Onze site gebruikt cookies om diensten te leveren, prestaties te verbeteren, voor analyse en (indien je niet ingelogd bent) voor advertenties. Door LibraryThing te gebruiken erken je dat je onze Servicevoorwaarden en Privacybeleid gelezen en begrepen hebt. Je gebruik van de site en diensten is onderhevig aan dit beleid en deze voorwaarden.
Don Quichot is zo onder de indruk van de oude ridderverhalen, dat hij besluit om zelf een dolende ridder te worden. Hij zadelt zijn magere paard, schuurt de roest van zijn harnas en gaat op zoek naar avonturen. En die vindt hij al snel, want in de ogen van Don Quichot is alles een avontuur. Zo vecht hij tegen reuzen die eigenlijk windmolens zijn en ziet hij een lmariabeeld aan voor een jonkvrouw in nood. Keer op keer smaakt Sancho Panza hem om zich niet in gevechten te storten... (Bron: covertekst)… (meer)
DLSmithies: Don Quixote was Flaubert's favourite book, and I've read somewhere that the idea of Madame Bovary is to re-tell the story of Don Quixote in a different context. Don Quixote is obsessed with chivalric literature, and immerses himself in it to the extent that he loses his grip on reality. Emma Bovary is bewitched by Romantic literature in the same way. There are lots of parallels between the two novels, and I think putting them side by side can lead to a better understanding of both.… (meer)
CGlanovsky: In several of his critical essays Borges makes insightful and unique mention of Don Quixote sometimes directly and sometimes in reference to other works.
g026r: The spurious continuation, published in 1614 while Cervantes was still working on his own Part II and which affected that work to a significant degree.
Lirmac: References to then-famous romances, such as this one by Ariosto, provide much of the humour in Don Quixote. In addition to enriching Cervantes' work, Orlando Furioso is entertaining in its own right (especially in this modern verse translation).
Een klassieker waar ik al mijn hele leven referenties naar zie maken maar nooit werkelijk wist waar men het dan over had. Op het moment dat ik deze dikke pil voor 15 euro op de Deventer boekenmarkt in zeer goede staat zag liggen, wist ik dat het tijd was om dit boek in bezit te krijgen. De dikte, ruim 800 bladzijden, waarbij een klein lettertype in twee kolommen wordt gehanteerd, heeft mij nog een flink aantal jaren doen aarzelen om eraan te beginnen maar vorige jaar oktober was het dan zo ver en sloeg ik het boek voor het eerst open.
Wat aan deze uitgave gelijk opvalt zijn de illustraties van de 19 eeuwse Gustave Doré. Het hele boek door wordt de tekst regelmatig nog eens benadrukt met deze tekeningen waarbij de personages zeer uitgesproken lichaamshoudingen en gezichtsuitdrukkingen hebben. Het lijken bijna wel hedendaagse strips. Vooral waar meerdere personages te zien zijn, is het de moeite waard om wat meer tijd aan de illustraties te besteden omdat er zoveel op te ontdekken valt.
Het boek begint met een door de vertalers voor mij taaie Inleiding van 11 bladzijden. Ik dacht dat het goed was om iets van de achtergrond van het boek te weten voor ik eraan begon en worstelde me door deze tekst heen. Misschien had ik het beter achteraf kunnen lezen want in de tekst zelf staan ook aardig wat voetnoten die de tekst zelf verhelderen en valt de context van het boek meer in vruchtbare grond na lezing ervan.
Eindelijk kon ik aan het verhaal beginnen. Nou ja, dat dacht ik. Maar Cervantes verstaat de kunst van vooral vertellen dat hij wat gaat vertellen en wel in zulk overdreven mate dat ik er soms bijna de slappe lach van kreeg. Het maakte dat ik ook wel moeite had om door de tekst heen te komen omdat ik maar zat te wachten dat er iets ging gebeuren. Iets dat in mijn beleving vele malen sterker is in het eerste deel dan in het tweede deel. Deze twee delen zijn met een tussenpozen van 10 jaar uitgebracht, respectievelijk in 1605 en 1615 waardoor dit verschil wellicht te verklaren is. In ieder geval vond ik het tweede deel een stuk makkelijker lezen dan het eerste.
