gekomen of op een kat die door een smeerlap uit de tiende verdieping op straat wordt geworpen. Ik benijd de mensen niet, tot wie ik ook zelf behoor, omdat in ieder van hen een verrader werd gezien, een provocateur of een spion en omdat ze zelfs als ze op hun eentje waren nergens over durfden nadenken uit angst dat ze zich 's nachts door een kreet in hun slaap zouden verraden tegen hun buren achter de dunne tussenwand. Ik zeg het ronduit: er viel niets te benijden. Wie zal jaloers zijn op Achmatova die op haar eigen kamer geen woord durfde uit te brengen en alleen maar met haar vinger naar een gaatje in het plafond wees, van waar een stukje kalk op de grond was gevallen. Of er iemand boven zat te luisteren of niet doet niet ter zake. Hoofdzaak is dat de vinger naar het plafond wees maar de mond stijf dicht werd gehouden. Na zulke dingen van afgunst spreken is belachelijk en afschuwelijk.." (N.M. pag. 237)
Hoe een zo hard en triest leven zo'n nobele, erudiete en luciede geest en ziel niet kraakte.....… (meer)