Onze site gebruikt cookies om diensten te leveren, prestaties te verbeteren, voor analyse en (indien je niet ingelogd bent) voor advertenties. Door LibraryThing te gebruiken erken je dat je onze Servicevoorwaarden en Privacybeleid gelezen en begrepen hebt. Je gebruik van de site en diensten is onderhevig aan dit beleid en deze voorwaarden.
This is the story of two men who first become friends in 1970s New York, of the women in their lives, and of their sons, born the same year. Both Leo Hertzberg, an art historian, and Bill Weschler, a painter, are cultured, decent men, but neither is equipped to deal with what happens to their children - Leo's son drowns when he's 12, while Bill's son Mark grows up to be a delinquent, and the acolyte of a sinister, guru-like artist who spawns murder in his wake. Spanning the hedonism of the eighties and the chill-out nineties, this multi-layered novel combines a plot of mounting menace with a deeply moving account of familial relationships and a superbly observed portrait of an artist, set against the backdrop of a society reaching new depths of depravity in its frenetic quest for the next fashion, drug and thrill.… (meer)
Het gebeurt me zelden, maar dit boek heeft toch een emotionele snaar geraakt; nog dagen nadat ik het had neergelegd bleef het door mijn hoofd spoken. Het verhaal zelf is een mix van familietoestanden, huiselijk geluk en relatieproblemen, dood en psychose, en gaat op een bepaald moment zelfs over in een horrorverhaal. Dat klinkt banaal maar Hustvedts personages zijn mensen van vlees en bloed, met grote en kleine verzuchtingen, heel eigen psychologische ingesteldheden, onzekerheden en verkeerde inschattingen, en met een heel verschillende verwerking van tragische gebeurtenissen. Dat levert heel aandoenlijke, tedere momenten op, maar ook afschuwelijke ervaringen waarbij de emoties door merg en been gaan. Die emoties zijn soms zo doorleefd en rauw-realistisch dat het op het randje van het dragelijke is (ik moest geregeld aan Elana Ferrante denken). Hustvedt heeft haar verhaal gesitueerd in het artistieke milieu in de jaren 80 en 90 in Soho-New York, een heel apart wereldje dat ze blijkbaar goed kent en waarmee ze ook gedeeltelijk afrekent. Af en toe resulteert dat in nogal zware, moeilijk verteerbare passages over de kunstwerken die Bill, één van de hoofdfigeren maakt, maar in zeker opzicht zijn die wel functioneel: net als de altijd zeer individuele interpretaties van kunst is het inschatten van het gedrag van andere mensen een hachelijke zaak. Want dat is zowat de sleutel tot dit werk: het beschrijft hoe onmachtig we zijn, hoe weinig greep we op ons leven hebben, en zelfs hoe slecht we de mensen die het dichtst bij ons staan (kunnen) kennen. Toch is deze eerste grote roman van Hustvedt zeker niet perfect: de artistieke beschrijvingen zijn echt wel een taaie brok, enkele verhaallijnen lopen zonder veel verklaring dood, en het hele horrorverhaal beheerst het derde deel net iets te fel, zeker ook omdat het dan plots afbreekt en overgaat in de epiloog. Maar desondanks heeft Hustvedt grote indruk op mij gemaakt. Dit is een intelligente, complexe roman die gaat over het leven in zijn vertederende en zijn afgrijselijke naaktheid. ( )
This is the story of two men who first become friends in 1970s New York, of the women in their lives, and of their sons, born the same year. Both Leo Hertzberg, an art historian, and Bill Weschler, a painter, are cultured, decent men, but neither is equipped to deal with what happens to their children - Leo's son drowns when he's 12, while Bill's son Mark grows up to be a delinquent, and the acolyte of a sinister, guru-like artist who spawns murder in his wake. Spanning the hedonism of the eighties and the chill-out nineties, this multi-layered novel combines a plot of mounting menace with a deeply moving account of familial relationships and a superbly observed portrait of an artist, set against the backdrop of a society reaching new depths of depravity in its frenetic quest for the next fashion, drug and thrill.
Hustvedt heeft haar verhaal gesitueerd in het artistieke milieu in de jaren 80 en 90 in Soho-New York, een heel apart wereldje dat ze blijkbaar goed kent en waarmee ze ook gedeeltelijk afrekent. Af en toe resulteert dat in nogal zware, moeilijk verteerbare passages over de kunstwerken die Bill, één van de hoofdfigeren maakt, maar in zeker opzicht zijn die wel functioneel: net als de altijd zeer individuele interpretaties van kunst is het inschatten van het gedrag van andere mensen een hachelijke zaak. Want dat is zowat de sleutel tot dit werk: het beschrijft hoe onmachtig we zijn, hoe weinig greep we op ons leven hebben, en zelfs hoe slecht we de mensen die het dichtst bij ons staan (kunnen) kennen.
Toch is deze eerste grote roman van Hustvedt zeker niet perfect: de artistieke beschrijvingen zijn echt wel een taaie brok, enkele verhaallijnen lopen zonder veel verklaring dood, en het hele horrorverhaal beheerst het derde deel net iets te fel, zeker ook omdat het dan plots afbreekt en overgaat in de epiloog.
Maar desondanks heeft Hustvedt grote indruk op mij gemaakt. Dit is een intelligente, complexe roman die gaat over het leven in zijn vertederende en zijn afgrijselijke naaktheid. ( )