Terwijl ik mij bij het lezen van het eerste deel me nog zat af te vragen waarom dit boek zo'n enorme bekendheid heeft gekregen, kwam ik bij het lezen van het tweede deel opeens in de greep van het verhaal. De man van lage adel die zijn verstand kwijt raakte door het lezen van ridderromans en zichzelf een dolende ridder waande, de eer van zijn geliefde, die hij nooit ontmoet heeft, beschermend en het onrecht in de wereld bevechtend. Zo trekt hij eropuit samen met zijn buurman, Sancho Panza, die hij als zijn schildknaap ziet en rijdend op zijn gammele paard Rossinant die hij als een strijdros beleefd.
In het eerste deel beleefde ik de avonturen meer vanuit Sancho Panza die het spel meespeelde en er soms toch ook wel in ging geloven wat aanvoelde als telkens een herhaling van zetten. Don Quichot denkt onrecht te zien en eindigt meestal bont en blauw of het is Sancho Panza die de sigaar is. In het tweede deel is het het hof van hogere adel waar men Don Quichot keer op keer voor de gek aan het houden is. En dat maakte het voor mij steeds spannender omdat het de vraag was hoe ver het hof hiermee zou gaan maar ook of sommigen er toch zelf ook niet in gingen geloven. Speciaal interessant vond ik het stuk waarin Sancho Panza het gouverneurschap over een zogenaamd eiland krijgt en hij daar allerlei vraagstukken voorgelegd krijgt om over recht te spreken. Hoe deze eenvoudige boer, wat Sancho Panza is, zijn boerenverstand gebruikt, vind ik lang zo gek nog niet. En dat is wat dit boek dan ook voor gevoel bij mij achterlaat, wie is er nou eigenlijk gek? ( )
Opgesplitst in twee delen van ongeveer 600 pagina's krijg je hier de historie van Don Quichot van La Mancha en zijn schildknaap Sancho Panza. Het is nogal vreemd dat net het stuk dat de meeste mensen kennen van Don Quichot, namelijk zijn gevecht met de windmolens, in het boek amper een volledige pagina beslaat, ik had er iets meer van verwacht. En dat geldt dan eigenlijk ook meteen voor het hele boek, er gebeuren weinige bijzondere dingen, meestal meer van hetzelfde, Don Quichot rijdt ergens naar toe, verbeeldt zich dat hij in een ridderlijk avontuur zit, haalt wat stommiteiten uit, en rijdt weer verder alwaar de geschiedenis zich herhaald. Wat mij betreft had het hele verhaal een pak korter gemogen... ( )
Ik heb in deze vertaling alleen het tweede deel gelezen. Dit deel is aan de ene kant homogener omdat er minder aparte verhalen in staan, maar in het laatste kwart is de schrijver schijnbaar het spoor wat bijster. Anderzijds is dit deel veel spitser van taal, veel subliemer in zijn gelaagdheid en is er duidelijke maatschappijkritiek te horen. Mogelijk ligt dat ook aan de andere, modernere vertaling. ( )
Mooi stukje literatuur met soms echte pareltjes aan verhalen. De figuur van DQ en SP op zich hebben eeuwigheidswaarde door hun typering, hun diepgang en de evolutie die ze doormaken (SP bijvoorbeeld is heel wat complexer dan op het eerste gezicht lijkt). Grote maatschappijkritiek zit er niet in, maar hier en daar worden toch speldeprikken uitgedeeld naar gevestigde waarden (de Heilige Hermandad bijvoorbeeld). Spankracht verminderd aan einde van eerste deel: wordt te veel doorbroken door andere verhaallijnen. ( )
Als je je moest afvragen waarom hij tweemaal voorkomt in mijn collectie: heb hem het eerst in het Engels gelezen (BTW: goede vertaling) en daarna, toen ik het Spaans voldoende machig was, in de taal van Cervantes zelf... ( )
[John Rutherford’s] effort, in fact, is something of a triumph: for the first time, we are given a chance to read the novel as Cervantes intended it, in other words as the comic masterpiece it undoubtedly is; and it is hard to believe that his version will be surpassed for many generations.
In een plaatsje in La Mancha, waarvan de naam mij niet te binnen wil schieten, leefde niet lang geleden zo'n edelman met een lans in zijn wapenrek, een antiek leren schild, een magere knol en een hazewind.
