José Saramago (1922–2010)

Een rij auto's staat te wachten voor een rood stoplicht. Als het licht eindelijk op groen springt, trekt de eerste auto niet op, tot groeiend ongenoegen van de automobilisten erachter. Als ze het portier opentrekken, treffen ze een wanhopige bestuurder aan, die alleen maar kan uitbrengen dat hij van het ene op het andere moment blind is geworden. Deze openingsscène is de katalysator van een reeks verbijsterende gebeurtenissen, die algauw apocalyptische vormen aanneemt. De blindheid blijkt besmettelijk: al snel ziet een groot gedeelte van de bevolking van Lissabon niets meer. Alle slachtoffers worden in een ziekenhuis geïsoleerd. Binnen korte tijd spelen zich daar verschrikkelijke taferelen af, die de vraag naar goed en kwaad haast ondraaglijk actueel maken.… (meer)

Het verhaal speelt. Zich af op een Quinta, een landgoed in Portugal in de jaren 1850 ongeveer. Maria Leonor is een jonge rouw met een zoon van 11 en een dochter van 8 of 9. Haar man sterft en ze moet alleen verder. Ze moet het landgoed gaan beheren, maar door haar immense verdriet ligt ze alleen maar apathisch en ziek in bed. Dokter Viegas en de pastoor Christiano helpen haar met raad en daad, evenals de huishoudster Benedita. ZE helpen haar overeind en zo gaat ze weer aan de slag en lijkt ze haar leven weer op te pakken. Toch zit er een wankel iets in haar. Ook wordt ze gekweld door haar eigen, onbenoembare en voor een vrouw in die dagen waarschijnlijk onbegrepen lustgevoelens. Op een dag is haar zwager aanwezig en zij omhelzen elkaar even. Brnedita ziet d at en zij is zó verschrikkelijk woedend over deze “misstap” dat dat alle verhoudingen in huis ontwricht. Dokter Viegas vangt Maria Leonor weer op en uiteindelijk besluiten ze te trouwen om aan alle vijandelijkheden een eind te maken. Als dat besluit echt gevallen is gaan ze met elkaar naar bed, maar Maria Leonor gruwt van het lichaam van de dokter. Benedita vindt haar wee, op het onordelijke bed, in niet-decente staat. Ze komen weer tot elkaar. Dokter Viegas gooit zich met koets en paard en al van een berg af en verongelukt.
Het verhaal is soms wat erg geëxalteerd maar in de tijd gezien waarschijnlijk wel reeël. De beschrijving van de verhouding tussen de pastoor en de dokter is erg leuk, de dokter is atheïst en dus hebben de 2 altijd goedmoedige filosofische debatten, de beschrijving van de kinderen en hun verhouding met hun moeder, met Benedita , de dokter en de pastoor zijn aardig. In de zomer komt er nog een neefje van de dokter logeren, dat wordt ook aardig beschreven en levensecht.… (meer)