Citaten
Laatste woorden
Hiermee zul je je christenplicht vervullen, door goede raad te geven aan wie je slecht is gezind, en ik zal tevreden en trots zijn de eerste te zijn geweest die de vrucht van zijn geschriften ten volle heeft genoten, zoals ik wenste, want mijn enige verlangen was de mensen afkerig maken van de verzonnen en onzinnige historiën in ridderboeken, die door die van mijn ware Don Quichot al wankelen en zonder enige twijfel uiteindelijk helemaal zullen vallen. Vale.
Don Quichot is zo onder de indruk van de oude ridderverhalen, dat hij besluit om zelf een dolende ridder te worden. Hij zadelt zijn magere paard, schuurt de roest van zijn harnas en gaat op zoek naar avonturen. En die vindt hij al snel, want in de ogen van Don Quichot is alles een avontuur. Zo vecht hij tegen reuzen die eigenlijk windmolens zijn en ziet hij een lmariabeeld aan voor een jonkvrouw in nood. Keer op keer smaakt Sancho Panza hem om zich niet in gevechten te storten... (Bron: covertekst)
Wat aan deze uitgave gelijk opvalt zijn de illustraties van de 19 eeuwse Gustave Doré. Het hele boek door wordt de tekst regelmatig nog eens benadrukt met deze tekeningen waarbij de personages zeer uitgesproken lichaamshoudingen en gezichtsuitdrukkingen hebben. Het lijken bijna wel hedendaagse strips. Vooral waar meerdere personages te zien zijn, is het de moeite waard om wat meer tijd aan de illustraties te besteden omdat er zoveel op te ontdekken valt.
Het boek begint met een door de vertalers voor mij taaie Inleiding van 11 bladzijden. Ik dacht dat het goed was om iets van de achtergrond van het boek te weten voor ik eraan begon en worstelde me door deze tekst heen. Misschien had ik het beter achteraf kunnen lezen want in de tekst zelf staan ook aardig wat voetnoten die de tekst zelf verhelderen en valt de context van het boek meer in vruchtbare grond na lezing ervan.
Eindelijk kon ik aan het verhaal beginnen. Nou ja, dat dacht ik. Maar Cervantes verstaat de kunst van vooral vertellen dat hij wat gaat vertellen en wel in zulk overdreven mate dat ik er soms bijna de slappe lach van kreeg. Het maakte dat ik ook wel moeite had om door de tekst heen te komen omdat ik maar zat te wachten dat er iets ging gebeuren. Iets dat in mijn beleving vele malen sterker is in het eerste deel dan in het tweede deel. Deze twee delen zijn met een tussenpozen van 10 jaar uitgebracht, respectievelijk in 1605 en 1615 waardoor dit verschil wellicht te verklaren is. In ieder geval vond ik het tweede deel een stuk makkelijker lezen dan het eerste.
Terwijl ik mij bij het lezen van het eerste deel me nog zat af te vragen waarom dit boek zo'n enorme bekendheid heeft gekregen, kwam ik bij het lezen van het tweede deel opeens in de greep van het verhaal. De man van lage adel die zijn verstand kwijt raakte door het lezen van ridderromans en zichzelf een dolende ridder waande, de eer van zijn geliefde, die hij nooit ontmoet heeft, beschermend en het onrecht in de wereld bevechtend. Zo trekt hij eropuit samen met zijn buurman, Sancho Panza, die hij als zijn schildknaap ziet en rijdend op zijn gammele paard Rossinant die hij als een strijdros beleefd.
In het eerste deel beleefde ik de avonturen meer vanuit Sancho Panza die het spel meespeelde en er soms toch ook wel in ging geloven wat aanvoelde als telkens een herhaling van zetten. Don Quichot denkt onrecht te zien en eindigt meestal bont en blauw of het is Sancho Panza die de sigaar is.
In het tweede deel is het het hof van hogere adel waar men Don Quichot keer op keer voor de gek aan het houden is. En dat maakte het voor mij steeds spannender omdat het de vraag was hoe ver het hof hiermee zou gaan maar ook of sommigen er toch zelf ook niet in gingen geloven. Speciaal interessant vond ik het stuk waarin Sancho Panza het gouverneurschap over een zogenaamd eiland krijgt en hij daar allerlei vraagstukken voorgelegd krijgt om over recht te spreken. Hoe deze eenvoudige boer, wat Sancho Panza is, zijn boerenverstand gebruikt, vind ik lang zo gek nog niet.
En dat is wat dit boek dan ook voor gevoel bij mij achterlaat, wie is er nou eigenlijk gek? ( )